Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

Natuurlijk milieu

Het natuurlijk leefmilieu omvat het water, de bodem, de lucht en de ecologische samenhang van deze milieucomponenten. Dit milieu heeft voor de mens talrijke mogelijkheden, milieufuncties genoemd.

Men kan deze milieufuncties in 5 groepen onderbrengen:

  • De inputfunctie:

grondstoffen en energie voorzien om de productie gaan te houden.

  • De ruimte-scheppende functie:

de ruimte die het milieu verschaft om productieprocessen en de opslag van goederen in onder te brengen.

  • Woonfunctie

een gezond leefmilieu voor de instandhouding van het menselijk leven.

  • Recreatieve functie:

Water, lucht en bodem maken het mogelijk zich te ontspannen.

  • Afval-ontvangende functie

Afvalstoffen uit de industrie kunnen in het milieu worden geloosd. Op die manier bespaart men productiefactoren die anders voor de sanering van deze afvalstromen nodig waren, maar dit zorgt wel voor vervuiling van andere milieufuncties.

De 3 dimensies van de beschikbaarheid van een milieucomponent:

  • Ruimtelijke milieu-schaarste:

Dit impliceert dat de natuurlijke ruimte tekortschiet om te voldoen aan alle functies die de samenleving wil benutten. (bv. Autowegen aanleggen in een dichtbevolkte stad impliceert opoffering van groene zones.)

De ruimtelijke ordening zorgt voor het oplossen van deze allocatieproblemen.

  • Kwantitatieve milieu-schaarste:

Dit impliceert dat de hoeveelheid van een bepaalde milieucomponent te gering is om aan alle voorgenomen functieafspraken te kunnen voldoen.

Bv. Grondstoffen -> hierbij heb je 2 soorten: de hernieuwbare en niet-hernieuwbare. Bij de eerste moet je zorgen dat de instandhouding van de voorraad verzekerd is. Bij de 2de moet men zuinig zijn bij productie en consumptie hiervan. Men moet het gebruik van deze grondstoffen zoveel mogelijk beperken.

  • Kwalitatieve milieuschaarste:

Dit impliceert dat milieufuncties indirect, via een verandering in de kwalitatieve eigenschappen van een milieucomponent, met elkaar rivaliseren.

Bv. Vervuiling -> oplossing: antivervuilingsbeleid.

Lees meer...

Arbeid

De productiefactor arbeid heet 3 aspecten:

  • Het kwantitatieve aspect:

De hoeveelheid arbeid hangt kwantitatief in de eerste plaats af van de omvang en van de samenstelling van de bevolking.

(zichtbaar in een bevolkingspiramide).

  • Het kwalitatieve aspect:

De productiefactor arbeid hangt ook sterk van het kwalitatieve aspect af.

Deze hangt af van bv. De geschooldheid van bewoners van een land.

  • Het tijdsaspect:

Heel wat wettelijke regelingen hebben de duur van de arbeid beperkt: aantal werkuren per dag, vakanties, pensioenleeftijd,…

Lees meer...

Behoeften

De economische behoeften zijn de verlangens van de mens waaraan kan voldaan worden met het inzetten van schaarse middelen (goederen).

De meeste economen nemen aan dat de behoefte van een volkshuishouding vrijwel onbegrensd is. Zodra de primaire behoeften zijn voldaan groeit de vraag naar secundaire behoeften net als de vraag naar differentiatie.

We mogen behoefte niet gelijkstellen aan het goed. Een goed kan een behoefte volledig of slechts gedeeltelijk voldoen. We hebben bv. Een behoefte aan mobiliteit en het goed kan dan een auto zijn, waardoor deze behoefte vervuld wordt.

Neo-klassieke opvattingen:

  • De diensten geleverd door een goed worden uitgedrukt per tijdseenheid. (de levensduur van het product)
  • Van de meeste goederen bestaan er substituten, dus goederen die de behoefte op een andere manier vervullen. Bv. Mobiliteit kan ook vervuld worden met een scooter i.p.v. een auto.

Goederen die op dezelfde manier de behoefte vervullen zijn perfecte substituten bv. Chartaal en giraal geld.

  • De appreciatie van nut van goederen is subjectief. Bv. Een statussymbool van een product is volledig subjectief.

Een econoom laat zijn subjectieve oordelen aan de zijkant en ziet de preferenties van personen als een gegeven, waardoor zijn analyse neutraal is.

Bv. Een econoom maakt geen verschil tussen de analyse van drugs en die van babyproducten. (geen rekening met ethisch karakter)

Economen uit andere leerscholen vinden dat de waarde van goederen en behoeften moet bepaald worden door de gemeenschap. Zij eisen overheidscontrole op de producten. Dit zorgt voor aantasting van de consumentensouvereiniteit en een naïef geloof in de werking van democratische besluitvorming. (verschil valse en echte behoeften ?)

De nuttigheid is het vermogen van goederen en diensten om in een behoefte direct of indirect te voorzien (subjectief). Voor de econoom ontstaat er nuttigheid wanneer er vraag is naar goederen en diensten.

Men spreekt van nut wanneer de econoom doelt op de consumptie door een bepaalde persoon in een bepaalde omstandigheid.

Nuttigheid is de algemene eigenschap van het goed, en nut is het resultaat van de consumptie van het goed.

De welvaart is de mate waarin de behoeften (zowel materieel als immaterieel) in schaarse middelen van een bepaalde regio, land, persoon of groep personen wordt voldaan.

Het welzijn heeft een ruimer karakter en impliceert de bevrediging van verlangens.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen