Menu

Hoofdstuk 16. Stemmingsstoornissen en schizofrenie.

Hoofdgedachtes:

- Stemmingsstoornissen en schizofrenie hangen af van biologische- en omgevingsinvloeden.

- Allerlei medicijnen tegen depressiviteit en schizofrenie veranderen de transmissie van verschillende types synapsen. De effectiviteit van medicijnen doet vermoeden dat de afwijking gedeeltelijk veroorzaakt wordt door beïnvloeding van speciale neurotransmitters.

- Een aantal niet pharmaceutische, biologische behandelingen, inclusief electroconvulsieve shock (brengt veranderingen in het slaappatroon), blootstelling aan helder licht en lithiumzout zijn ook effectief tegen bepaalde soorten stoornissen.

- Schozofrenie is misschien het resultaat van genetische of andere problemen die vroeg in de ontwikkeling schade hebben veroorzaakt. Wanneer we een neurologische basis vinden voor een psychiatrische ziekte aarzelen we om het nog een mentale stoornis te noemen. Maar psychotherapie kan de patiënt helpen.

Angsten, obsesieve-compulsieve disorder, slaapstoornissen, gewelddadig gedrag en veel andere psychische stoornissen hebben biologische aspecten. Psychotherapeuten hebben geleerd om psychotherapie te combineren met biologische therapie.

Lees meer...

M.J. Perlow

(e.a) injecteerden 6-OHDA in ratten. Dit veroorzaakte laesies in de substantia nigra in 1 hemisfeer.

De substantia nigra is het deel van de hersenen dat degenereert bij de ziekte van Parkinson. De ratten ontwikkelden bewegingsafwijkingen aan 1 kant van het lichaam. Daarna transpanteerden ze een substantia nigra van een foetus. In 29 van de 30 gevallen maakte het transplantaat synapses in wisselende aantallen. Na 4 weken vertoonden de ratten weer veel van hun normale gedrag.

Transplantatie moet nog verder ontwikkeld worden voordat het bij mensen kan worden toegepast.

Toch worden er al experimenten gedaan bij mensen die niets meer te verliezen hebben. Het transplantaat was weefsel van de eigen bijnier. Hoewel dit weefsel geen neuronen bevat produceert het dopamine, de ontbrekende neurotransmitter bij Parkinsonpatiënten. Helaas produceerde dit transplantaat te weinig om nut te hebben.

Transplantaten van foetussen. De resultaten waren slecht tot matig en brachten nog geen genezing. Een andere manier om aan weefsel te komen is weefselkweek en dit weefsel genetisch zo te wijzigen dat het grote hoeveelheden L-dopa produceert en het dan te implanteren. Het nadeel is, dat dit weefsel vaak tumoren veroorzaakt.

Transplantatie van de substantia nigra van foetussen van varkens in menselijke hersenen bij Parkinsonpatiënten blijkt te kunnen; bij een patiënt die na 7 maanden overleed bleek dat een flink aantal neuronen nog leefde en synapses had gemaakt met menselijke neuronen.

Na transplantatie overleven veel patienten het niet, maar voordat ze sterven treedt er wel vaak gedragsherstel op. Het getransplanteerde weefsel scheidt vaak trophic factors af die axonen en dendrieten tot groei stimuleren in het omgevende gebied van het eigen brein van de receptant.

Verder onderzoek heeft uitgewezen, dat injecties met neurotrophinen nut hebben voor ratten en apen met hersenletsel, doordat ze groei van axonen en dendrieten stimuleren. Maar omdat neurotrophinen niet via de bloedbaan vervoerd kunnen worden moeten ze chirurgisch toegediend worden. Misschien ontwikkelen wetenschappers nog eens medicijnen die via de bloedbaan gaan en dezelfde effecten hebben als de neurotrophinen.

Lees meer...

Hersentransplantaties

Transplantaties van het hersenweefsel blijken beperkte afstotingsproblemen op te leveren. Het

immuunsysteem is in de hersenen minder actief dan elders.

Getransplanteerd hersenweefsel groeit alleen wanneer het afkomstig is van een foetus.

Lees meer...

Medicijnen

Voor veel medicijnen zijn alleen nog maar dierproeven gedaan;

Nimodipine: voorkomt dat er calcium in de cellen komt, verbetert geheugen voor visuele leertaken bij ratten met visuele-cortex laesies.

Calsiumblockers hadden voor de hersenbeschadiging niet veel nut, vermoedelijk waren ze preventief tegen te veel calcium in de neuronen.

Na de beschadiging worden ze van belang, waarschijnlijk doordat ze de cellulaire funktie verbeteren. Calciumblockers kunnen het leren en het geheugen verbeteren doordat ze overbodige stimulering van het

NMDA-type glutamate synapses voorkomen.

Gangliosiden kunnen misschien sprouting bevorderen en zo het herstellingsproces verbeteren. Het feit dat ze zich hechten aan neuronale membranen suggereert dat ze bijdragen aan herkenning van het ene neuron van het andere in een vroeg stadium van ontwikkeling, zodat ze axonen de goede weg wijzen om synapses te Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal 30 vormen. Er is nog niet veel exact bekend over de werking van medicijnen.

Lees meer...

Thomas LeVere

(1975) veronderstelde dat een laesie soms niet de herinnering zelf, maar het vermogen om hem te vinden beschadigt. Wanneer iemand de vaardigheid weer verwerft komt de oorspronkelijke herinnering ook weer boven. (reaccessing).

Reaccessing is dan ook de taak van therapeuten. Een patiënt is geneigd vervangende vaardigheden te gebruiken. Bij therapie moet hem geleerd worden zich te concentreren op de beschadigde functie.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen