Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Fysieke ontwikkeling

  • Pre-schooljaren: kinderen worden zeer actief. Hun spieren worden groter en balans wordt beter. Ook de fijne motoriek verbeterd.
  • Vroege schooljaren: fysieke ontwikkeling gaat gestaag door.
  • Adolescenten: puberty: de fysiologische veranderingen tijdens de adolescentiefase die leiden tot de mogelijkheid van voortplanting. Het is het begin van seksuele rijping. Kinderen kunnen in deze tijd ook problemen met de identiteit krigjen. Bulimia: een eetstoorlis die gekarakteriseerd wordt door overeten en het dan kwijt raken door een vinger in de keel of laxeermiddelen (ookwel binge eating). Anorexia nervosa: eetstoornis door veel te weinig voeding binnen te krijgen (self-starvation). Beide zijn meer bij vrouwen dan bij mannen.
  • Ontwikkeling van adolescent en hersenen: ze leren om het gedrag te beheersen, meer doelgerichter te zijn en meer georganiseerd. Soms lijken adolescenten volwassen maar zijn dit nog niet, de hersenen zijn zich nog steeds aan het ontwikkelen.
Lees meer...

Ontwikkeling van taal

Biologische en experimentele factoren spelen een rol bij de taalontwikkeling.

  • Bij 1 jr: 1 a 2 woorden zeggen, namen herkennen
  • 1 – 2 jr: 5 tot 20 woorden, 2 woord zinnen, zwaaien
  • 2 – 3 jr: herkent lichaamsdelen, zegt ‘ik’ tegen zichzelf, combineren van werkwoorden
  • 3 – 4 jr: kan verhaal vertellen, zinnen van 4 a 5 woorden, kent 1000 woorden, kent achternaam basis voor taal is hier gelegd
  • 4 – 5 jr: kan in verleden spreken, kent 1500 woorden, herkent kleuren en vormen, vraagt vaak ‘waarom’ en ‘hoe’
  • 5 – 6 jr: zinlengte van 5 a 6 woorden, kent 10000 woorden, herkent objecten door gebruik

Er zijn 3 benaderingen voor taal:

  1. behavioural theories (nurture): deze waren populair in het midden van de 20e eeuw. Kinderen leren taal hier door reinforcement (skinner).
  2. nativist theories (nature): kinderen zijn biologisch geprogrameerd om taal te ontwikkelen (chomsky). Lenneberg geeft aan dat er een ‘critical period’ is waarin mensen taal ontwikkelen.
  3. social interactionist theories (combination of nurture and nature): Bruner.

Wat er overblijft voor de schoolleer:

  • uitspraak
  • grammatica
  • vocabulair en betekenis
  • Pragmatics: de regels van wanneer en hoe je taal moet gebruiken om een effectieve communicator te worden in een bepaalde cultuur
  • Metalinguistic awareness: begrip van diens eigen gebruik van taal.

Het is een misvatting dat kinderen een tweede taal makkelijker leren dan adolescenten of volwassenen. Zelfs gaan ouderen sneller door de verschillende fases van het leren door. Vor uitspraak echter is er wel een kritische periode. Hoe eerder je begint met een tweede taal, des te beter is de uitspraak.

Voordelen van tweetalige opvoeding: correlationeel verband met verhoogde cognitieve mogelijkheden zoals conceptformatie, creativiteit en cognitieve flexibiliteit.

Cultuuronderzoek laat zien dat Piaget accuraat was met zijn verschillende fases.

Vergelijkbaarheden in ontwikkeling van taal:

  • Cognitieve ontwikkeling vereist zowel fysieke als sociale stimulatie
  • Om het denken te ontwikkelen moeten kinderen mentaal, fysiek en linguïstisch actief zijn, ze moeten ermee experimenteren. Maar ze hebben ook baad bij leskrijgen, leiden, voordoen ed.
  • Spelen speelt een rol. Het is een manier waarop kinderen hun denken nuitproberen.
  • Iets proberen te leren wat kinderen al weten is saai en iets leren waar een kind nog niet aan toe is frustrerend en ineffectief.
  • Uitdaging met begeleiding is stimulerend.

Lees meer...

Assisted learning

bieden van strategische hulp in de verschillende fases van leren/ontwikkeling. Deze hulp neemt gestaag af terwijl de leerling meer zelfstandigheid ontwikkeld. Strategieen van assisted learning in tabel 2.3, blz 62.

Lees meer...

scaffolding

steun om te leren en om problemen op te lossen. Deze steun kunnen zijn: hints, herinneringen, aanmoediging, probleem verdelen in kleinere stukken, een voorbeeld laten zien of wat dan ook die een leerling laat groeien in onafhankelijkheid.

Lees meer...

Zone of proximal development

is de ruimte tussen de huidige ontwikkeling van een kind (door te kijken naar het onafhankelijk oplossen van een probleem) en de mate van ontwikkeling die haalbaar is voor een kind. Dus: fase in welke een kind een taak kan volbrengen indien genoeg support en hulp wordt aangeboden.

Maar Vygotsky legde niet uit wat die cognitieve processen dan zijn. Piaget was meer geïnteresseerd in de gedachten van kinderen dan het helpen van de leraren.

Er zijn 3 manieren waarop iets doorgegeven kan worden op een ander:

- Imitative learning: de ene doet de ander na.

- Instructed learning: leerlingen volgen instructies op en gaan daarna over op zelfregulatie.

- Collaborative learning: wanneer een groep peers ernaar streeft om elkaar te begrijpen en leren komt voort uit dat proces.

Vygotsky ging het meest naar instructive learning door directe les of gestructureerde ervaringen. Hij dacht dat cognitieve ontwikkeling kwam door de omgang met beterwetenden uit een gemeenschap. De meeste begeleiding komt vanuit de taal (in westerse gemeenschappen in ieder geval).

Lees meer...

Private speech

children’s self-talk, die hun gedachten en acties geleiden. Vygotsky zei dat dit kwam door self-regulation en Piaget zei dat het kwam door egocentric speech. (blz 55).

Lees meer...

cultural tools

de echte tools (computers, schalen en regels) en het symbolische systeem (nummers, taal en grafieken), deze staan mensen in een gemeenschap toe om te denken, communiceren, kennis te vergaren en problemen op te lossen.

Lees meer...

co-constructed

een sociaal proces waarin mensen interacteren en overleggen om zo begrip te krijgen of om zo een probleem om te lossen. Het eindproduct wordt gevormd door elke participant.

Ze vonden beiden interactie belangrijk, alleen Piaget zag die in een andere rol. Piaget dacht dat interactie zorgde voor een ontwikkeling door het creeeren van disequilibrium (cognitieve conflict). Dus interactie was volgens Piaget het beste tussen peers, omdat die gelijken zijn.

Lees meer...

Sociocultural theory

benadrukt de rol in ontwikkeling van kinderen bij coöperatieve dialogen en met mensen die meer kennis hebben in de gemeenschap. Kinderen leren over de cultuur van de gemeenschap.

Hij geloofde dat menselijke activiteit plaats vind binnen een culturele setting en dat deze niet begrepen kunnen worden zonder deze setting. Omdat onze mentale structuren en processen getraceerd kunnen worden door onze interacties met anderen.

Hij dacht dat elke culturele ontwikkeling twee keer voorkwam. 1 keer op sociaal niveau en 1 keer op individueel niveau, eerst tussen mensen (interpsychological) en dan binnenin het kind (intrapsychological).

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen