BESPREEK DE FACTOREN DIE ETHISCH EN ONETHISCH GEDRAG BEÏNVLOEDEN

1. Niveau van morele ontwikkeling

- Preconventionele niveau
De keuze tussen goed en slecht wordt gemaakt door rekening te houden met
persoonlijke consequenties zoals afstraffen, belonen of gunsten

- Conventionele niveau
Onderschrijven van normen en het voldoen aan de verwachtingen van anderen

2. Persoonlijkheid

- Persoonlijke standvastigheid
Persoonlijkheidsmeting van de kracht van iemands overtuigingen

- Focus of control
persoonlijkheidsmeting van de mate waarin men denkt zijn of haar eigen lot in handen te
nemen

3. Ethisch / onethisch gedrag
Doelen, prestatiebeoordelingssystemen en beloningsprocedures

4. Bedrijfscultuur
De inhoud en kracht van de cultuur binnen een bedrijf

5. Grootte van het dilemma
( Examenvragen vragen aan studente die het vak vorig jaar heeft meegedaan )

6. Structurele variabelen en ethisch vraagstuk