Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

Stimuleringsprogramma’s

Verschillende stimuleringsprogramma’s werden ontwikkeld om deze tragische cirkel van armoede te doorbreken, want: kinderen in armoede  daling in IQ en zwakke prestaties op school (door moeilijke thuisomgeving)

Bijvoorbeeld: Carolina Abecedarian Project (‘center-based’)
Kinderen kregen een jaar lang fulltime kinderopvang van hoge kwaliteit. Ze ontvingen stimulaties die doelden op het promoten van motorische, cognitieve, taal en sociale vaardigheden. Op alle leeftijd werd er een speciale nadruk gelegd op rijke, responsieve volwassene – kind verbale communicatie. Alle kinderen ontvingen eet en gezondheidsdiensten. Het voornaamst verschil tussen de kinderen die de behandeling kregen en de controlegroep was de ervaring van de kinderopvang.
Resultaten:

Na 12 maanden was er een verschil in IQ, het IQ van de behandelingsgroep lag hoger. Dit verschil blijft lang behouden, nl. tot de laatste meting, toen ze 21 jaar waren. Daarbij komt dat kinderen die behandeld werden beter presteerden bij wiskunde en lezen doorheen hun schooltijd. De behandelde groep registreerden zich ook vaker bij een universiteit en hadden vaker een gekwalificeerde job.

Stimulering moet op vroege leeftijd (baby’s) beginnen.

Early Head Start (= vroege voorsprong)
Een vroege evaluatie als kinderen 3 jaar zijn:

  • Ouders:
    • Warmer, meer stimulerend opvoeden
    • Minder hard straffen
  • Kind:
    • Vooruitgang in cognitieve en taalontwikkeling
    • Afname agressie

Het meeste effect verkrijg je wanneer je het centrum en thuis combineert
Het is alvast een bemoedigend begin (zie ook hfst. 7)

Opmerking: bij ons zijn dit soort interventies niet nodig door goed kleuteronderwijs en kinderopvang. Bij ons ook regulatie door Kind en Gezin.

Lees meer...

Kinderopvang

Kwaliteit van de kinderopvang heeft een belangrijke invloed op de mentale ontwikkeling!

Probleem: In de VS en Canada is er geen nationale regulering / financiering van de kinderopvang (in Europa wel), hierdoor geen normen en is de kinderopvang sterk beïnvloed door macro-systemen (individualisme, beperkte rol overheid, ...)

Vandaar: ‘developmentally appropriate practice’ = geheel van normen voor opvangprogramma’s die aangepast zijn aan ontwikkelingsbehoeften en individuele behoeften van jonge kinderen.
-> Regels zoals een goede verhouding tussen het aantal oppassers en het aantal oppaskinderen.

Lees meer...

Vroege omgeving

Home Observation for Measurement of the Environment (HOME) is een checklist om informatie te verzamelen over de kwaliteit van de thuisomgeving van kinderen door observatie en door interviews met de ouders.
Een fysieke omgeving die georganiseerd en stimulerend is en ouders die aanmoedigen, betrokken zijn en regelmatig affectie tonen voorspellen IQ bij baby’s en in vroege kindertijd, ongeacht SES of etniciteit. Het is heel belangrijk om te praten met baby’s en peuters.
De kwaliteit van de thuisomgeving (HOME) voorspelt IQ van het kind bovenop het effect van het IQ van de ouders en de opleiding. (dus niet enkel genetisch, ook omgeving speelt een rol !)

Lees meer...

Intelligentietests bij jonge kinderen

Bij jonge kinderen maken ze gebruik van het presenteren van stimuli i.p.v. vraag en antwoord. Deze testen gaan zich meestal richten op perceptuele en motorische reacties, maar nu ook steeds meer op vroege taal, probleemoplossen en sociaal gedrag.

Een vaak gebruikte test: Bayley Scales of Infant Development – Versie III. Ze omvatten:

> ‘Cognitive Scale’

> ‘Language Scale’

> ‘Motor Scale’

> ‘Social-Emotional Scale’

> ‘Adaptive Behavior Scale’

Intelligentietests voor kinderen en volwassenen worden op dezelfde manier berekend, namelijk door de intelligentie quotiënt (IQ) te berekenen. Deze score geeft weer om de prestatie van het kind op een intelligentietest te vergelijken met de prestaties van andere kinderen van dezelfde leeftijd.

Om een test te construeren gaat men normen berekenen waarmee in de toekomst anderen vergeleken worden:
- Ligt achter op ontwikkeling (< 100)
- Is gemiddeld inzake ontwikkeling (= 100) (= 50%)
- Loopt vooruit op ontwikkeling (> 100)

Deze normen (= resultaten van (grote groep) mensen op elke leeftijd) nemen de vorm aan van een normale of klokvormige verdeling :

(*) + 1x de standaarddeviatie
(-) + 2x de standaarddeviatie
2: In 2% van de gevallen doe je het beter dan de andere kinderen
98: In 98% van de gevallen doe je het beter dan anderen kinderen en in 2% van de gevallen doe je het minder goed dan andere kinderen.

Maar intelligentietests voor jongere kinderen zijn slechte voorspellers van latere intelligentie omdat:

> Intelligentie schommelt (longitudinaal onderzoek)

> Jongere kinderen snel afgeleid zijn

> Op jonge leeftijd tests andere inhoud hebben (meer motorisch)

Daarom worden scores op tests voor jonge kinderen ontwikkelingsquotiënten (OQ) genoemd.

Predictie iets hoger voor zeer laag scorende baby’s, daarom meestal gebruikt als screeningsinstrumenten (=opsporen van kinderen met problemen)

Omdat kindertesten voor de meeste kinderen geen voorspellingen geven van het IQ op latere leeftijd, hebben sommige onderzoekers gebruik gemaakt van taken uit de theorie van informatieverwerking gebruikt als meting van mentale mogelijkheden (bv. habituatie en herstel). Daarom is in de meest recente versie van de Bayley test ook habituatie en herstel, object-permanentie en categorisatie opgenomen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen