Menu

De Wetenschappelijke Revolutie 1500-1700

5.1 BEGRIP EN PERIODE

 Wetenschappelijke Revolutie = periode tussen de publicatie van Copernicus’ De Revolutionibus orbium caelestium, 1543 en Newton’s Philosophiae Mathematica in 1678

  • Aristotelisch wereldbeeld werd in iets meer dan een eeuw vervangen door een benadering vh heelal op basis van natuurwetten
  • Opmerkelijke reeks ontdekkingen op gebied van astronomie en dynamica
    • Copernicus, Kepler, Galileï, Huygens en Newton
  • ontstaan van een nieuwe benaderingswijze van mens en natuur door de filosofen
    • Bacon en Descartes
    • Wat machtigt de mens om iets voor waar aan te nemen ?

 Renaissance en Humanisme vaak gezien als respectievelijk artistiek en letterkundig, echter wegbereiders van de ontwikkelingen in de wetenschap door hun kritische ingesteldheid

  • geleerden beperkten zich aanvankelijk tot lezen en becommentariëren van Grieks-Romeinse ‘wijsheden’, zonder de juistheid ervan ook maar in vraag te stellen
  • wetenschappers hebben de kritische methode van taal- en tekstgeleerden overgenomen en zo de wetenschappelijke methode ontwikkeld
Lees meer...

UNIVERSITEITEN IN EUROPA 12de , 13de, 14de en 15de eeuw

 in de loop van de 12e en 13e E ontstaan als corporatie (vereniging van mensen die gelijkaardige taken uitoefenen

  • doelstellingen:
    • onderlinge hulp
    • collectieve verdediging tegen externe tegenstanders
    • verwerving van monopoliepositie
  • eerste universiteiten (Bologna, Oxford, Cambridge) zijn spontaan ontstaan, los van enig religieus of wereldlijk initiatief
  • oprichtingspatroon universiteiten vanaf de 13eE:
    • studium generale opgericht door een wereldlijke overheid
    • pauselijke bevestiging gaf universele erkenning en privileges aan de leden
    • gezien als opleidingscentra voor intellectuele, politieke en administratieve elites vd staat
  • faculteiten op de universiteiten van het Ancien Régime
    • artesfaculteit; artes liberales of quadrivium
      • arithmetica
      • geometria
      • astronomia
      • musica
    • hogere faculteiten:
      • theologie (Sorbonne!)
      • rechtsgeleerdheid (Bologna !)
      • geneeskunde ( Montpellier!)
    • problematiek van de nieuwe wetenschappelijke disciplines

 oprichting van gespecialiseerde instellingen

 1e universiteit vd Nederlanden: Leuven

  • gesticht in 1425-1426 door Leuvense stadsmagistraat met Brabantse hertog Jan IV
  • naar model van grote buitenlandse universiteiten zoals Parijs en Keulen
  • 1e decennia 16eE: gemiddeld 2000 studenten
    • huisvesting; colleges
    • 4 pedagogieën waar ook merendeel vh onderricht werd gegeven
    • Latijn als officiële voertaal
    • Voor hogere faculteiten logeerden ze in de colleges of bij burgers
  • licenciatus: studenten met voldoende kennis om zelf les te geven
  • magister: na voltooiing van de artes opleiding
  • doctor: na voltooiing van een vd hogere faculteiten

 2e Universiteit Nederlanden: Douai

  • 1561 voor Franstaligen

 Peregrimatio Academia: studenten trokken van universiteit tot universiteit (ook professoren !)

Lees meer...

KATHOLIEK EN PROTESTANTS ONDERWIJS De vroegmoderne tijd

 gevolgen van de algemene verbetering vh onderwijs sinds de 16e E

1) reformatorische ideeën konden veel gemakkelijker ingang vinden bij het grote publiek: hogere scholingsgraad en kritischere ingesteldheid

  • Europa was verdeeld in ren reformatorisch en contrareformatorisch kamp door de godsdienstoorlogen: opvoeding vd jeugd was cruciaal
  • Verschillende geestelijke orden legden zich toe op het onderwijs
    • Jezuïeten (supra)
    • Augustijnen, franciscanen, dominicanen voor jongens
    • Ursulinen voor meisjes
    • Ongeveer het volledige onderwijs stond onder invloed vd Kerk
  • protestanten hechtten veel belang aan de Latijnse school of gymnasium
  • Calvijn: Academie
    • Schola privata: Latijnse school + basisopleiding
    • Schola publica: hogeschool met vrije kunsten, recht, medicijnen en theologie
  • staat kreeg de verantwoordelijkheid voor het onderwijs binnen het protestantisme
Lees meer...

HET LEREN VAN EEN STIEL De vroegmoderne tijd

 geen georganiseerde of uitgebreide beroepsopleiding in de Middeleeuwen

  • vanaf de 15e E: groeiende behoefte aan adequate beroepsvorming door de groei van de handel en nijverheid
  • ambachten werden traditioneel aangeleerd in het ambacht zelf, op basis van een leercontract (basisvaardigheden werden in de plaatselijke school aangeleerd of bij de ambachtsmeester zelf)
  • vanaf laat 15e E en in 16e en 17eE
    • wezen- en vondelingenhuizen richten eigen werkscholen op
    • jongens: bakken, brouwen, kleren of schoenen maken
    • meisjes: wassen, strijken ed
    • geen groot succes
    • kinderen werden vaker bij particulieren tegen de betaling in de leer gezet: dit leidde vanaf de VMT tot uitbuitende kinderarbeid
  • handel en administratie
    • veel mogelijkheden in de grote steden
    • vb Antwerpen: alle Europese talen, wiskunde, boekhouding en handelscorrespondentie
  • hoger beroepsonderwijs:
    • in de loop vd 17e en 18e E
    • architecten, schilders, ingenieurs, chirurgijns en landmeters
    • grand tour : buitenlandse studiereis voor jongens uit de hoogste klasse op het einde van hun opvoeding
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen