Menu

Midden 19de eeuw

Hongercrisis

  • De inkomsten van huisnijverheid vielen sterk terug
  • Zwaartepunt van de industriële productie verschoof van de private woning naar de fabriek
    Mijnarbeid waar steenkool de basis vormde van de IR

Oplossing voor de hongercrisis = Nieuwe vormen van rurale ‘armoede-industrieën’
> Het ‘arme Vlaanderen’

Seizoensarbeid = In de zomer was je boer of landarbeider en in de winter een mijnwerker

Vaste arbeid = De industriële arbeider die voor zijn levensonderhoud uitsluitend afhankelijk was van de industrie werd een essentieel onderdeel van het nieuwe economische systeem
> Boer-arbeider moest plaats ruimen voor de beroepsarbeider, zodat die laatste niet meer kon terugvallen op eigen voedselvoorziening

Lees meer...

De post-fordistische periode (1975-…)

Het consumptiekrediet neemt sterk toe (kopen op afbetaling) wat leidde tot de grote financiële crash van 2008. Technologische vernieuwingen volgen zich nu ook alsmaar sneller op

De crisis van de jaren 1970

Begin = Eerste olieschok (+70% olieprijzen door OPEC)

Begrotingsdeficieten en overheidsschuld ↗ & Inflatie stijgt met meer dan 10%

Inflatie + Recessie = Stagflatie
> Dit werd voorspeld door Milton Friedman in zijn kritiek op Philipscurve!

Jaren 1980 =Sstrenge bezuinigen (Margaret Thatcher/Reagan)
Soort Neo-liberaal beleid

De internetrevolutie (1990- …)

Nieuwe informatie- en communicatietechnologieën zorgen voor een nieuwe economie, de productie- en consumptiecyclus belandt in een versnelling
> Nieuwe generatie uitvinders en jonge ondernemers, kleine ontwikkelingsbedrijven
> Sommige bedrijven kenden immense groei maar bleken achteraf bekeken over ‘gebakken lucht’ te gaan.
 Deze economie mondde uit in zeepbel of ‘internetbubbel’ (voorbeeld: Silicon Valley)

België in een globale wereld

In 1989 = Val van de Berlijnse muur. Vanaf dan geen rem meer op globalisering en mondialisering.
De globalisering betekent meteen ook een grotere concurrentiële druk door landen met lagere lonen
> VS grootste economische mogendheid staat nu op de helling, maar in 1880 stond VS op 1e plaats.

  • Door d eopkomst van tijgerstraten werde de klood tussen West en de Rest kleinerDe

Lees meer...

De Fordistische periode

De periode na WO2 kende de doorbraak in de industrielanden van de Fordistische regulering

  • Dankzij forse stijging van de uitgaven van alle economische agenten en een sterke groei van de export en arbeidsproductivitei
  • De verdeling van deze productiviteitswinsten resulteerde in een toename van de reële lonen en dus van de levensstandaard
  • Ook in de landbouw groeide de productiviteit zeer sterk dankzij mechanisering en invoering nieuwe ‘industriële’ productiemethodes
  • Belangrijkste motoren economische groei via de consumptie waren de automobiel en de woningbouw en –inrichting. (Vanaf 1960 = Massaconsumptie auto’s
  • Industrie in België
    Vlaanderen = Snelle ontwikkeling door buitenlandse (Amerikaanse) investering
    Wallonië = De zware industrie kampte met toenemende moeilijkheden
  • Vanaf de jaren 1970 is er sprake van desindustrialisering = Het relatief aandeel van de industriële sector in de toegevoegde waarde daalt ten voordele van de dienstensector
  • Overheid treedt explicieter op in het economisch gebeuren, er is sprake van gemengde economie

- Dit via regulering van de markten (bankcontrole, maximum prijzen, minimum lonen)

-Als ondernemer in bepaalde sectoren (post, spoor, telefonie, subsidies, ,…)

-Via budgettaire en fiscale instrumenten (subsidies, belastingsvoordelen,…)

-Tal van kredietinstellingen stonden bedrijven en particulieren bij in de financiering.

Vb. woningsector (ASLK,wet De Taeye - Bouwsparen - Boom)

De ontwikkeling van Vlaanderen

De neergang van Wallonië

- Expansiewetten = Ontwikkelingsregio’s ondersteunen (met hoge werkloosheid)

- Grote infrastructuurwerken

- Antwerpen-Gent = Zwaartepunt industriële productie

- Limburg /Kempen = Trekken buitenlandse investeringen aan (door centrale ligging)

- Gent/ Zeebrugge /Antwerpen = Belangrijke havens

- Massaproductie (aan lopende band) van producten met hoge toegevoegde waarde

- Wet van de remmende voorsprong = Een voorsprong op een bepaald domein leidt er vaak toe dat er weinig stimulans is om verbetering/vooruitgang op te zoeken zodat de anderen je voorbijstreven.

- Productieapparaat al sinds 1920 onveranderd (steenkool, staal en metaalbewerking)

-Neergang van Zuidelijke industriebekkens te wijten aan gebrek aan gebrek aan investeringen in innovatieve sectoren*

Controverse over de rol van de overheid

De opkomst van de Tertiaire sector

Belangrijke inbreng van de overheid moet gerelativeerd worden volgens sommigen.

Paradox = Sociale uitgaven/inkomsten zijn wel gestegen de laatste jaren

Vanaf 1790, desindustrialisatie in België ten voordele van de tertiaire sector. Vooral in centrum Brussel

Banken en verzekeringen sterkste groei, ook dienstensector. (industrie blijft wel belangrijke speler op vlak van export)

Holdingmaatschappijen controleerden het gros van de Waalse industrie. Dit had alleszins grote gevolgen voor de verdere ontwikkeling van de industrie in Wallonië. Deze holdingmaatschappijen investeerden niet in de nieuwe sectoren en de vestiging van automobielindustrie in Wallonië werd zelfs verhinderd uit schrik voor tekort van arbeidskrachten!

Lees meer...

Van ‘industriële’ naar ‘postindustriële’ maatschappij

Marshallplan = Amerikaans hulpplan die er voor zorgt dat het productieapparaat van de Westerse industrielanden wordt heropgebouwd
> European Recovery Plan

Waarom helpt Amerika? Een snel herstel van de Westerse economieën was nodig om de afzetmarkten voor Amerikaanse economie te verzekeren en voor de opkomst van het communisme tegen te gaan

Belgisch mirakel = Nog voor het Marshallplan heeft België reeds zijn vooroorlogs industrieel niveau bereikt dankzij productie en leveringen aan de geallieerde troepen en buurlanden
> Positief??

Negatief gevolg voor Belgische economie = Andere landen gebruiken Marshallsteun voor vernieuwing/modernisering en zo blijft Wallonië met verouderd apparaat zitten
> De ziek man van Europa

Lees meer...

Buitenlandse investeringen en kolonisatie

Een ander aspect van de internationalisering was de stijging van economische belangen in het buitenland  Kolonies

Kolonie = Gebiedsdeel dat onder het bestuur, de soevereiniteit van een ander land staat
> Zo kon men op een goedkope manier grondstoffen verwerven en een afzetmarkt vinden voor nationale producten

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen