RSV
- Gepubliceerd in Geschiedenis
wil voldoende ruimte, spoor- en autosnelwegen, waterwegen, goede bereikbaarheid
=> versterking van de bestaande concentratie van specifieke economische activiteiten.
wil voldoende ruimte, spoor- en autosnelwegen, waterwegen, goede bereikbaarheid
=> versterking van de bestaande concentratie van specifieke economische activiteiten.
stations, zeehavens, luchthavens,…) = motor voor de economische ontwikkeling van Vlaanderen.
wonen en werken bij elkaar in de stad (vb.: wonen boven een winkel)
scheiding tussen stedelijke en open ruimtes
R.U.P. = legt voor een gebied vast welke activiteiten er mogen plaatsvinden.
langetermijnvisie, over wat de overheden WILLEN realiseren, rekening houdend met de bestaande realiteit.
-> Eens goedgekeurd door de Vlaamse regering, dan vervalt het gewestplan voor dat gebied.
Overheid -> men streeft naar duurzame (spaarzaam zijn met open ruimte), kwalitatieve (goede kwaliteit) rekening houdt met de ruimtelijke draagkracht (= grens die een plaats aan menselijke activiteit kan
dragen)
bestemming van de gronden vastleggen
Voordeel:
- Er ontstaat een sterke juridische zekerheid.
- De bestemming van de grond wordt zwart op wit vastgelegd.
Nadelen:
- Het gewestplan is veel te gedetailleerd zonder dat er een globale visie over een bepaalde streek
bestaat.
- Gewestplannen zijn statisch: enkel de eindtoestand wordt weergegeven en niet hoe er naar toe
gewerkt met worden.
- Sinds hun opstelling zijn de stedebouwkundige inzichten, de maatschappij,… sterk geëvolueerd
maar het plan werd niet of nauwelijks gewijzigd.
- Voor hun goedkeuring hadden de politici al vele wijzigingen aangebracht en werden er ook
vervalsingen vastgesteld.
Suburbanisatie (de jongeren en de rijken trekken weg)
Vergrijzing (armere migranten)
Verpaupering (verarming) in de stad
Afname draagvlak
Voorzieningen verlaten de centrale stad
Steden verliezen aantrekkelijkheid
Verdergaande suburbanisatie
-> Suburbanisatie = uitbreiding van de stad in de 30ste eeuw.
-> Stad leven, maar werken in de stad = RURBANISATIE
= > nieuwe infrastructuur (wegen, recreatie,..)
= > platteland bedreigd.
-> Gentrification = terugtrek naar de stad door een stedenbeleid -> verkrotte panden vervangen door betaalbare stadswoningen, groene ruimte maken, werk maken van de verkeersleefbaarheid (vb.: lussen van openbaar verkeer, fietspaden, verkeersluwe straten, …),…
Bebouwde ruimte -> woonruimte, infrastructuur, industrie en handel
-> Verspreid => versnippering
-> Geconcentreerd in woonkernen
Morfologische verstedelijking = zichtbaar aanwezig zijn van stedelijke elementen in het landschap (meer dan 30% bebouwt -> verstedelijkt)
Functionele verstedelijking = verstedelijking op basis van de hoeveelheid en kwaliteit van de functies die een woonkern aanbiedt.
Functies open ruimte:
• Economische functie: voedselproducent – houtproductie
• Recreatieve functie : toerisme
• Ecologische functie : natuurbehoud, waterwinning
-> Vaak samengaan van verschillende functies
Stedelijke functies = wonen, handel, industrie, vervoer, recreatie,… (vaak duidelijk onderscheid baar.) Invloedssfeer = hoeveelheid en kwaliteit van den stedelijke functies.