productiecapaciteit
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
is de maximale hoeveelheid goederen en diensten die een land in een jaar kan voortbrengen.
is de maximale hoeveelheid goederen en diensten die een land in een jaar kan voortbrengen.
verstaan we alle betalingen aan het buitenland die voortvloeien uit de aanschaf van goederen en diensten in het buitenland.
De geldstroom die van bedrijven naar de sector ‘buitenland’ (import) loopt bestaat uit de uitgaven voor in het buitenland gekochte goederen en diensten.
De geldstroom die van het ‘buitenland’ naar de bedrijven loopt (export) omvat de ontvangsten voor aan het buitenland verkochte goederen en diensten.
verstaan we alle ontvangsten uit het buitenland die voortvloeien uit de verkoop van goederen en diensten aan het buitenland.
van de overheid bestaat uit:
- Ambtenarensalarissen - Materiële overheidsconsumptie (dit zijn de aankopen door de overheid bij bedrijven) - Overheidsinvesteringen (dit zijn ook aankopen van de overheid bij bedrijven)
De particuliere sector bestaat uit gezinnen en bedrijven.
De gezinnen gebruiken hun inkomen (het nationaal inkomen) voor consumptie, belastingbetalingen en sparen e rest.
Bedrijven verzorgen een deel van het nationaal product, te weten de gezinsconsumptie en de nettoinvesteringen van bedrijven.
De overheidssector ontvangt van gezinnen belastingen. Verder verzorgt zij een deel van de nationale productie door haar bestedingen in de vorm van ambtenarensalarissen, materiële overheidsconsumptie en overheidsinvesteringen. Eventuele tekorten van de overheid worden aangevuld door leningen van de financiële instellingen.
bestaan uit het niet-geconsumeerde deel van het nationaal inkomen.
Investeringen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld. Allereerst is de indeling in brutoinvesteringen en netto-investeringen van belang.
bestaat uit de totale toegevoegde waarde die binnen de geografische grenzen van een land gedurende de periode van een jaar tot stand is gekomen.
Het bruto binnenlands product is de totale waarde van de productie.
Wanneer we hier bijtellen het verschil van de aan het buitenland betaalde en uit het buitenland ontvangen beloningen van productiefactoren, vinden we het bruto nationaal product.
Het bruto nationaal product verminderd met de afschrijvingen geeft het netto nationaal product.
Het nationaal product is gelijk aan het nationaal inkomen.