Beperkingen in het geheugen kunnen ook het resultaat zijn van diffuse hersenbeschadiging, denk hierbij aan hersenontstekingen, de ziekte van Alzheimer en het syndroom van Korsakov. Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Herpes Simplex Encephalitis
Antonio Damasio en zijn collega’s beschreven een aantal diffuse hersenbeschadiging-gevallen met betrekking tot encephalitis (hersenontsteking); een patiënt daarvan was Boswell die vrij uitvoerig besproken wordt. Net als patiënten die hersenbeschadiging hebben aan hun temporale kwab, lijdt Boswell aan anterograde amnesie terwijl zijn intelligentie en taalvaardigheden normaal zijn en hij normaal presteert op impliciete-geheugen taken. Boswell verschilt echter in de zin dat zijn retrograde amnesie veel ernstiger is dan die van patiënten die hersenbeschadiging hebben aan hun temporale kwab. Zo is hij helemaal niet in staat om informatie op te halen over zijn levensgeschiedenis. De schade aan de mediale temporale cortex verklaart waarschijnlijk zijn anterograde amnesie, terwijl additionele schade aan de laterale temporal cortex, de insula en de mediale frontale cortex waarschijnlijk bijdraagt aan zijn retrograde amnesie. Volgens Damasio is de insula vooral betrokken bij de retrograde amnesie van patiënten met herpes simplex encephalitis.
Alzheimer’s Disease
De ziekte van Alzheimer wordt in het begin gekenmerkt door anterograde amnesie en later met retrograde amnesie. In het begin wordt de mediale temporale cortex aangetast en in een later stadium worden ook andere corticale gebieden aangetast. Ook hier wordt schade aan de mediale temporale cortex geassocieerd met anterograde amnesie en schade aan andere corticale gebieden die geassocieerd zijn met de temporale en frontale kwab zijn gerelateerd aan retrograde amnesie. Vooral het expliciete geheugen wordt aangetast, hoewel uiteindelijk ook het impliciete geheugen aangetast wordt.
Korsakoff’s Syndroom
Lange-termijn alcoholisme, vooral in combinatie met malnutritie of wanvoeding, resulteert in beperkingen in het geheugen. Patiënten met het syndroom van Korsakov zijn uitvoerig onderzocht, vooral omdat deze veelvoorkomend zijn vergeleken met andere vormen van globale amnesie. Het syndroom van Korsakov wordt gekenmerkt door zes symptomen:
(1) anterograde amnesie;
(2) retrograde amnesie;
(3) confabulatie; het verzinnen van feiten of gebeurtenissen om gaten in het geheugen op te vullen;
(4) de magere inhoud tijdens conversatie;
(5) gebrek aan inzicht;
(6) apathie; de patiënten verliezen snel interesse in dingen en verschijnen over het algemeen onverschillig op veranderingen
Met name het hierdoor optredende thiamine (vitamine B)-gebrek is verantwoordelijk voor het ontstaan van deze symptomen en schade in de mediale thalamus veroorzaken.
Ascending systems die cruciaal zijn voor het expliciete geheugen
De hersenstam is de bron van tenminste drie non-specifieke systemen oplopend naar de voorhersenen -cholinerge, serotonerge en noradrenerge systemen- waarvan van elk systeem verondersteld wordt dat dit betrokken is bij het geheugen. Zo wordt er verondersteld dat het verlies van cholinerge cellen gerelateerd is aan, zelfs verantwoordelijk is, voor amnesie bij patiënten met de ziekte van Alzheimer.
Neurale substraten van het impliciete geheugen
Ook voor het impliciete geheugen wordt een hersencircuit gesuggereerd. De neurale substraten die in dit neurale circuit centraal staan zijn de neocortex en de basale ganglia (de nucleus caudatus en het putamen). De basale ganglia ontvangt projecties van alle gebieden van de neocortex en stuurt deze projecties door naar de globus pallidus en de ventrale thalamus naar de premotorische cortex.
De basale ganglia ontvangt ook projecties van de cellen van de substantia nigra. De motorische cortex deelt ook connecties met het cerebellum en op zijn beurt draagt het ook bij aan het impliciete geheugen.
De basale ganglia
In een onderzoek van patiënten met de ziekte van Huntington, vertoonden de patiënten beperkingen tijdens de motorische taak in figuur 18.4. Terwijl de prestaties op verbaleherkenningstaken ongehinderd bleef.
De motorische cortex
Pursuit-Rotor taak (zie figuur rechts) Deze taak komt overeen met de motorische taak in figuur 18.6. Onderzoekers vonden dat de prestatie van deze motorische taak gerelateerd is aan een toename in bloedtoevoer in de motorische cortex, basale ganglia en het cerebellum. Acquisitie van deze vaardigheid is geassocieerd met een subset van deze structuren, inclusief de premotorische cortex, de secundaire motorische cortex en de pulvinaire nucleus van de thalamus.
Met andere woorden, het proces van het werven van
impliciete kennis vereist een reorganisatie van de motorische cortex die niet vereist is voor expliciete geheugen taken.