Menu

Intellectuele omgeving: de Chicagoschool

Blumers is sterk beïnvloed door het intellectuele klimaat aan de universiteit van Chicago. Hij behoort tot de 3de generatie.

De karakteristieken van deze beoefening:

  • nadruk op empirisch onderzoek

- Tegen wilde speculaties en normatieve sociale filosofie

- veel vormen van materiaal om beeld te krijgen van de sociale werkelijkheid

bv: statistieken, enquêtes, bevolkingsregisters, sociaalgeografische kaarten, dagboeken, interviews,...

  • uitwerking van het onderzoeksinstrumentarium

- voorkeur participerende observatie

bv: een paar dagen als zwerver leven om zo een beeld van het zwervers bestaan te krijgen.

  • dynamisch en procesmatig maatschappijbeeld

- sociale werkelijkheid

- NIET vaste structuur

- WEL ononderbroken vloeiende interactieprocessen, die je niet van tevoren kan bepalen

=> 'De sociale wereld wordt in iedere interactie opnieuw gemaakt'

Men merkt sterk de invloed van het pragmatisme en Mead.

Lees meer...

Synthese van Herbert Blumer

Biografische en bibliografische inleiding

1900: geboren in Amerika

1900-1947: verbonden aan de Chicago school

- ontstaan in 1892: 3de generatie

artikels en onderzoeksrapporten

- 1933 “ Movies and Conduct”: aan de hand van biografisch materiaal laat hij de invloed van de film zien op het leven van de Amerikaanse jongeren.

- 1969 “Symbolic Interactionism, Perspective and Method”

 verspreiding symbolische interactionisme

 nadruk eigen methodologie van het symbolische interactionisme

 basisbegrippen, uitgangspunten

Lees meer...

Socialisatie: I, me en self

Menselijk zelfbewustzijn en menselijke identiteit ontwikkelen zich tijdens het internalisatieproces. Een mens wordt van zichzelf bewust als hij de houding van de ander aanneemt. A beziet zichzelf in de rol van B: hij maakt zichzelf tot object en ervaart zo zichzelf. Toch is het niet zo dat een subject zich simpelweg vereenzelvigt met de rollen die hij internaliseert.

Mead onderscheidt 2 componenten in het ‘social self’: ‘I’ en ‘Me’:
Het ‘me’ bestaat uit rollen die iemand geinternaliseerd heeft.
Het ‘I’ is de capaciteit om te internaliseren en op het geinternaliseerde te reageren. Het I is de oorspronkelijke, niet door de omgeving gedetermineerde component van de menselijke persoonlijkheid.
vb. Mister Bean wandelt op straat, hij kijkt naar de camera en loopt tegen een paal. Even later wandelt hij op datzelfde stuk, stopt net voor de paal, denkt aan de vorige keer, hij wilt er langs wandelen en valt in een put.
-> Iedereen lacht: je voelt, leeft mee, maar je voelt de pijn niet → Eerst lachen, dan snel inhouden (vb. hand voor mond omdat je denkt dat het eigenlijk wel pijnlijk is)
= Interactie I en Me, Me is reactie op I.

Lees meer...

De veralgemeende ander

De maatschappij komt voort uit de capaciteit van mensen om het niveau van de concrete relatie te overstijgen en het procédé van internalisatie toe te passen op alle mogelijke relaties: veralgemeende andere.

3 niveau’s van internalisatie:
1. Play: het kindje verinwendigt allerlei houdingen (indiaantje, wolf, …). Nog niet in staat om verschillende houdingen met elkaar in verband te brengen.
2. Game:Houdingen worden op elkaar betrokken, het worden rollen. Om een rol succesvol te internaliseren, moet men het hele netwerk van corresponderende rollen mee internaliseren. Je ziet de verbanden, je bentin staat om mee te spelen. Vb. Men kan de rol van patient niet internaliseren zonder de rol van dokter of verpleger te internaliseren.
3. Veralgemeende andere: algemeen overzict van de maatschappij: kennis van algemene waarden, geloofsvoorstellinge, normen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen