Menu

Modernisme| Algemene inleiding

  • Industrialisering krijgt een nieuwe impuls aan het begin van de twintigste eeuw. Nieuwe technische toepassingen, massaproductie, vooruitgang medische wereld.
  • Twintigste eeuw ook politieke spanningen die tot Eerste Wereldoorlog leiden, technische vooruitgang grote nadelige gevolgen. Na oorlog sfeer van ontgoocheling die zich als bitterheid of frivoliteit/roekeloosheid uit.
  • Dadabeweging → kritiek op de traditionele samenleving
  • De Stijl, het constructivisme, Bauhaus → zijn de tijd veel positiever in, einde oorlog is begin nieuwe betere periode.
  • Modernisme = verschillende stromingen aan het begin van de 20ste eeuw die zich afzetten tegen de klassieke en traditionele kunst en tradities.
  • Kunst niet meer in opdracht, maar moet wel verkocht worden voor het levensonderhoud van de kunstenaar. Eerste galeries die kunstwerken verkopen.

Lees meer...

Symbolisme 1885 – 1900 | Inleiding

  • Eind 19de eeuw een aantal Franse dichters en schrijvers verzet zich tegen de overheersende filosofische stromingen, die het verstand boven het gevoel stellen.

  • Deze mensen zijn ervan overtuigd dat er achter het uiterlijk een diepere, mystieke werkelijkheid schuilgaat.
  • Symbolisme als eerst geïntroduceerd door Jean Moréas in 1886
  • De symbolisten willen door middel van symbolen de diepere betekenis van de zichtbare dingen duidelijk maken. Hun werk is een reactie op het impressionisme dat te oppervlakkig en te veel op de visuele waarneming gericht is.
  • Inspiratie: Literaire verhalen, poëzie, mystieke overleveringen,dromen, visioenen, gevoelens en Japanse prentkunst (de egale leurvlakken, nadrukkelijke contouren, ontbreken van schaduwen en aandacht oor het decoratieve element).
Lees meer...

The Rhetoric of Positivism Versus Interpretivism: A Personal View

Ontology

Positivism: Reality is separate from individual who observes it. Positivistic ontology is considereddualistic in nature.
Interpretivism: reality and individual who observes it cannot be separated.
Author: even if the differences were true, they both strive the same goals.

Epistemology

Positivism: try to build knowledge that existst beyond the human mind.
Interpretivism: recognize that the knowledge they build reflects their particular goals, culture, experience, history etc. knowledge is built through social construction of the world. Research object
Positivism: believe that objects they research have qualities that exist independent of the researcher. Interpretivism: believe that qualities they ascribe to objects they research are socially constucted - >products of their life-worlds.
Author: both positivists and interpretivists understand that the research processess they use, and the objects they research are inextricably related.

Research method

Positivism: tend to use laboratory experiments, field experiments and surveys. They seek large amounts of empirical data that they can analyze statistically to detect underlying regularities. Interpretivism: tend to use case studies, ethnographic studies, phenomenographic studies andethnomethodological studies.

Truth

Positivism: believe that a statement made by a researcher is true when it has a one-to-one mapping to the reality that exists beyond human mind.
Interpretivism: truth whereby researcher’s initial interpretation of some phenomenon conforms to the meaning given to the phenomenon thru the researcher’s lived experience of it. (als de onderzoeker zijn eerste interpretatie van een verschijnsel overeenkomt met de betekenis gegeven aan dit verschijnsel door de onderzoeker zijn werkelijke beleving ervan. Validity
Positivism: strive to collect date that are true measures of reality.
Interpretivism: Are concerned that their claims about knowledge they have acquired via their research are defensible.

Reliability

Positivism: Results are reliable if results can be reproduced.
Interpretivism: Reliable if researchers recognize and address implications of their subjectivity (interpretive awareness)

Real differences between pos. & int.

  • choice of research methods

Why does rhetoric exist?

  • differences are shallow rather than deep.


Conclusions

Verschillen tussen benaderingen zo erg benadrukken promoot volgens de schrijver vooroordelen over de benaderingen.

  • Ookal zijn de verschillen waar, ze hebben volgens de schrijver weinig invloed op de kwaliteit van onderzoeken.
  • We moeten de verschillen begrijpen, maar het moet ons niet scheiden.
  • Nieuwe retoriek ontwikkelen

Lees meer...

Tannen

Different gender styles of comcation:

  • Giving feedback
  • Apologies ( Men often avoid apologies )
  • getting credit (choice of pronoun) ( women give more credit to others than men)
  • confidence and boasting (women are disadvantaged -> women are more likely to downsize their certainty and men are more likely to minimize their doubts.)
  • asking questions (men are more hesitant to ask questions than women. They realize it puts them in a place of dependency. )
  • Compliments (especially women)
  • ritual opposition ( a ritual common among men that women often take literally)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen