Menu

Fysieke kenkmerken

Fysieke kenmerken vertellen ons ook iets over een persoon:

  • Lichaamsbouw:

Bepaald type gelijkgesteld aan bepaalde persoonlijkheidskenmerken:

  • Endomorf:
    • Klein, rond en dik
    • Genereus, gevoelig
  • Mesomorf:
    • Gemiddelde grootte, gespierd en atletisch
    • Ambitieus, energiek, competitief, enthousiast
  • Ectomorf:
    • Groot, mager en schril
    • Nauwgezet, vreemd, gevoelig, serieus
    • Verschillen zijn niet absoluut – tussencategoriën
    • Alle variaties in somatype uitdrukken met schaal

Figuur 29

  • Grootte:
    • Groot:
      • Voordeel voor mannen
      • Vallen beter in smaak bij vrouwen, sneller job, sneller promotie
      • Ideale man: groot, gespierd

Ideale vrouw: slank

  • Kleding:
    • Comfort en bescherming (tegen wind,koude,hitte)
    • Lichaamsdelen bedekken die als taboe worden beschouwd binnen een cultuur
    • Anderen vertellen wie we zijn en wat onze plaats is binnen verschillende hiërarchiën
    • Belangrijke basis voor eerste indrukken:
      • Geloofwaardig: donker kostuum en wit hemd/mantelpakje
      • Kleding aanpassen aan situatie: mensen reageren beter op mensen met dezelfde kledingstijl
Lees meer...

Chronemics

Chronemics:‘tijd’ kan ook communiceren

Literatuur: tijdsoriëntaties:

  • Psychologische tijdoriëntatie:
    • Mensen verschillen qua tijdsfocus:

Bv: Sommigen gericht op toekomst, anderen op verleden

  • Biologische tijdoriëntatie:
    • ‘biologische klok’

Bv: problemen die we ervaren bij uurveranderingen

  • Culturele tijdsoriëntatie:
    • Monochromatische culturen: nadruk op 1 ding tegelijk, stiptheid, afspraken

Bv: Amerika – West-Europa

  • Polychromatische culturen: nadruk op meerdere dingen tegelijk, niet-bindende tijdsafspraken
  • Verschillen in tijdsoriëntatie kunnen communicatie bemoeilijken
    (Amerikanen vs: Aziaten)

Tijd communiceert allerlei dingen – tijdgebruik:

  • Helpt bij regulering, beurtwisseling

Pauzeren = anderen uitnodigen om te reageren

  • Helpt bij uitdrukking van intimiteit:

In intieme relaties elkaar in ogen kijken, meer tijd nemen om dingen met elkaar te doen

  • Helpt bij het uitdrukken van gevoelens:

Negatieve emoties gaan gepaard met minder lange blikken en langere, onaangename pauzes

  • Helpt bij oproepen van emoties:

Vreemde die te laat komt vindt je een teken van geen respect tonen

  • Is een indicatie van status van personen:
    • Insel en Lindgren: ‘iemand laten wachten’ is een teken van dominantie (eigen tijd is belangrijker dan tijd van de persoon die men laat wachten)
    • Machtigen mogen in conversaties meer spreken en langer aan het woord zijn
    • Machtigen worden minder onderbroken

‘tijd’ is niet enkel belangrijk in face-to-face communicatie:

  • Sms-taal: tijdsaanduiding van de sms heeft invloed op hoe de boodschap geïnterpreteerd wordt. (’s nachts wordt als veel persoonlijker ervaren)
Lees meer...

Haptics

Haptics:

  • Aanrakingsgedrag (binnendringen van de persoonlijke ruimte en het lichaamterritorium)
  • Sterk cultureel bepaald: alle culturen reguleren hoe en in welke maten leden elkaar aanraken
    • Onze cultuur:
      • vrij restrictief, bestraffend qua aanrakingsgedrag
      • Affectieve contacten met mensen buiten familie worden afgeraden
      • Ook strikte normen voor aanrakingsgedrag binnen de familie

Aanraking verraadt verschillende dingen:

  • Hoe we denken over anderen, hoe we relatie zien
  • Communiceert machtsrelaties tussen mensen (hoogste status zal initiatief nemen om aan te raken)

Figuur 28

Lees meer...

Proxemics: territorialiteit en ruimtegebruik

Soorten territoria en inbreuken op territoria

Mensen bezetten verschillende soorten territoria:

  • Publieke territoria:
    • Territoria die we delen met anderen
    • Worden vaak in de gaten gehouden (bv: politie)
    • Er gelden bepaalde regels

Bv: park, shoppingcentrum

  • Thuisterritoria:
    • Gebieden die eigendom zijn van en gecontroleerd worden door individuen
    • Grotere vrijheid om te bepalen wat men doet
    • Men heeft nood aan zo’n persoonlijke plek

Bv: clubhuis in huis

  • Interactieterritoria:
    • Sociaal gemarkeerd

Bv: groepen mensen op een feestje; mensen verwikkeld in een conversatie nemen interactioneel territorium in

  • Lichaamsterritoria:
    • Meest private
    • Rechten om aan andere lichamen te komen of ze te bekijken zijn beperkt

Territoria schenden:

  • Contaminatie:
    • Territorium wordt vervuild of onaanvaardbaar gemaakt
    • Moet worden schoongemaakt eer het weer gebruikt kan worden

Bv: thuisterritorium bevuilen door vandalisme, graffiti

  • Overtreding:
    • Oneigenlijk gebruik van het territorium

Bv: een dakloze slaapt in een station

  • Invasie:
    • Meest serieuze vorm
    • Mensen die geen recht hebben op het territorium nemen het territorium in

Bv: motorbende die een park inneemt

Ruimtegebruik: zit- en kantoorindeling

Manier waarop we thuis- en publieke territoria indelen, beïnvloedt onze levens.

Ruimtelijke indeling heeft effect op de hoeveelheid en aard van de interacties.

Actiezone in een aula (driehoekig gebied, breed vooraan en smaller achteraan)

Manier plaatsing van meubels

Bv: plaatsing werktafels: barrière of niet – relatie die docenten met hun leerlingen willen aangaan (grote/kleine afstand) – effect op interactie die er plaatsvindt (hoe comfortabel de studenten zich zullen voelen)

Figuur 24

Figuur 25

Persoonlijke ruimte

Persoonlijke ruimte is soort van draagbaar territorium (soort luchtbel).

Als anderen dichtbij komen, verplaatsen zodat we ons weer op ons gemak voelen.

Toenadering zoeken als anderen te ver staan.

  • Mensen variëren betreft persoonlijke ruimte

Zelfde ruimtenormen: weinig moeite om met elkaar te interageren

Verschillende ruimtenormen: moeite met coördinatie van hun noden

Invloed op persoonlijke ruimte:

  • Liking: mensen die elkaar graag hebben, gaan dichter bij elkaar staan
  • Status: mensen met meer status krijgen meer ruimte van anderen
  • Gender: mannen hebben grotere persoonlijke ruimte dan vrouwen

  • Aard van de interactie (grotere afstand bij gesprek met prof dan met vrienden)

Hall (1966): 4 soorten interactiezones (Amerika):

  • Intieme zones (0 – 45cm):
    • Zeer persoonlijke conversaties
    • Persoonlijke afstand (45-120 cm):
      • Gewone, vriendelijke interacties
      • Sociale afstand (120 – 350 cm):
        • Onpersoonlijke, zakelijke interacties
        • Publieke afstand (350 cm en meer):
          • Publieke communicatie

bv: lessen, als we geen interactie willen aangaan

Crowding:

  • Wanneer onze behoefte aan persoonlijke ruimte wordt geschonden
  • Geeft aanleiding tot staat van opwinding en angst
  • Afname van cognitief functioneren
  • Toename verbaal en fysiek talent
  • Oogcontact en verbale interactie vermijden – lichaamsdelen of objecten gebruiken als barrière (Typisch voor alle situaties waarin mensen zich op één of andere manier bedreigd voelen – veiliger voelen)
  • Typisch voor alle situaties waarin mensen zich op één of andere manier bedreigd voelen. (veiliger

Figuur 26

Mensen willen tegenover vreemden een zekere afstand bewaren:

Bv: bij gebruik publieke urinoirs, zo ver mogelijk van anderen staan.

Bv: opstappen bij bus of trein (zigzagpatroon)

Mensen vinden het niet plezierig om te dicht bij anderen te staan:

Bv: politieverhoorstrategiën

Figuur 27

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen