Menu

Wat is Pseudo-wetenschap?

= verzameling van opvattingen die worden gepresenteerd alsof ze wetenschappelijk zijn, terwijl dit niet het geval is

 theorie is slechts wetenschappelijk als ze empirisch getoetst kan worden zodat je hypothesen kan afleiden die controleerbaar zijn en de feiten bevestigen of weerleggen

  • Karl Popper

“falsifieerbaarheid”

- theorie is falsifieerbaar als het mogelijk is om ze te weerleggen

- Als ze door geen enkel denkbaar feit kan worden tegengesproken, en dus alles verklaart, is ze niet falsifieerbaar en bijgevolg niet wetenschappelijk

- hypothese wordt dus interessanter naarmate ze preciezer, en dus minder waarschijnlijk is

voorbeeld: “het zal volgend jaar regenen” = triviale uitspraak met hoge waarschijnlijkheidsgraad

“het zal in een bepaald jaar, op die dag, om dat uur regenen” = kleinere waarschijnlijkheid  interessantere hypothese !

  • Einstein

- Algemene relativiteitstheorie: “licht wordt aangetrokken door zware voorwerpen”

Bv. licht dat van een ster afkomstig is en langs de zon passeert, zal afwijken van zijn baan omwille van de aantrekkingskracht van de zon

- Was heel informatieve hypothese, omdat ze heel onwaarschijnlijk was

- 1919: testen van hypothese tijdens een zonsverduistering  bleek te kloppen!

- Theorie is wetenschappelijk omdat het principieel mogelijk is om aan te tonen dat ze niet waar is

- Had men in 1919 de theorie gefalsifieerd, dan was ze niet onwetenschappelijk, maar gewoonweg vals

  • Fouten van pseudo – wetenschappen

- je kan er geen nauwkeurige hypothesen of voorspellingen uit afleiden of
je kan de voorspellingen niet falsifiëren

- er wordt vaak gebruik gemaakt van een wetenschappelijk jargon zonder dat duidelijk wordt gemaakt wat men daar precies mee bedoeld wordt  termen verwijzen naar iets dat niet in de werkelijkheid voorkomt (cf. energievelden, stralingen, krachten…)

- ook theorieën die wel toelaten om voorspellingen te doen, maar die reeds afdoende gefalsifieerd zijn terwijl men er toch geloof aan blijft hechten behoren hiertoe (homeopathie)

- een waardevolle theorie moet beter zijn dan alternatieve theorieën of oplossingen

- pseudo-wetenschap geeft vaak oplossingen voor problemen die al beter, wetenschappelijk, verklaard werden

- wetenschap streeft naar consistentie ↔ pseudo-wetenschap is vaak onderling tegenstrijdig en tegenstrijdig met fundamentele wetenschappelijke inzichten

Lees meer...

Kennistheoretische reflectie op de nieuwe methode

  • Galilei

= grondlegger moderne mechanica + de experimentele methode

  • 2 karakteristieken van zijn methode

- wiskundige theorie (of aantal formules) waarvan gepostuleerd wordt dat ze een formulering biedt van relaties die tussen bepaalde grootheden in de werkelijkheid bestaan

- experimenten waarin zekere metingen worden uitgevoerd waarvan men eist dat ze minstens bij benadering beantwoorden aan de voorspellingen van die theorie

  • waarde van de karakteristieken

- volgens Galilei: wiskundig aspect van zijn benadering zorgt voor precisie, exactheid en nauwkeurigheid ( filosofische benaderingen van de mechanica in de ME)

- Robert Doyle: zag in dat het experiment even noodzakelijk was

- XVIII: men kende eindelijk aan de 2 aspecten een gelijke waarde toe

  • Bewijskracht van de methode?

>>> m.a.w. waarom kon deze methode zich met zoveel overtuigingskracht opdringen?

  • Voordeel van de wiskunde

Zodra zekere stellingen geformuleerd zijn, kan men hieruit onbeperkt nieuwe stellingen afleiden: wanneer de uitgangspunten (axioma’s) waar zijn, moeten de afgeleide stellingen dat ook zijn!

  • toegepast op de natuur biedt dit mogelijkheid om nieuwe wetten af te leiden en dus voorspellingen te doen over feiten (cf. planetenposities, gewichtsverlies van een lichaam in water…)
  • kan met grote nauwkeurigheid worden nagegaan: stellingen doen uitspraken over relaties tussen grootheden die met deze methodes meetbaar zijn

  • Zekerheidskarakter van mechanica

De theorie houdt precieze voorspellingen in over relaties tussen grootheden. De experimentele situatie garandeert dat een afwijking van die voorspellingen reeds bij eenvoudige, ondubbelzinnige metingen tot uiting komt.

DUS: zekerheidskarakter berust op haar kwetsbaarheid: als een theorie fout is, kan men dit vaststellen door het uitvoeren van juiste controles en experimenten

moeilijkheid: ontwikkeling van accurate meettechnieken

Lees meer...

Waarom is deze methode slechts in de 17de eeuw ontworpen?

  • technologische factor
    • wetenschap was op basis van alledaagse werkelijkheid  rekenkunde, meetkunde en statica voor de meest elementaire precisie – operaties (tellen, meten en wegen)
    • sterrenkunde = uitgelokt door het bestaan van precieze waarnemingstabellen van de Babyloniërs
    • probleemstelling van wetenschappers wordt bepaald door de technische
      cultuur waarin men leeft  men kwam weinig in contact met mechanische problemen, dus deed men niet aan mechanica
    • techniek had in de Oudheid slechts een beperkte complexiteit
    • kloof tussen technici en geleerden

  • wiskundige factor
  • Oudheid

huiver t.o.v. algebra door onhandige schrijfwijze van getallen

  • 16e eeuw

technologie bereikt nooit eerder gezien stadium  uitvindingen: verspreiden snel onder invloed van het kapitalisme:

  • Mijnbouw en metallurgie: productie van staal, ijzer, lood, koper, tin en edele metalen
  • Mechanisatie van de weefnijverheid
  • Glasindustrie en het slijpen van lenzen
  • Bouwkunst
  • Technieken van drainering
  • Dijkenbouw en kanalisatie
  • Bruggenbouw
  • Scheepsbouw
  • Militaire technologie
  • Cartografie en navigatiemethodes
  • Boekdrukkunst

= illustratief voor het niveau dat de technologie in de XVI bereikt heeft

  • Complexiteit stijgt
    • belang en complexiteit van technologische problemen te groot voor gewone ambachtsman
    • men gaat beroep op experts doen: wetenschapsmensen ontstaan en kloof tussen techniek en wetenschap wordt overbrugd  sterke wederzijds invloed
  1. eerste groep die hierin slaagt = kunstenaars – ingenieurs (cf. Brunelleschi, Albrecht Dürer, Benvenuto Cellini en vooral Leonardo da Vinci)
  2. tweede generatie = wiskundigen: passen hun wetenschap toe op praktische problemen (= eerste volwaardige ingenieurs)

cartografie en navigatieproblemen: Regiomontanus, Nuňes en Mercator

algebra: Bombelli, Tartaglia en Benedetti (ook geïnteresseerd in artillerie, dijkenbouw, intrumentenbouw…)

  • Simon Stevin = prototype van onderzoekers die zowel wiskundige, wetenschapper als ingenieur waren

* baanbrekend werk in rekenkunde, algebra en statica

* drainering, dijken- en vestingbouw

* constructie van pompen en windmolens

* ontwierp zeilwagen die 27 personen kon vervoeren (beschouwde dit zelf als zijn grootste ontdekking)

* vond het niet de moeite waard een boek te schrijven over zijn praktische uitvindingen

 ambitie lag in beschouwingen waarvan de schoonheid en verfijndheid niet vertroebeld werden door een contact met de alledaagse noden van het leven (cf. studies over de sfeer, parabool, spiraal…)

  • Nieuwe bloeiperiode van de wiskunde (XVI)
  • door vertaling werken van Griekse wiskundigen en verspreid door de boekdrukkunst
  • nieuwe aanpak van rekenkunde, algebra en driehoeksmeting onder invloed van de Arabische wiskunde
  • nieuwe wiskunde is veel handiger
  • grotere belangstelling voor mechanische problemen
  • mogelijkheid oplossingen in een wiskundige formulering uit te werken
  • cf. Galilei: door zijn studie van de valwet de grondlegger van de moderne mechanica en van de experimentele methode
Lees meer...

Archimedes (3de eeuw v.C.) wijsbegeerte

· Als ingenieur

- Constructie van militaire apparaten (katapulten, kranen en stormrammen)

- Takelsysteem om schepen vanuit het dok naar de zee te trekken

- Brandspiegels om vijandige schepen van op het land in brand te steken

heeft over deze technische verwezenlijkingen nagenoeg niets op schrift gesteld: beschouwde zijn werk als ingenieur als handenarbeid, te minderwaardig en onbelangrijk om er publicaties over te verzorgen

· Als wiskundige

- Berekening van het getal ð

- Eigenschappen van krommen en de oppervlakten die ze omsluiten

- Methode om de inhoud en het oppervlak van de piramide, de kegel, de cilinder en de bol te berekenen

- Boog zich over het vraagstuk hoeveel zandkorrels men nodig heeft om het heelal op te vullen

· Als natuurkundige

- Behandelt statica en hydrostatica

- Archimedische werkwijze = wiskundig analyseren van natuurkundige problemen

- Statica = studie van evenwichten in rusttoestand= studie van de balans

reduceerde het gedrag van de balansarm tot een geometrisch probleem: bewijst louter meetkundig dat een balans in evenwicht zal zijn, wanneer de gewichten aan de uiteinden omgekeerde evenredig zijn aan hun afstand tot het steunpunt.

· Keerpunt in de ontwikkeling

o Oorspronkelijk

Archimedische neiging = uitbreiden van de wiskundige aanpak van de meetkunde naar andere gebieden van de werkelijkheid waarvan men de mathematische eigenschappen evident vindt

DUS: alledaagse kennis kan volstaan om en inzicht te krijgen in de wetten mits men voldoende wiskundig onderlegd is

o Wiskundige aanpak naar mechanica verplaatsen

Mathematisch model kan niet meer intuïtief worden uitgedacht omdat de resultaten niet kloppen met de waarnemingsgegevens.

Mechanische fenomenen zijn te complex  bij poging tot opstellen van wiskundige formules wordt men gedwongen de nauwkeurigheid aan de feiten de toetsen.

DUS: bij toepassing van de Archimedische werkwijze op de mechanica, wordt de onderzoeker bijna vanzelf tot de mechanische methode gedwongen

inzicht dat hier het verificatie – aspect van even groot belang is als het wiskundig aspect

weg lag open om aan traditionele optica en statica te ontsnappen en om alle natuurkundige problemen op deze wijze te behandelen

· Als ingenieur

- Constructie van militaire apparaten (katapulten, kranen en stormrammen)

- Takelsysteem om schepen vanuit het dok naar de zee te trekken

- Brandspiegels om vijandige schepen van op het land in brand te steken

heeft over deze technische verwezenlijkingen nagenoeg niets op schrift gesteld: beschouwde zijn werk als ingenieur als handenarbeid, te minderwaardig en onbelangrijk om er publicaties over te verzorgen

· Als wiskundige

- Berekening van het getal ð

- Eigenschappen van krommen en de oppervlakten die ze omsluiten

- Methode om de inhoud en het oppervlak van de piramide, de kegel, de cilinder en de bol te berekenen

- Boog zich over het vraagstuk hoeveel zandkorrels men nodig heeft om het heelal op te vullen

· Als natuurkundige

- Behandelt statica en hydrostatica

- Archimedische werkwijze = wiskundig analyseren van natuurkundige problemen

- Statica = studie van evenwichten in rusttoestand= studie van de balans

reduceerde het gedrag van de balansarm tot een geometrisch probleem: bewijst louter meetkundig dat een balans in evenwicht zal zijn, wanneer de gewichten aan de uiteinden omgekeerde evenredig zijn aan hun afstand tot het steunpunt.

· Keerpunt in de ontwikkeling

o Oorspronkelijk

Archimedische neiging = uitbreiden van de wiskundige aanpak van de meetkunde naar andere gebieden van de werkelijkheid waarvan men de mathematische eigenschappen evident vindt

DUS: alledaagse kennis kan volstaan om en inzicht te krijgen in de wetten, mits men voldoende wiskundig onderlegd is

o Wiskundige aanpak naar mechanica verplaatsen

Mathematisch model kan niet meer intuïtief worden uitgedacht omdat de resultaten niet kloppen met de waarnemingsgegevens.

Mechanische fenomenen zijn te complex  bij poging tot opstellen van wiskundige formules wordt men gedwongen de nauwkeurigheid aan de feiten de toetsen.

DUS: bij toepassing van de Archimedische werkwijze op de mechanica, wordt de onderzoeker bijna vanzelf tot de mechanische methode gedwongen

inzicht dat hier het verificatie – aspect van even groot belang is als het wiskundig aspect

weg lag open om aan traditionele optica en statica te ontsnappen en om alle natuurkundige problemen op deze wijze te behandelen

Lees meer...

Hoe is de nieuwe aanpak van de wetenschap er gekomen?

  • nieuwe werkwijze

≠ gevolg van het voorafgaand uitdenken van een nieuwe methodologie die men dan achteraf op problemen heeft toegepast

= tot stand gekomen als gevolg van de reflectie over de nieuwe wetenschap

  • grondslag van de methode

= archimedische werkwijze

= neiging van wiskundigen om hun wiskundige, dat wil zeggen kwantitatieve en axiomatiserende, werkwijze toe te passen om fysische problemen die zich daartoe lenen

Voorbeelden: optica

- Maurolyco

- Kepler

- Galilei

- Descartes

- Fermat

- Huygens

- Newton

Voorbeelden: astronomie

- Copernicus

- Galilei

- Kepler

Voorbeelden: statica

- Stevin

- Galilei

- Descartes

- Pascal

- Huygens

- Newton

- Bernouilli

  • XVI

Ontstaan van de neiging om met wiskundige technieken de mechanica (=studie van de val en de worp) te bestuderen.

- Eerste aanzet gegeven door Tartaglia en Benedetti

- Werk van Galilei legt grondslag van de moderne natuurkunde

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen