Menu

Laatmiddeleeuwse literatuur (13e - 15e eeuw)

A. Cultuurhistorische context

Overlapt met Renaissance: reeds in 14e - 15e eeuw in Italië.

Politieke situatie

  • verbrokkeling Duitse rijk
  • einde kruistochten: einde christenen in Midden-Oosten
  • conflicten Franse kroon - Engelse leengebieden
  • Bourgondië wordt belangrijke macht in 14e - 15e eeuw
  • Autonome stadsstaten in Italië

Socio-culturele context

- christelijke religie als fundament van de eenheidscultuur: vb bij uitstek: Dante

* bloei scholastiek in 13e eeuw (A. Magnus en T. van Aquino)

* streven naar eenheidsleer op alle gebieden (geloof, wetenschap,…)

* gotiek: synthese van wetenschappelijke, morele en religieuze leven

- druk op feodale samenlevingsstructuur

* barsten in christelijke cultuur door boerenopstanden en interne strijd bij clerus, maar blijft wel sterk bindmiddel

* burgerij: bevat nog altijd sterke christelijke elementen en ordent alles volgens de christelijke levenswijze

Veranderende smaakpatronen: volkstaal en lage thema's

Wijst op het nieuwe dat in aantocht is, door de opkomst van de burgerij

- vermenging hoge en lage stijl: Dante

* hoog: verheven religieuze gevoelens, lyrische bevliegingen

* laag: allegorische taferelen, komische effecten, politieke satire, persoonlijke gevoelens.

B. Dante als exponent van de middeleeuwse eenheidscultuur

Biografische gegevens

Italië was toen zeer belangrijk

  • komt uit kleine landadel, studeert in Bologna (→troubadourlyriek: frisse wind, zoete stijl)
  • is doordrongen van politiek: verwerkt overtuigingen in literaire werk (belangrijk in Divina Comedia)

La vita nuova (1292)

  • Voornaamste thematiek: de hoofse liefdeslyriek, met centraal de religieuze component
  • Geeft tussen de gedichten commentaar in prozavorm en dicteert hoe men de gedichten moet lezen
  • Gebruik van christelijke schema's
  • Beatrice wordt heilige: allegorie van religieus model: vb Beatrice is de tussenfiguur tussen hem en de perfectie van de hemel

Didactische werken

Vb De Vulgari Eloquentia (1304): over taal

La Divina Commedia (1315 ev.)

Was oorspronkelijk 'La Commedia': Divina toegevoegd door: - zoektocht naar de goden

- Dante = goddelijk

- Betekenis

Het verzoenen van de kennis van de ME (wetenschap, moraal en religie) in een fictionele constructie.

Het is ook een persoonlijk existentieel werk dat het begin van de ME aankondigt.

  • Existentieel element: de dichter, in het midden van zijn leven verdwaalt in een donker woud omdat hij de rechte weg niet volgt (christendom). De dichter verkeert in een identiteitscrisis (midlifecrisis). Hij wordt geconfronteerd met de menselijke driften in de vorm van 3 dierenfiguren.
  • De dichter wil zijn identiteit hervinden (door een spirituele reis) en volgt daarbij de christelijke heilsleer: eschatologie (leer van het ultieme, mens op weg naar God).
    Hij daalt af in de hel (zonde), wordt gelouterd in het vagevuur (boetelingen) en komt tot volmaaktheid in de hemel (heiligen).

Het is een eschatologisch reisverhaal (leer van de laatste dingen: laatste oordeel, dood, lot), en een spirituele zoektocht.

Het is ook een didactisch essay met veel informatie (ethisch-politiek, theologisch, wetenschappelijk)

  • Bevat veel politieke boodschappen: vb de verhouding Kerk - staat.
  • Theologische kennis: volmaaktheid van de goddelijke orde
  • Wetenschappelijke kennis: structuur werk gebaseerd op toenmalige kennis (9 concentrische cirkels, …)
  • Kennis uit ME esthetica: 4 niveaus: letterlijk, ethisch, anagogisch, allegorisch.

- Structuur en stijl

Uitgangspunt: ME getallensymboliek

  • 3 hoofddelen: zonde (inferno), loutering (purgatorio), gelukzaligheid (paradisio)
  • 100 canti: een inleidingszang en 99 canti (3 cantica's van 33 canti)
  • 9 spiraalvormig neergaande cirkels voor de hel, 9 terrassen van de louteringsberg voor het vagevuur, 9 concentrische cirkels voor het Paradijs.
  • Het getal 3 in het stijlprocédé: terza rima aaneensluiting van 3 terzines (aba bcb cdc)

- Hoofdlijnen

  • Proloog
  • Inferno: - Vergilius als gids (= heiden, heeft geen kennis over de hemel)
    - Trechtervormige afgrond, 9 spiraalvormige kringen:
    Anti-inferno (luiaards en neutrale engelen)
    Acheron (rivier)
    1e kring: Limbus/Voorgeborchte (heidenen: milde straffen)

2e kring: wellustigen/onkuisheid } Duistenis
3e kring: gulzigaards/vraatzuchtigen (worden opgevreten)
4e kring: verkwisters/gierigaards
Moeras van de Styx
5e kring: driftigen/lustelozen ↑
stadsmuur van Dis: scheiding tss zonden uit zwakte (aangeboren) en uit boosheid

6e kring: ketters ↓
7e kring: geweldplegers/zelfmoordenaars (3 groepen) } Vuur
8e kring: bedriegers (10 groepen)
9e kring: verraders/Lucifer } Eeuwige koude

→ vanaf 6e kring: sociale, politieke zonden

  • Purgatorio: - Vergilius als gids
    - 7 terrassen van de louteringsberg (7 hoofdzonden)
    1: hoogmoedigen
    2: afgunstigen
    3: toornigen
    4: traagheid
    5: hebzuchtigen
    6: vraatzuchtigen
    7: wellustigen
    - Aankomst in het Aards Paradijs
    - Processie kerkvaders: allegorie van de kerkgeschiedenis
    - Ontmoeting met Beatrice: bemiddelt tussen het aardse en het hemelse

  • Paradisio: - Van het Aards Paradijs naar het Hemels Paradijs met Beatrice en Bernardus als gids
    - 9 cirkels van de hemel (gids = Beatrice)
    7 hemellichamen: Maan (lagere volmaakten), Mercurius, Venus, Zon (wijsgeren), Mars, Jupiter, Saturnus (hoofddeugden)
    Hemel van vaste sterren (gelukzaligen, apostels) ↓ toename
    Kristallijnen hemel of primum mobile (Heilige Maagd) lichtintensiteit
    - Empyreum: rijk van God (gids = Bernardus van Clairvaux)

- Evaluatie

  • Culminatiepunt van de ME eenheidscultuur: het is een encyclopedische synthese van moraal, wetenschap, politiek en religie
  • Geïndividualiseerde aanpak: kondigt Renaissance aan: nadruk op het existentiële → vernieuwend element van de Renaissance, universeel aanwezig in dit werk
  • Erkenning waarde volkstaal, vermengt hoge en lage stijlregisters (komische effecten: vb omkeringen in de hel: vraatzuchtigen worden opgegeten,…)

C. Herfsttij der ME

Grens ME en Renaissance

- Italië: periode na Dante (trecento) → Renaissance

Noordelijke gebieden → pas in 16e eeuw: herfsttij de ME (Huizinga)

- Exponenten van Italiaanse Renaissance in Noordelijke gebieden: waargenomen vanuit een ME referentiekader

- Vb overgang Late ME - Renaissance: F. Villon

François Villon (1431 - ca. 1463)

- Geen vormvernieuwer: gebruik ME balladevorm

- Is modern dichter door belijdenislyriek (= ex-misdadiger)

- Stijl: lyriek: maatschappijkritisch en non-conformistisch (cf. 20e-eeuwse chansonniers)

→ jongleurlyriek

Novelle als burgerlijk-stedelijk genre

  • Begin: Italiaanse handelslui
  • Novella= nieuwtje: Sacchetti: mensen willen nieuwe dingen horen
  • Directe band tussen verhaalstof, verteller en publiek: het zijn de burgers die het willen horen en soms zelf figureren in de verhalen, en het zijn burgers die het vertellen.
  • Alledaagse omgangstaal voor alledaagse gebeurtenissen

- Giovanni Boccaccio (1313 - 1374) → 'uitvinder' van de novelle

  • Biografisch: reist veel, bastaardzoon van rijke koopman, contact met Petrarca
  • Il Decamerone (ca. 1349-1353): aardse tegenhanger Divina Commedia, raamvertelling
  • Thematiek: overgenomen van boerden en fabliaux (burgerlijk realisme)

- Verheerlijking aardse liefde

- Maatschappijkritiek

- Geoffrey Chaucer (ca. 1340-1400)

  • Van bescheiden afkomst
  • The Canterbury Tales (ca. 1387): raamvertelling, voor iedereen (personages uit alle lagen van de bevolking), alledaagse spreektaal, humor
Lees meer...

Hoogmiddeleeuwse literatuur (11e - 13e eeuw)

A. Cultuurhistorische context

Algemene schets

  • economische heropleving
  • feodale sociale structuur: nieuwe sociale groep: burgerij (marginale cultuur naast eenheidscultuur)
  • bloei middeleeuwse eenheidscultuur
  • literatuur vooral in teken van gedragscode van clerus en vooral aristocratie

Bloei aristocratische cultuur (!)

Verfijning door: - politieke gebeurtenissen

- economische heropbloei

- kruistochten (verfijnde Ottomaanse cultuur: vb. vork)

Afwijkende cultuur: hoofsheid: om aan te tonen dat ze anders zijn

Þ men is of hoofs, of boers

B. Aristocratische literatuur

Grote invloed

Kenmerken

  • betekenis: vorstelijk hof centraal; voor, over en meestal door aristocratie geschreven; hoofse liefdesideaal (Arabieren, Antieke Cultuur, spel van jongere zonen) Þ onderscheidt onze cultuur van alle andere ter wereld.
  • overdrachtsvorm: troubadours (onderdanigheid voor de liefde): reizen van hof naar hof, maar meestal vaste beschermheer; betaalde uitvoerder is jongleur (zwervend bestaan); uit alle sociale klassen, ook vrouwen; vb Bernard de Ventadour
  • thematisch: trouw, bescherming van de zwakkere, hoofse liefdesideaal

→ 3 componenten:

* religieus: vrouw=heilige, liefde voor vrouw=liefde voor God

* politiek: eerbetoon aan vrouw=symbool voor trouw aan heer (steekspel)

* affectief: emoties die geen kans krijgen, beleefd in culturele sfeer

Alledaagse praktijk: vrouw heeft nog steeds ondergeschikte positie

Hoofse ridderroman

  • thematiek: avontuurlijke heldendaden (dolende ridder), beproevingen die held moet doorstaan, aristocratische identiteit bevestigen, 3 vormen: klassieke, Britse en Oosterse ridderroman
  • Klassieke ridderroman: helden uit Klassieke Oudheid; vb "Roman d'Aeneas", Hendrik van Veldeke
  • Britse ridderroman: helden uit Britse cultuur (Arthurromans); vb: Chrétien de Troyes ('uitvinder' dolende ridder)
  • Oosterse ridderroman: culturele invloed uit Midden-Oosten (kruistochten); vb: Floire et Blancheflor

Dierenverhalen

Inspiratie uit fabels; ironische kijk op hof; ondersteunt feodaliteit; vb: Roman de Renart.

C. Burgerlijke literatuur

Vagantenlyriek

  • enkel Carmina Burana
  • marginale kunstenaars, aan lager wal geraakte intellectuelen, grote culturele bagage (Latijn)
  • drink- en dansliederen, hekeldichten, klaagliederen,…

Burgerlijk kortproza

Satire op clerus en burgerij (grof en boertig)

Lees meer...

Vroegmiddeleeuwse literatuur (5e - 10e eeuw)

A. Cultuurhistorische context

Periode van verval

5e eeuw: culturele en literaire leven: diepe inzinking

Karolingische Renaissance (9e eeuw): heropbloei

B. Oudgermaanse literatuur (700 - 1250)

Kenmerken v.d. oudgermaanse verhaalcultuur

- weinig en onbetrouwbare werken

- overdrachtsvorm: militaire dichters (skopen, skalden)

- stilistische: eenvoudig, functioneel rijm (militairen), later verfijnder; grote lijnen zijn zelfde

- thematisch: heldenverhalen met vast narratief schema (orde→breuk→gevecht→orde); nadruk op kwaliteiten held; legitimatie gezag vorst; christelijke elementen (soms held=messias); vele verhaallijnen (subplots)

Schriftelijke documenten

Vb. Beowulf-epos

C. Karolingische Renaissance

Religieus aangepast (eenheidscultuur)

Cultuurpolitiek ten tijde van Karel de Grote

- antieke cultuurideaal (Latijn)

- christelijke levensbeschouwing

- driedeling: clerus, aristocratie, boeren (+kinderen en vrouwen)

Literatuur v.d. Karolingische Renaissance

'Chansons de geste': - centrale figuren: Karel de Grote en omgeving

- ruwe, moorddadige ridders

- vb. Chanson de Roland

Kenmerken chansons de geste

- overdrachtsvorm: gezongen door jongleurs (beroepsdichters)

- thematisch: lofliederen; christelijke inslag; ideologische functie (benadrukken hiërarchie)

Lees meer...

Literatuur in de Middeleeuwen (5e - 15e eeuw)

A. Periodisering

Afbakening

- vroege middeleeuwen (476 - 1000)

- hoge middeleeuwen (1000 - midden 13e eeuw)

- late middeleeuwen (eind 13e eeuw - 15e eeuw)

Evoluties

– vroege middeleeuwen

  • eerste bloeiperiode na val (West-) Romeinse rijk
  • nieuwe cultuur (Karel de Grote → Klassieke Oudheid)
  • sterke Byzantijnse en Ottomaanse cultuur
  • enkel nog Latijnse teksten en bronnen naar het begin v.d. verhaalkunst

– hoge middeleeuwen

  • nieuwe literaire periode: bloeiperiode literatuur (nieuwe genres, thema's)
  • naast aristocratische cultuur ook stedelijke cultuur

– late middeleeuwen

  • leidt Renaissance in
  • nog steeds onder invloed van eenheidscultuur
  • Dante: culminatiepunt middeleeuwse cultuur

- Cultuurhistorische context

Middeleeuwse eenheidscultuur

Op basis van religie: "goddelijke orde":

- religieus: boek van God

- wetenschappelijk: boek der natuur (geocentrisme met mens als bekroning)

- sociaal: stratificatie in clerus, aristocratie en boeren (door God gewild)

Van in begin 9e eeuw - late middeleeuwen: twijfel aan structuur

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen