Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Spanje volgt Portugal

De Portugezen ondernamen als eersten ontdekkingsreizen om Indië te bereiken. Ze volgden de kust van Afrika zuidwaarts. In 1488 voer Bartolomeus Diaz als eerste om de Afrikaanse zuidpunt. Langs deze zeeweg bereikte Vasco da Gama in 1497 de westkust van India. De Portugezen hielden deze routes strikt geheim.

Columbus had zich voorbereid op de reis naar Indië. Hij was ervan overtuid dat er een westelijke route moest zijn. Columbus gebruikte de kaart van Toscanelli en verzamelde informatie over windrichtingen en stromingen op de Atlantische Oceaan. Het nieuwe model handelsschip uit die tijd, het karveel, was geschikt voor grote afstanden. Met drie van zulke schepen begon Columbus in 1492 aan zijn tocht. Na vijf weken zette hij voet aan land in het

Caribische gebied. Hij noemde de inwoners Indianen, omdat hij dacht dat hij in Indië was. Door zijn reisverslag zou men later beseffen dat het een onbekend gebied betrof. Portugezen pioniers in ontdekkingsreizen → Bartolomeus Diaz als eerste om Afrikaanse zuidpunt, daarna Vasco da Gama → Geheime routes → Columbus gebruikte kaarten van Toscanelli voor zijn reis → met 'karvelen' ging hij op reis → dacht dat hij Indië had bereikt → was eigen Caribische gebied → loser

Lees meer...

Motieven om op reis te gaan

Door tussenhandel (bijv. Arabië → Venetië → Europa) maakte producten duur, vooral specerijen. Het leek de Europeanen veel voordeliger om zelf producten uit Indië te halen. Over land was dit onmogelijk, omdat de Arabieren geen Europese handelaren in hun gebieden toelieten. En een zeeweg was nog niet bekend.

Motieven om op reis te gaan:
● Zelf producten uit landen halen
● Christendom verspreiden
● Koningen wilden door ontdekkingsreizen hun macht en status vergroten
● Portugese koning wilde priester Johannes vinden, die diep in Afrika zou heersen als een vorst, om met hem een pact te sluiten tegen de moslims.

Lees meer...

Wereldbeeld rond 1450

Aan het eind van de 15e eeuw was het wereldbeeld een stuk verbeterd. De kaarten van Europa waren door handelscontracten redelijk betrouwbaar geworden. Maar hoe verder van Europa af, hoe onduidelijker de kaarten waren. Al in de Middeleeuwen was er gediscussieerd over de vorm van de aarde.

Wetenschappers kenden de ideeën van de oude Griek Ptolemeüs (87-150 n. Chr) en vonden aanwijzingen voor de bolle vorm van de aarde. In het drukbevaren Middellandse Zeegebied wisselden zeelui kennis uit over zeeroutes, zeestromingen en windrichtingen. Meer kennis over de wereld → meer handel → op zee wisselden zeelui kennis uit → men begon Ptolemeüs te geloven (aarde is rond)

Lees meer...

Filips II en Jan zonder Land (John Lackland)

De Franse koning Filips II wilde van Frankrijk een goed bestuurde staat maken. Hij breidde zijn koninklijk bezit uit door na het overlijden van een leenman diens leen bij de kroondomeinen (eigendommen van de monarchie/de koning) te voegen. Hij veroverde de Engelse bezittingen in

Frankrijk toen hij van zijn kruistocht uit Palestina was teruggekeerd, terwijl zijn machtige tegenstander Richard Leeuwenhart daar nog tegen Saladin vocht. In tegenstelling tot de Franse koning, verloor de Engelse koning juist land en macht. Toen RIchard Leeuwenhart in 1199 overleed nadat hij was getroffen door een kruisboogpijl, volgde zijn broer John hem op. Maar deze was geen partij voor de Franse koning. Het verlies van bijna alle Engelse gebieden in

Frankrijk zette kwaad bloed bij de Engelse adel en vooral bij de burger van Londen. Ze hadden nu tevergeefs veel geld aan de koning gegeven voor de strijd tegen Frankrijk. Ze dwongen daarom John, Jan zonder Land, in 1215 de Magna Carta te tekenen, een document waarin de macht van de koning zou worden ingepertk.

Filip II → wilde goed bestuurd land → veroverde bezittingen → Richard Leeuwenhart (Engels koning) stierf na gevecht in Palestina, waar de Franse koning hem had achtergelaten → Jan Zonder Land opvolger → 1215 tekent hij de Magna Carta vanwege boze burgers → macht van de koning ingeperkt

De Engelse koning was leenman van de Franse koning voor de provincie Aquitanië, een groot gebied in Zuidwest Frankrijk. Deze situatie leidde tot de Honderdjarige Oorlog (1337 - 1453). Voor de Fransen verliep de oorlog ramplzalig. In 1347 behaalde de Engelse koning bij Crécy een glansrijke overwinning. Het Franse ridderleger bleek niet opgewassen tegen de Engelse boogschutters en lansdragers. De Franse bevolking had tijdens de Honderjarige Oorlog zwaar te lijden onder het oorlogsgeweld.

Lees meer...

Handel over grote afstand

Koopmansgilden: samenwerking tussen handelaren waardoor ze elkaar voordeel konden geven in de handel, elkaar konden helpen op reis en voor verre reizen genoeg geld bijeen kregen.

Hanze: één stap 'verder' dan een gilde. Internationale samenwerking tussen handelaren. De bekendste Hanze was die van de belangrijkste handelssteden aan de Noordzee en Oostzee. Daar werd gehandeld in graan, vis en hout, en in duurdere producten zoals was, pek, barnsteen of bont. Hambürg en Lübeck hadden de leiding van deze Hanze. Het gebied rond de Oostzee werd een belangrijke leverancier van graan en vis voor de steden in onze drassige kuststreken, waar door een geringe graanoogst weleens hongersnood dreigde.

12e en 13e eeuw: Vlaamse handelaren bezochten jaarmarkten in de Franse champagnestreek om 'laken' verder in Europa te verhandelen. Jaarmarkten werden later een centrum van internationale handel, een 'handel van verre'. Hier werden producten van ver uiteenliggende gebieden uitgewisseld.

Lees meer...

Brugge, haven voor Vlaanderen

In Vlaanderen produceerden de steden laken, een wollen stof van hoge kwaliteit. In de 11e eeuw kwam daarvoor de stof van het platteland. De lakenproductie was succesvol, waardoor er meer stof nodig was. Handel over zee was lastig: Brugge was alleen bij hoog water bereikbaar

voor schepen, omdat het gescheiden werd van de open zee door een waddenzee. Een natuurverschijnsel verandere dat: in 1134 sloeg een vloedgolf een diepe bres in het moerassige land, het Zwin. Nu konden de zeeschepen verder landinwaarts varen. Brugge werd vanaf dat moment voor heel Vlaanderen de belangrijkste handelsstad.

Productie van laken → succesvol door veel mensen in steden → meer stof nodig → via zee was moeilijk door waddenzee → 1134: vloedgolf → Brugge nu bereikbaar voor schepen → belangrijkste handelsstad

Lees meer...

Nijverheid en handel in steden

Door voedseloverschotten konden steden ontstaan. In het oude Mesopotamië bestonden steden al, maar deze konden weer worden uitgebreid en nieuwe steden werden opgebouwd.

Door voedseloverschotten hoefde niet iedereen meer boer te zijn. Sommige mensen konden in hun levensonderhoud voorzien door handel en nijverheid. 12e eeuw: koningen, hertogen en graven stimuleren de ontwikkeling van steden om handel en nijverheid te bevorderen, maar ook wegens politieke redenen. Vanuit de stad kon een graaf het omliggende platteland besturen, controleren en verdedigen.

Voedseloverschotten → Oude steden werden groter en nieuwe steden ontstonden →

Door voedseloverschotten niet iedereen boer meer → Handel en nijverheid → Groei v/d steden → Koningen, hertogen en graven stimuleerden groei van steden, ook om politieke redenen → Vanuit de stad kon een graaf het platteland besturen, controleren en verdedigen.

Lees meer...

Meer landbouwgrond

Vroege middeleeuwen: kleine dorpsgemeenschappen economisch vrijwel autarkisch.
● Op het domein deden de horigen het werk
● De heer kreeg de pach
● Kerk kreeg tienden (10% van de oogst)
● Deel van de oogst die overbleef was voor eigen consumptie

Door landbouwontginningen veel veranderingen in de Tijd van steden en staten:
● Vrije en horige boeren maakten woeste gronden en bossen geschikt voor landbouw
● Ploegen werden getrokken door paarden in plaats van ossen
● Een nieuw soort ploeg. Maakte niet alleen de grond los, maar kon die ook omkeren.
● Intensiever gebruik van landbouwgrond door drieslagstelsel i.p.v tweeslagstelsel.

Veranderingen door landbouwontginning → geen autarkische economie meer binnen kleine dorpsgemeenschappen → meer landbouwgrond door veranderingen → meer voedsel → bevolkingsgroei

Lees meer...

De kern

11e en 12e eeuw: landbouwontginningen; het geschikt maken van grond voor de landbouw. Door de landbouwontginningen kwam er meer landbouwgrond en dus voedsel beschikbaar. Het gevolg was dat de bevolking toenam, en de mensen weer in steden gingen wonen. Mensen hoefden niet meer zelfvoorzienend (autarkisch) te leven, dus kwam er handel en nijverheid in de steden.\

Landbouwontginningen → Meer landbouwgrond → Meer voedsel → Bevolkingstoename → Mensen verhuisden naar steden → Karakter van samenleving veranderde van agrarisch naar agrarisch-urbaan.

Lees meer...

Kloosters in de samenleving

De kerk speelde een rol bij het uitbannen van de slavernij, die nog een erfenis was uit de Romeinse tijd. Hoewel sommige kloosters nog tot in de zevende eeuw slaven bezaten, streefde de Kerk ernaar om de slavernij af te schaffen.

Kloosters kregen vaak landgoederen via schenkingen van rijke gelovigen. Deze hoopten door een deel van hun rijkdom aan de Kerk te geven, voor een plekje in de hemel in aamerking te komen. Sommige van deze kloosters ontwikkelden zich tot grootgrondbezitters en gingen deel uitmaken van het feodale stelsel.

Kloosters hadden ook een sociale functie: mensen konden er terecht met hun problemen. Slavernij erfenis uit de Romeinse tijd → Kloosters en Kerk grote rol bij uitbannen slavernij // Kloosters kregen landgoederen via schenkingen van rjike gelovigen → Deze hoopten een 'plekje in de hemel te kopen' → Daardoor kloosters grootgrondbezitters → Deel uitmaken van feodale stelsel

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen