Menu

Simmel

Socioloog en filosoof. Nam een poging om de sociologie te grondvesten. Zijn werken zijn meestal van esthetische aard en hij was veel met kunst bezig. Hij was een levensfilosoof: stelt het begrip v/h leven centraal. Het leven heeft een ziel (animus: kun je niet stoppen, zoals t hart) en een geest(creëert normen buiten zichzelf). Wij construeren vormen v/d buitenwereld en als deze niet meer past, wordt het afgegooid en opnieuw gebouwd, zoals een slakkenhuis. Vb. middeleeuwse binnenstad: niet gebouwd voor gebruik van nu, dus gesloopt en opnieuw gebouwd.
Tragedie v/d cultuur: na verloop v tijd zijn onze eigen schepsels niet meer aangepast en herkennen we onszelf er niet meer in. Ze worden bestempeld als saai, doods.. We hebben altijd een andere cultuur nodig dan diegene waarmee we worden geconfronteerd.

  • Associërende vs dissociërende aspecten conflict

Maatschappij ~ elkaar bestrijdende klassen, hoe kan zij voortbestaan?

Marx: primaat van de economie, fundeert sociale orde + basis klassentegenstellingen.

Simmel: onderscheid associërende – dissociërende aspecten conflict. Gevaar voor sociale orde niet conflict zelf maar de oorzaken. Conflict zelf is manier van hereniging, associatie, eenheid, problemen oplossen, vermindering van spanning. Voor er een conflict kan zijn, moet er affectie zijn.

  • Oppositiedrift

Mens a priori oppositie-instinct : impuls tot verandering, verhindert dat sociale verhoudingen verstarren. Je accepteert niet zomaar wat er is, maar gaat er tegenin. Conflict is functioneel en fundamenteel want zorgt ervoor dat sociale verhoudingen niet verstarren, en dan er plaats is voor nieuwe.

  • Standpunten ~ grondslag 2e stroming conflictparadigma

sociale verhoudingen vormen geheel van associatieve en dissociatieve processen

processen: instinctieve oppositiedrift + bepaald door vormen waarin ze sociale gestalte vinden

conflicten noodzakelijk kenmerk sociale systemen

vaak bijdrage tot voortbestaan sociale systeem en/of onderdelen.

Lees meer...

De bijdragen van Karl Marx en Georg Simmel

A) Marx

  • Materialisme: belangen

Materiële behoeften, pas in 2e, afgeleide instantie ideële behoeften. Verhouding economische infrastructuur (onderbouw) – politieke en culturele suprastructuur (bovenbouw) maatschappij.

Keerzijde behoeften = belangen. Belangen van groepen / individuen kunnen aan elkaar tegengesteld zijn, eigen belangen niet ondergeschikt aan belang geheel mogelijk.
Een belang is een behoefte die je alleen kan bevredigen ten koste van een ander. Vb. bij voedseltekort. Behoeften kun je individueel hebben, belangen kun je niet los zien v/d sociale groep. Belangen horen bij de conflicttheorie, behoeften meer bij het functionalisme.

  • Klassenstrijd

Klassen = sociale groepen die verschillende posities innemen in de economie. 2 posities / 2 echte klassen, onderlinge tegenstelling door dynamiek van het kapitalisme. De ’ Verelendung’ lokt een onontkoombare klassenstrijd uit. Leidt tot dialectische omkering: dictatuur van het proletariaat.

  • Ideologie

Ideeën weerspelen de werkelijke motieven mensen en groepen: belangen. Ideeën zijn altijd gemasceerde belangen en zijn in het voordeel of nadeel van een ander.
Vals klassebewustzijn: mensen die ideeën hebben die ingaan tegen hun eigen belangen. Hoeft niet altijd om klassen te gaan. Vb. gedachten v vrouwen over zichzelf 100 jaar geleden.
Ideeën kunnen de werkelijke historische processen soms wat verzwakken of aansterken, maar nooit bepalen.

  • Standpunten ~ grondslag 1e stroming conflictparadigma

sociale verhoudingen gekenmerkt door belangentegenstellingen

conflict onvermijdelijk en fundamenteel kenmerk v samenleven

conflict doen zich voor in de vorm van bipolaire belangentegenstellingen

conflict belangrijkste bron sociale verandering in maatschappij.
Inhoud v conflict betrekking op verdeling v schaarse goederen en macht.

Lees meer...

HET ONSTAAN VAN DE CONFLICTTHEORIE

Conflictparadigma = ideaaltype geopponeerd aan het functionalistische ideaaltype van de samenleving. Houdt zich bezig met strijd, crisis, verandering, dissensus en ziet de samenleving als het toneel waarop groepen of klassen met tegengestelde belangen elkaar bevechten. Conflict is niet nieuws, het is er altijd geweest. Heeft oude wortels, maar is ook een tegenreactie op het functionalisme.

2 groepen:
1. De kritische benadering: socioloog moet zijn wetenschap gebruiken om de maatschappij in zijn geheel en in het bijzonder de heersende klasse, de power elite, het establishment aan een kritiek te onderwerpen. Een verzoenende maatschappij is wenselijk en mogelijk. Utopische verwachtingen. Als er ergens orde heerst, noemen ze dit een toegedekt conflict, zoals in Duitsland. Orde ontstaat door onderdrukking, dwang die een conflict beslecht en sommige mensen bevoordeelt en andere benadeelt. Overal heerst conflict.
2. Conflict is onvermijdelijk aspect v/h sociale leven. Socioloog moet zich enkel bezighouden met het beschrijven en verklaren van feiten, geen waardeoordelen vellen.

1) Voorbeeld van een elementaire toepassing

Zie syllabus.

Lees meer...

Idee van functionele alternatieven empirisch erg moeilijk. 3. kritiek op Parsons

1. Zijn model is een ideaaltype van een stabiel sociaal systeem in evenwicht, maar waarom moet de maatschappij herleid worden tot dit éne ideaaltype?
2. Zijn benadering is overanalytisch
3. Cultureel determinisme :hij meent dat waarden en normen een zelfstandig bestaan leiden en a.h.w. van buitenaf aan het sociale handelen worden opgelegd. In feite worden ze niet zomaar opgelegd, maar ontstaan zij in het handelen en blijven daarmee nauw verweven.
4. Hij meent dat een sociaal systeem maar kan blijven bestaan als daar gemeenschappelijke waarden en normen aan ten grondslag liggen. Maar de vraag is echter:hoeveel en welke waarden gemeenschappelijk moeten zijn.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen