Een bezwaar tegen Darwins evolutietheorie vormt het feit dat er weinig fossielen zijn gevonden van missing links: dieren die de overgang vormen tussen de belangrijkste groepen van de gewervelde dieren. 1861: werd een fossiel gevonden dat zowel reptiel als vogelkenmerken heeft.

• Op de eilanden waren verschillende leefomstandigheden. Een diersoort had dus variatie binnen zijn eigen soort. Hij merkte op dat er meer nakomelingen geboren werden maar de populatie min of meer gelijk bleef -> ‘struggle for life’: als er meer nakomelingen zijn dan dat er voedsel is komt er een gevecht om in leven te blijven -> de individuen die het beste aan de omgeving zijn aangepast overwinnen dit: ‘Survival of the fittest’.
  
  
• Door deze natuurlijke selectie zal een soort die zich goed aanpast voor een steeds groter deel de populatie vormen en kan het ‘oude’ soort helemaal verdwijnen -> evolutie.
  
  
• Darwins evolutietheorie: 1. Binnen populaties van een bepaalde soort vertonen de individuen verschillen (natuurlijke variatie). 2. Er worden meer nakomelingen geboren dan voor louter vervanging van de ouders nodig zijn. 3. Doorgaans blijft een populatie min of meer constant van grootte.
  
  
• 1859: Darwin schreef een boek over zijn theorie.