Menu

De complementariteit der gewesten 14e- 16e eeuw

De expansie van de Hollandse handel en nijverheid valt alleen te begrijpen door deze te plaatsen in haar samenhang met de omringende regio’s. Van de Hanzesteden werden de methoden voor het brouwen van bier en de conservering van haring nagebootst, van Vlaanderen en Brabant de technieken voor de bereiding van laken. De Zuidelijke- Nederlanden vormden een belangrijke afzetmarkt, terwijl van daar graan werd ingevoerd.

De complementariteit tussen gewesten onderling speelde duidelijk ook een rol rond Vlaanderen. Bij een boycot door de Hanze zochten zij een uitwijkplaats in Dordrecht. Toch slaagde Hollander er niet in Vlaanderen de loef af te steken in de handel. De reden hiervoor is dat de Hanze er nooit aan zou denken haar vaste basis Brugge op te geven.

De voorsprong die de Vlaamse economie had vanaf de 11e eeuw, bleef gehandhaafd tot het einde van de 15e eeuw.

De regionale verschuiving van activiteiten werd bepaald door gunstigere productievoorwaarden. De mobiliteit werd veroorzaakt door de logica van de kapitalistische productiewijze, die al duidelijk leefde bij de groothandelaars van die tijd. De economische dynamiek vond haar oorsprong in het winstbejag van groothandelaren.

Lees meer...

Hollands commercialisering 14e- 16e eeuw

Niet alle steden zagen hun bevolkingscijfer evenredig dalen. In sommige steden werd dit gecompenseerd door de trek van plattelandsbevolking naar de steden. Als gevolg van schaarste aan geschoolde arbeidskrachten stegen daar immers de lonen, er meer woonruimte beschikbaar gekomen. Ook daalde de kwaliteit van de landbouwgrond, de reden hiervoor zijn te zoeken in de bodemstructuur en het turfsteken.

Veel van de overtollig geworden mensen zochten een nieuw bestaan in de steden, anderen legden zich toe op ambachtelijke activiteiten in de dorpen zelf, te denken aan haring, kaas en zuivelproductie. Hiervoor was er een grote nood aan zout. Er groeiden ook nieuwe exportnijverheden bloeiden, o.a. bierbrouwerijen en lakenindustrie.

Het succes van al deze Hollandse handelsroutes berustte op nog drie basisgegevens: de scheepsbouw, de scheepvaart en het structureel te kort aan broodgranen. Dit laatste dwong om elders aankopen te verrichten, zodat er een dynamiek ontstond.

Lees meer...

Bevolking, levensstandaard en economie 14e- 16e eeuw

hogere reële inkomsten waren dan voorgaande generaties, waarmee men meer luxeproducten kon kopen.

Tegelijkertijd stegen echter de transportkosten, omdat de sterfte arbeid schaars en duur gemaakt had. De uitgaven werden gedrukt door meer goederen te vervoeren in een keer, en door Het handelsvolume steeg, maar de Europese bevolking daalde globaal met een derde. Het antwoord hierop is dat door de dalen van de bevolking er meer kapitaal vrijkwam en er hogere scheepscapaciteit.

In de Nederlanden was de 14de eeuw zonder enige twijfel evenzeer als elders in Europa een periode van aanzienlijke bevolkingsafname door honger en pest.

Lees meer...

Economische heroriëntatie 14e- 16e eeuw

In de loop van de 14e eeuw grepen grondige veranderingen plaats in de economische structuur van de Nederlanden. Natuurlijk mogen we de effecten van de lange afstandshandel niet overschatten, maar de Nederlanden bekleedden echter wel een centrale plaats in het europees economisch systeem.

He burgerlijk kapitaal drong door op het platteland, dit in de vorm van aankoop van land en investering in veestapels. Eigenaren oefenden invloed uit op de investering in productieverhogende technieken en door bepaalde leveringen in natura voor zichzelf op te eisen (turf, tarwe, graan textiel).

De grote vraag in de steden vormde de motor achter deze investering, maar anderzijds zouden de Vlaamse steden nooit hun omvang bereikt hebben zonder de bevoorrading uit naburige streken op het platteland.

Lees meer...

Op weg naar stadstaten 13e- 16e eeuw

De radicale doorbraak in de politieke structuren van het graafschap Vlaanderen die volgde op de Guldesporenslag, lokten vanzelf reacties uit: ten eerste kwam er een nieuwe aanval van de Franse koning in 1304, die uitliep op een halve overwinning en het verdrag van Athis. Ten tweede probeerden de patriciërs de macht in de steden opnieuw naar zich toe te trekken. Onder de ambachtslieden waren er ook conflicten om macht. (In Gent zouden er 3 leden de macht onder elkaar verdelen (poorters), in Ieper 4 leden en in Brugge 9).

De west- Vlaamse boerenbevolking kwam in opstand o.l.v. Klaas Zannekin, door de rigoureuze herstelbetalingen aan Frankrijk. De opstand werd bloedig onderdrukt door een Frans leger dat door de graaf te hulp was geroepen.

Toen in 1337 de 100 jarige oorlog uitbrak, voelde men in Vlaanderen onmiddellijk de weerslag, omdat men economisch afhankelijk was van Engeland, en politiek afhankelijk van Frankrijk. Drie grote steden, Gent, Brugge en Ieper oefenden het feitelijk gezag uit. De hoofdsteden vaardigden discriminerende maatregelen uit om hun eigen textielnijverheid te beschermen. Hier kwam een einde aan toen Lodewijk van Male zijn intrede deed in Aalst ( Aalst werd één van de 3, dus 4: Gent, Ieper, Brugge en Aalst)

Lees meer...

Partijstrijd 14e- 16e eeuw

In Holland had graaf Willem IV schulden gemaakt. In die moeilijke financiële toestand deed zich een opvolgingscrisis voor na zijn dood. Willem III’s dochter, Margaretha, was gehuwd met keizer Lodewijk. Toen Lodewijk stierf was er weerstand tegen Margaretha, en installeerde ze haar minderjarige zoon Willem als stadhouder. In 1350 wou Margaretha opnieuw de touwtjes in eigenhanden nemen, maar ze vond slechts steun bij een deel van de adel en de steden. Dit mondde uit in een burgeroorlog met twee partijen: de Hoeken (die de terugkeer van M. steunden) tegen de Kabeljauwen (die Willem als graaf wouden erkennen). Willem V won de strijd. De 2 partijen berusten op adel en bestuurlijke families in steden, de scheidingslijnen liepen doorheen de standen. Af en toe laaide de strijd op.

In het graafschap Glere (sinds 1339 hertogdom) speelde zich een analoge situatie af inzake het ontstaan van een partijstrijd. De oorzaken van dit proces zijn, ten eerste een betwiste troonopvolging, ten tweede een sociale structuur, waarin de ridders een belangrijke rol speelden, steden nog volop in een emancipatieproces zaten en de geestelijkheid geen tegenwicht vormde. Het conflict werd aangewakkerd door sociale spanningen aan het begin van de honderdjarige oorlog. Alsmede ook door een opvolgingskwestie tussen de rivaliserende adellijke families Van Heekeren en Van Bronkhorst. Dit leverde een aanhoudende strijd op met Brabant. Keizer Karel IV kwam tussen beiden, en bracht willem van Gulik op de troon, dit betekende een consolidatie

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen