Het permanente inkomen
- Gepubliceerd in Economie
- Reageer als eerste!
de jaarlijkse opbrengst die ieder individu berekent op de door hem geschatte geactualiseerde waarde van het menselijke en niet-menselijke kapitaal waarover hij beschikt.
de jaarlijkse opbrengst die ieder individu berekent op de door hem geschatte geactualiseerde waarde van het menselijke en niet-menselijke kapitaal waarover hij beschikt.
de mens streeft over zijn totale leven heen geen vermogensaccumulatie na. Voor het individuele gezin fungeert het sparen door de verschillende levensfasen heen als een buffer tussen consumptie –en inkomensstroom.
De op een bepaald moment verrichte consumptieve uitgave voor de aankoop van de duurzame consumptiegoederen moet over hun levensduur gespreid worden om de jaarlijkse consumptie te meten. Die wordt daarbij berekend als de som van de afschrijvingen en de omwille van de consumptieve uitgaven jaarlijks gederfde interest.
hangen af van de omvang van het beschikbare gezinsinkomen. Bepalend daarvoor is de grootte van de marginale consumptie –en de marginale spaarquote.
de autonome consumptie het gedeelte van de consumptie dat niet afhangt van de omvang van het beschikbare gezinsinkomen. Met andere woorden, het is het minimumbedrag dat het gezin zou consumeren zelfs indien het gezinsinkomen volledig wegviel. De autonome consumptie is dus slecht mogelijk door een autonoom ontsparen voor hetzelfde bedrag.
de verhouding van de totale besparingen op het beschikbare gezinsinkomen.