Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

regulering, inzet van politiek debat

Het primaat van de markt word in vraag gesteld en er is consensus over de noodzaak van meer regulering van de economie.

socialisten leggen het accent op de rol van de staat: Hendrik De Man (bwp) schrijft een werk die een antwoord bied op de crisis. (plan van den Arbeid)

‘Plan van den Arbeid’: De overheid heeft een sturende rol krijgen in de economie. Socialisten vinden de strijd tegen werkloosheid. (grootschalige programma’s van openbare werken, gefinancierd door de staat) Verder willen ze een verhoging van de koopkracht via een sociaal overlegsysteem. Daarvoor is echter een hervorming van het politieke systeem nodig. Regering en administratie moeten meer armslag krijgen en er is nood aan gespecialiseerde instellingen.

De katholieken pleiten voor corporatisme. Het is een alternatief voor de vrije markt (liberalisme). Economie moet gereguleerd worden, maar de staat mag niet ingrijpen. De belanghebbenden zelf moeten, via hun org, regels kunnen uitwerken. Maar om die regels bindend te maken is er staatsmacht nodig. De milde vorm gaat over een juridisch geheel geïnstitutionaliseerd sociaal overleg, de extremere versie krijgt elke sector één institutionele organisatie.

Verschil etatisme- corporatisme:
Een minimumloon vastgelegd door een overlegorgaan in een CAO bindend voor de betreffende partijen: corporatisme.
Een minimumloon uitgevaardigd door het parlement en is algemeen bindend: etatismea

Bedrijfsorganisatie

- Bedrijfsorg wordt gebruikt om het corporatisme aan te duiden, dat verenigbaar is met de parlementaire democratie en afstand te nemen van het corporatisme dat in fascistische regimes zoals italie bestaat.

- =Veralgemening en institutionalisering van het sociaal overleg, aangevuld met sectorale economische raden en een nationale economische raad die een adviserende of beslissingsbevoegdheid kan hebben.

- Soc en kath nemen voortouw

- Aan de basis van het stelsel liggen vakbonden en werkgeversorg (met rechtspers). Op die manier kan CAO bindend gemaakt worden en worden vakbonden aansprakelijk bij schade door een staking.

- Vredesplicht: tijdens de looptijd van een cao mag niet gestaakt worden om eisen in te willigen waarover in de cao een akkoord is bereikt.

Schema op pag161

Lees meer...

de economische crisis van de jaren dertig: naar economische regulering

-In oktober 1929 crasht de beurs van Wall Street, na een periode van hoogconjunctuur. Treft VS en Europa.

-1931: de crisis is goed voelbaar. De productie loopt terug en de werkloosheid stijgt. Ze wordt bestreden met deflatiepolitiek. Er wordt op overheidsuitgaven bespaart, de productiekosten (o.a. lonen) worden verlaagd om opnieuw concurrentiële te worden. De deflatie politiek is echter geen succes: werkloosheid houdt aan en de economie herneemt niet.

-ook het financiële systeem is in crisis: socialistische bank van den Arbeid en middenkredietkas van de Boerenbond komen in moeilijkheden. Ze dreigen het geld van de spaarders te verliezen (het spaargeld is geïmmobiliseerd om de industrie te financieren) Staat komt tussen.

- De financieel-economische crisis wordt ook een sociale crisis: hoge werkloosheid, dalende lonen en achteruitgang van koopkracht

Lees meer...

collectieve arbeidersovereenkomsten en de index

In de paritaire comités werden collectieve arbeidersovereenkomsten afgesloten, waarin afspraken werden gemaakt over minimumloon, die in beginsel golden voor alle werknemers in het werkingsgebied van het paritair comité, vaak een hele sector.

In de cao’s werden indexclausules ingeschreven: de lonen werden gekoppeld aan de evolutie van de index van de kleinhandelsprijzen. Wanneer die met een bepaald percentage steeg,werden de lonen aangepast.

De indexmechanisme hield verband met de inflatie, die samen met de eerste wereldoorlog de kop opstak. De munt ontwaardde en de prijzen stegen.

Keerzijde van de medaille was dat de vakbonden accepteerden dat de lonen ook automatisch verlaagd werden wanneer de index van de kleinhandelsprijzen daalde.

Toch spanden de vakbonden zich in om de arbeiders het mechanisme te doen aanvaarden omdat de index en het overleg voor hen een strategisch belang hadden.

Overleg was met andere woorden moeilijk verenigbaar met de concurrentiestrategie van de Belgische ondernemers: de reden waren ideologisch en economisch. Ideologisch hielden de werkgevers vast aan het principe dat ze enkel wensten te onderhandelen met de arbeiders van het eigen bedrijf. Economisch: Belgische economie exportgericht. Concurrentie was gebaseerd op lage prijzen. Om concurrentieel te blijven moesten de prijzen de internationale cojunctuur volgen, wat betekent dat de prijzen in crisisperiodes moesten kunnen verlaagd worden. Het overleg vormde daarvoor een hinderpaal: liet niet toe de lonen te laten fluctueren in functie van de prijzen op de wereldmarkt

Nationaal crisisfonds:1920

1924 werd pensioen verplicht voor de arbeiders.

1930 kinderbijslag voor werknemers verplicht

Lees meer...

Van sociale onrust naar sociaal overleg

Zie pag 154 voor tabel over stakingsevolutie

Veel stakingen want men wou na 1918 een arbeidsduurvermindering

De vakbonden zagen veel nieuwe leden toestromen. De vakbeweging was een massabeweging geworden en trachtte de stakingsgolf te gebruiken om de erkenning als gesprekspartner van de werknemers bij de patroons af te dwingen.

In 1919 werd door de regering een overleg opgericht om de sociale conflicten op te lossen: paritair comité. Het bestond uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen