Menu

VERPLICHTE TEWERKSTELLING vroegmoderne tijd

 gedwongen arbeid werd al in de 16E E naar voren geschoven, maar het idee won vooral in de 17e E terrein

  • arbeid zou disciplinerend werken voor het proletariaat en opnieuw een deugdzaam leven aanbrengen, met mogelijkheid tot herintegratie in de samenleving
  • de zgn luie armen moesten door strikte werk- en leeforganisatie en morele bijstand omgevormd worden tot winstgevende en volgzame arbeidskrachten
  • in Engeland werden naar dat vb 10tallen nieuwe werkplaatsen opgericht : in de praktijk vooral strafgevangenissen

  • 1589: Rasphuis te Amsterdam
    • tuchthuis voor mannen
    • arbeid bestond uit het raspen van Braziliaans verfhout
    • in 1597 ook een Spinhuis voor vrouwen
  • in loop van 17e E vele steden in het HRR het Amsterdams voorbeeld volgen

> niet toevallig allemaal steden in geïndustrialiseerde regio’s waar nood was aan goedkope werkkrachten

  • Frankrijk: armen vnl. Opgesloten in zgn hospitalen
    • 1611: eerste instellingen te Parijs
    • 1614: eerste Hôpital général te Lyon
    • vanaf midden 17e E: Compagnie du Saint-Sacrement drijvende kracht achter de beweging
    • armen zouden er worden opgeleid in vroomheid en kregen godsdienstonderricht : in de praktijk was er echter een mensonterend werk- en leefregime
    • in de loop vd 18eE: nieuwe impuls voor de opsluitingsbeweging oiv verder pauperisme en ideeën vd Verlichting: armen moesten ‘menswaardig’ worden behandeld en heropgevoed
      • nieuwe generatie werkhuizen met cellensysteem, scheiding vd gevangenen in categorieën en constante controle
Lees meer...

Juan Luis Vives 1492- 1540

 humanistisch denker uit Brugge, schreef werken over pedagogie, wijsbegeerte, filologie, theologie en rechtsgeschiedenis

 1526: De Subventione Pauperum:

  • lokale besturen hebben de plicht om armenzorg te organiseren en steunfondsen voor liefdadigheid te centraliseren
  • stadsfunctionarissen moesten de armen in categorieën verdelen (vb validen moesten arbeidsdwang krijgen)
  • er moesten scholen opgericht worden voor de kinderen vd armen
  • er dienden speciale belastingen geheven worden voor het onderhoud van de armen

 het werk had een grote invloed in de praktijk, hoewel bepaalde maatregelen al te drastisch werden bevonden en meestal ook geen lang leven beschoren waren omwille van de gebrekkige financiering

Lees meer...

SOCIALE POLARISATIE EN DE STRIJD OM HET BESTAAN: ARMOEDE, BEDELARIJ EN LANDLOPERIJ

 meest omvangrijke groep gemarginaliseerde personen

 Vroegmoderne samenleving was een subsistentiemaatschappij : het bereiken van het levensminimum was het socio-economische doel bij uitstek

  • armen zijn in die zin personen die er niet in slaagden het absolute vitale minimum te bereiken
  • armoede nam in de 2e helft vd 15e E nooit geziene proporties aan

 oorzaken

  • geleidelijke daling vd koopkracht en levensstandaard
    • arbeidsreserve was te groot, lonen minimaal
    • prijsstijgingen
    • crisissen nav misoogsten
    • oorlogscampagnes waarbij de gewassen op het veld werden vernield en de aanvoerwegen geblokkeerd

 koopkracht daalde tot ver onder het levensminimum

  • crisis van het feodale systeem en het ontluiken vh kapitalisme
    • veranderingen in de structuur vh grondbezit
    • grote groepen boeren waren landloos en moesten bedelen om te overleven
    • kleine en middelgrote producenten werden kapotgeconcurreerd door het kapitalistisch systeem en moesten als loonarbeider aan de slag

 plaats van de armen in de maatschappij

  • in middeleeuwse en vroegmoderne standenstaat: hadden armen een duidelijk betekenis: rijken konden zo aan naastenliefde doen en zich van hun zielenheil verzekeren
  • onderscheid goede- slechte armen
    • goede armen: weduwen, zieken, gehandicapten, bewuste asceten uit christelijke overtuiging
    • slechte armen: werkbekwame personen zoals onderbetaalde loonarbeiders of werklozen

 alleen de goede armen konden aanspraak maken op liefdadigheid

  • ommekeer in de houding tov armen nav de exponentiële vermeerdering ervan
    • verloren hun religieus belang
    • maatschappelijke orde leek bedreigd
    • voorwerp van wantrouwen van meer gegoede stadsbewoners en het rechtsapparaat
    • gecriminaliseerd: vagebonden werden gevaarlijke personen en verdacht van diefstal en banditisme

 strenge repressie vd armen vanaf midden 15e E

  • exemplarische straffen moesten afschrikken
  • repressieve maatregelen gecombineerd met hervorming vd liefdadigheid
    • lijsten van goede armen miserabilis personae
    • liefdadigheidsinstellingen onder hoede van lokale autoriteiten
    • gebod om gecentraliseerde kassen (= gemene beurzen of aumône générales) te subsidiëren

- veel weerstand bij de rijken, zij moesten bijdragen aan anonieme organisaties

- symbolische betekenis ging verloren en was dan ook veel minder populair

  • echter ook lang nog volkse solidariteit met allerlei marginalen en specifiek vagebonden

 mensen beseften door de crisissen dat hun eigen positie ook erg kwetsbaar was

Lees meer...

MARGINALITEIT – EEN DEFINITIE

 marginalen zijn

  • personen die gedwongen worden of zichzelf situeren in de marges vd samenleving
  • personen die niet (kunnen) deelnemen aan productieprocessen en die de heersende gedragsnormen niet (kunnen) volgen

 in de praktijk gaat marginalisering vaak vooraf of gepaard met criminalisering, wat de marginaliteit op zijn beurt versterkt

 marginaliteit (vb armoede en een bedelend bestaan) kan zich ook voordoen tijdens bepaalde fasen van de levenscyclus, of optreden (of verdwijnen) bij onverwachte economische of politieke omwentelingen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen