Menu

5 Stages of economic growth (Rowstow)

  • Traditional society : overwicht landbouw, behoeftebevrediging, politieke macht grondbezitters.
  • Transitional stage: 17-18de eeuw in West-Europa, ontwikkeling voorwaarden voor de ‘take-off’, nieuw soort ondernemen, landbouwproductiviteit stijgt.
  • Take-of into self-sustained growth: fase van industriële revolutie einde 18de eeuw. Groei wordt als normaal beschouwd, nieuwe technieken overal toegepast in industrie.
  • Drive to maturity: 40-60 jaar na take-off, duurzame groei

  • The age of high mass consumption: einde ’50, productie consumptiegoederen, deel T.W besteed aan sociale zekerheid, levenstandaard en verwachting stijgt.

* Take-off: vliegtuig dat begint te vliegen.

  • Indeling hedendaagse geschiedenis
    • Fordisme (19eeeuw, doorbraak na WO2)
      • Lopende band, arbeiders goed betalen zodat ze zelf een auto kunnen kopen
      • Hoogtepunt: the golden sixties
      • Post-fordisme (vandaag)
        • Kenmerk: flexibele productie
        • Wereldeconomie
    • Indeling van Hobsbawn (1917)
      • Britse historicus
      • Gefundeerde periodisering van de hedendaagse geschiedenis
        • The age of revolutions: revolutie op alle vlakken
        • The age of capital: kapitaal verovert alle domeinen economisch leven
        • The age of empire: vrede,internationalisering en kolonisering
        • The age of extremes, the short twentieth century : extreme ideologieën (fascisme en communisme)

21e eeuw?

  • In teken van de negatieve impact van de economische en demografische groei op de overleving van de menselijke soort en de planeet.
  • Spectaculaire stijging van materiële welvaart, versnelling groei bevolking en productiviteit
  • “Rostow” : vergelijkt de voortgang van de geschiedenis met een vliegtuig dat op snelheid moet komen om te kunnen vliegen.
    • Na Take-off  Drive to maturity  werkelijkheid: sneller en sneller vliegen, crashen?

Lees meer...

DE TIJDSLIJN, OVER DE INDELING IN DE GESCHIEDENIS

Belangrijk probleem: tijdsbepaling

  • Cesuur (breukvlak)
    • Duurzame en grondige wijziging van de sociaaleconomische structuren, elke periode heeft zijn specifieke kenmerken. Bv: eerste stoommachine (Watt – 1777)
    • Traditionele indeling
      • Oudheid, middeleeuwen, moderne tijd, hedendaagse tijd
      • Over begin- en einddatum veel discussie
      • Probleem: eurocentristisch, Europa vormt het middelpunt van het wereld
         Bv: indeling tijd in “voor- en na Christus” (niet universeel!)
      Indeling economische geschiedenis

1) De Neolithische revolutie met uitvinding van en overgang naar landboud en veeteelt

2) De Industriële revolutie (landbouw en veeteelt -> industrie) op het einde van de 18de eeuw in Engeland en vervolgens vrij snel in rest West-Europa.
Sinds Industriële revolutie is de geschiedenis in een hogere versnelling

W.W Rostow maakte in jaren ’60 een indeling van de geschiedenis op basis van de snelheid van de economische groei. Als cesuur van industriële revolutie in Engeland gebruikt hij de metafoor : “take off”*

Lees meer...

DE SPECIFICITEIT VAN DE HISTORISCHE BENADERING

Analyse van de geschiedenis :
1) Door historici die dicht bij sociale wetenschappen stonden (Annales) : patronen, recurrenties.
2) Economisten hebben uit historische fenomenen wetten afgeleid.

Bekend zijn:

  • Wet van Gresham = ‘ Bad money drives out good money ’
  • Wet van Engel = ‘ Als inkomens stijgen, daalt het aandeel uitgaven aan voeding ’
  • Phillipscurve = ‘ Verband tussen werkloosheid en inflatie ’

Werkloosheid laag als inflatie hoog is en omgekeerd*

*Dit was niet altijd zo … (ART p.15 NBB)

Kritiek op wetmatigheden: alle gebeurtenissen zijn uniek, je kan geen patroon hebben.
Door omgevingsfactoren o.a. kan de geschiedenis zich geen twee maal herhalen.

Een historicus heeft “The benefit of hindsight”: hij weet hoe het historisch proces is afgelopen en kan de afloop proberen te verklaren door het fenomeen in een historische context te plaatsen.

De historicus moet rekening houden met de verschillende wegen die de geschiedenis op kan gaan, maar van hem wordt toch ook een verklaring verwacht voor het gevolgde traject.

Conclusie: De historicus tracht aan de hand van feiten die uit de bronnen gehaald worden, bronnen die worden getoetst met de instrumenten van de historische kritiek, een beeld te schetsen van het verleen en in de verschillende feiten een samenhang te zien en een verklaring te geven voor het verloop van het historisch proces.

“Het Belgisch mirakel” (1944-1950)

  • Wederopbouw van België na WO II, van lage naar hoge lonen met hoge economische groei.

3 verklaringen:

  • Economisch
    • Geen schade aan het productieapparaat tijdens oorlog, door mee te werken met de bezetter
    • Antwerpse haven in handen Geallieerden => productie en export stijgt (goederenstroom)
    • Monetair
      Grote muntsanering door “operatie Gutt” : Alle biljetten van 100 BEF vervangen door nieuwe biljetten met max. van 2000 Frank, rest op geblokkeerde rekening => inflatie daalt door vermindering van het geldvolume (wet van Fisher)
      Sociaal-politiek
      Eenmalige verhoging van de lonen met 60%, gevolgd door politiek van loonmatiging en controle op prijzen (succes door vakbonden bij beleid te betrekken)

Geschiedenis draait heel vaak rond de vraag naar continuïteit en verandering. Dat is ook de reden waarom geschiedenis opgedeeld in periodes.

Lees meer...

HISTORISCHE KRITIEK

“Ceci n’est pas une pipe” : Men moet nooit een beeld als “waar” aannemen.
Elke bron die historicus gebruikt wordt eerste op zijn waarde getoetst. (Kritisch onderzoek)
Om waarde van bron te beoordelen is het nodig de bron heel precies te omschrijven, essentiële elementen zijn: -Datering, -Aard, -Auteur, -Bestemmeling

Baseer je altijd op verschillende bronnen/statistieken** van de verschillende partijen, of je krijgt een vertekend beeld. Methode van historicus is ook nuttig voor economisten om info te toetsen.


*Zo bijvoorbeeld de manipulatie van de foto’s van Stalin.
** Adolf Quetelet introduceerde de statistiek in de sociale wetenschappen.

Lees meer...

GEREEDSCHAPSKIST V/D HISTORICUS

Historicus: beschrijft feiten, geeft deze een samenhang en probeert hierdoor een verklaring te vinden. Het resultaat van die activiteit is geschiedschrijving, die is neergelegd in boeken, artikelen, …
Geschiedenis wordt opgedeeld in specialismen:

  • Politiek = Macht, instellingen, partijen en drukkingsgroepen
  • Militair = Oorlog en conflict
  • Sociaal = Concrete levensomstandigheden van mensen
  • Cultuur = Menselijke culturele en artistieke uitingen
  • Economisch* Doorbraak eco. Geschiedenis door tijdschrift: “Annales”**

* De economische geschiedenis handelt over productie, handel, consumptie, verdeling van het inkomen over de sociale groepen en heeft aandacht voor de manier waarop productie en consumptie georganiseerd en gereguleerd worden.

** De Annales legden de grondslagen van een nieuwe manier van geschiedbeoefening. Men ging kijken naar de structuren die het historisch proces bepalen (niet naar evenementen en grote persoonlijkheden), hierin herkende men lagen.
> Legde de basis van de economische geschiedenis

Laag 1: Relatie individu-milieu  Géo-histoire (Evolueerde traag: Eeuwen)
Laag 2: Sociaaleconomische structuren en ideologieën (Veranderingen volgen snel op elkaar: Generaties en decennia)

Laag 3 Politieke geschiedenis (Dag tot dag)

De reconstructie van het verleden is gebaseerd op bronnen volgens een specifieke methode:

Voorbeelden:
Film “Daens” (audiovisueel), boek door Louis Paul Boon
 Beeld van de sociale strijd in het Aalsterse op het einde van de negentiende eeuw. Het fenomeen industrialisering is ervaren als een algemeen verschijnsel voor de hele negentiende eeuw, maar volgens de historische realiteit liep de industrialisering over meerdere decennia.

MIAT (Museum voor industriële en archeologie en textiel) in Gent: Schetst een beeld van het leven van de textielarbeiders.

Lees meer...

DE ACTUALITEIT VAN HET VERLEDEN

Nutsfactor 1)
Inzicht in de geschiedenis laat toe hedendaagse economische fenomenen : beter te begrijpen, af te wegen en te plaatsen en beter het belang ervan in te schatten.

Nutsfactor 2)
Geschiedenis is ook nuttig om ons bewust te maken dat fenomenen en structuren uit eigen tijd het resultaat zijn van een historische ontwikkeling/proces.

Nutsfactor 3)
Door de geschiedenis wordt de herinnering actief levendig gehouden.
 Voorbeeld bedrijven = Bedrijfsgeschiedenissen (“papieren monumenten”)

  • Subjectief: vol lof over het bedrijf
  • Objectief: opgemaakt door professionele historici (≠ motivatie kan zorgen voor ≠ resultaten)

Nutsfactor 4)
Geschiedenis wordt gebruikt om de “corporate identity” van een bedrijf in de verf te zetten.
Zoals de Duitse bieren die internationale prijzen op hun etiketten hebben.
Vakbonden op hun manier zullen in eigen publicaties de nadruk leggen op verworvenheden.

Algemene zin
Geschiedenis is relevant, nuttig en zelfs onontbeerlijk voor wie het functioneren van de economie vandaag goed wil begrijpen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen