Item gefilterd op datum: december 2012

In dit onderdeel kijken we naar de invloed van de diverse personen die betrokken zijn bij de productie van soaps, op de inhoud die gecreëerd wordt.

Bij soap opera’s zijn het verhaal, de plots en de personages belangrijker dan de acteurs en de productiekwaliteit. Daarom hebben ook de schrijvers de belangrijkste rol wat betreft inhoud.

De producer zorgt voor het goede verloop van de soapproductie. Hij stelt productieschema’s op, legt deadlines vast, .. De producer is dus wel de eindverantwoordelijke voor de creatieve aspecten, maar zijn rechtstreekse invloed op de show is beperkt. De producer onderhoudt ook de relatie met de pers. Er zijn drie soorten producers:

- filmmakers: jongere, goed opgeleide mensen die de ambitie hebben later filmregisseur te worden.

- Schrijvers-producers: zij willen verhalen met een waardevolle boodschap vertellen aan een breed publiek, hierdoor komen ze vaak in conflict met het management.

- Carrière-producers: zijn vooral begaan met hun carrière binnen de televisiemaatschappij. Ze zijn meestal ouder en minder goed opgeleid. Zij hebben dus ook minder problemen met het management vermits ze hetzelfde doel hebben : een zo groot mogelijk publiek bereiken.

Acteurs die meespelen in soaps staan meestal niet zo sterk in hun schoenen als deze die sterren worden in ‘prime time’ series. Soapacteurs kunnen makkelijker uit het stuk worden geschreven.

Soapregisseurs hebben vaak een minder sterke invloed op de media-inhoud die zij creëren dan andere regisseurs. De voornaamste taak van de soapregisseur is dat hij de scripts vertaalt in episodes die klaar zijn om uitgezonden te worden.

• evenveel mannen dan vrouwen
• meesten tussen de 35 en 55 jaar oud
• laag percentage getrouwden
• een groot aantal tewerkgestelde personages, voornamelijk geprofessionaliseerde (vb. dokters, enz)

De gebeurtenissen in soaps vinden meestal plaats op de volgende locaties: thuis, op café, in het restaurant, hospitaal, op het werk en in de straat.

- worden door de productieafdeling binnen de televisiemaatschappij of door een onafhankelijke productie firma gemaakt.

- Beperkt aantal , klassieke themas , personages en locaties

Soaps :

Typisch narratieve elementen ( Kilborn, Chandler, Mumford)

- Karakteristiek voor de soap opera is de organisatie van de tijd. De tijd lijkt op hetzelfde tempo te verlopen zoals in de buitenwereld. Vb. het samenvallen van kerstmis

- De soap opera is een never ending story. De soap opera bestaat uit individuele verhalen die zich ontwikkelen over verschillende episodes of afleveringen. De oplossing van één conflict leidt nooit tot het definitieve einde maar wordt vervangen door nieuwe conflicten.

- Eveneens typisch voor de soap opera’s is de trage ontwikkeling van gebeurtenissen. De opbouw en de nasleep worden benadrukt, en de dramatische gebeurtenis zelf niet. Door dit trage verloop heeft het een realistischer karakter. Door de trage vooruitgang lijkt het ook alsof de soappersonages een ‘unrecorded existence’ leiden in de dagen en uren tussen twee afleveringen.

- De soap opera bestaat uit verstrengelde verhaallijnen: er wordt heel de tijd heen en weer gegaan tussen de verschillende verhaallijnen.

- Een groot aantal personages: zij worden op een snelle manier gekarakteriseerd en getypeerd door vb. kleding en stem.

- Cliffhanger: spannend einde zodat de kijker nieuwsgierig is voor de volgende aflevering

Er zijn vijf archetypes die overheersen wat betreft personages

- Het stijlvolle, voorstedelijke type: hoog opgeleide, prestatiegerichte, professionele mannen en vrouwen, gewoonlijk alleenstaand of gescheiden, tussen 20 en 40 jaar oud. Zij zijn trend en worden geportretteerd als zorgeloos een egoïstisch.

- De subtiele alleenstaande persoon: jong, goed opgeleid en professioneel. Gewoonlijke een carrièregerichte vrouw, die in tegenstelling tot de eerste categorie vriendelijk is, en begaan met familie en vrienden.

- De traditionele familiepersoon: getrouwd, geen typische klasse of leeftijd. Gewoonlijk een vrouw die zorgt voor ‘het bijeenhouden van de familie’.

- De succesvolle ‘workaholic’: gewoonlijk van middelbare leeftijd, meestal een man, maar in toenemende mate een vrouw. Meestal gescheiden vanwege de focus op het werk. Hij of zij is in principe goed maar dit vermindert doordat er te veel belang aan het werk wordt gehecht.

- De elegante ‘socialite’: gewoonlijk een vrouw van middelbare leeftijd, uit de middenklasse. Zij zijn rijk en gaan kwistig om met hun geld, en zijn excentriek. Zij zijn egoïstisch en onbetrouwbaar.

- Beverly hills

- Bay watch

- According to jim

- Afleveringen staan op zichzelf ; handelen iedere keer over een bepaald thema

• Vb. Wittekerke
• Bij de echte ‘serials’ maken we een onderscheidt tussen traditionele soaps die: iedere weekdag in de namiddag of de vroege avond worden uitgezonden, dit zijn de zogenaamde daytime serials. Vb. bold and the beautiful .
• De andere soort zijn de prime time/ evening serials: die minder frequent op het scherm te zien zijn, maar wel wat langer duren ,meer actie en snelheid bevatten en ook op diverse locaties zijn gefilmd. Sommige auteurs noemen dit ‘soaps’ terwijl andere het een ander genre vinden.

• media is ingebed in een bepaalde cultuur en reflecteren de ideologie die daarin aanwezig is.
• Westen : geloof in het kapitalistische systeem
• Media bakenen de lijnen van een cultureel dus af zo moeten ze waarden, gedragingen, enz. gedefinieerd worden als aanvaardbaar en andere als illegitiem.

Organisationele benadering van de fictieproductie

Massacommunicatie is een georganiseerde activiteit , een vorm van massaproductie van gestandaardiseerde inhouden. Komt vooral tot uiting bij tv-fictie , soap opera’s

• Hoewel het publiek de belangrijkste omgevingsfactor is voor elke mediaorganisatie, hebben mediaprofessionals een zeer vaak beeld van hun publiek.
• Men kijkt neer op het incompetente volk en men zegt wel eens dat journalisten in de eerste plek voor zichzelf schrijven. Vasterman en Aerden stellen vast dat er amper pogingen worden ondernomen om het publiek te leren kennen, en dit komt door:
  • Het feit dat journalisten het liefst de teugels in eigen handen nemen ( zij kennen het publiek geen beoordelingsbevoegdheid toe over de kwaliteit van hun werk)
  • Het feit dat men het publiek stereotypeert (vb. brievenschrijvers zijn zeurkousen)
  • Het feit dat het publiek volgens de gangbare journalistieke opvatting meer informatie nodig heeft dan het denkt te willen (vb. zwaardere politieke onderwerpen)
  • En door het gegeven dat journalistieke ‘publieksvertegenwoordigers’ steeds minder deel uitmaken van het publiek dat ze vertegenwoordigen.

Andere auteurs zeggen het tegenovergestelde. Vb. redacteurs van vrouwenbladen voelen zich sterk verantwoordelijk t.o.v. hun publiek.

• persvrijheid: één van de hoekstenen van de democratie. Vandaar de vierde macht. Verweven in de notie van de ‘vrije pers’ is het idee dat de media een veelheid van gezichtspunten uitdrukken die tegemoetkomen aan de smaken en opinies van allen.
• De vrijheid van pers is in belangrijke mate een mythe. In de praktijk heeft geen enkele regering de massamedia volledig vrij laten ontwikkelen. Er wordt namelijk steeds controle uitgeoefend via wetten, reguleringen, ..
• De staat heeft een rechtstreekse invloed op de berichtgeving die er in dagbladen in de omroep verschijnt:
  • Via meer algemene wetten die een objectieve, neutrale, professionele berichtgeving eisen
  • In noodsituaties oefent de regering een directe invloed uit op de nieuwsmedia (vb. censureren van de golfoorlog)
  • Via het bestaan van zogenaamde ‘staatsgeheimen’, de zwijgplicht van ambtenaren
  • Via regelingen die de verslaggeving over rechtszaken bepalen
  • Via wetgeving omtrent ‘smaad en eerroof’, die de vrije meningsuiting inperkt
  • …

• De media-inhoud kan beïnvloed worden door de adoptie van nieuwe technologieën.
• Video, satelliet , grafische technieken
• Leidt tot een beter beeld van de nieuwsredactie
• Minder spellingsfouten
• Online verzenden en direct aanwezig zijn van bv. kranten in andere regio’s
• Internet blijkt ook veel invloed te hebben op het journalistieke werk, men omschrijft het met de term computer assisted reporting. (vb. elektronische post, WWW, ..) Het heeft ook de volgende consequenties:
  • De informatieverzameling kan via het internet en via e-mail meer en meer vanuit eigen werkplek gebeuren
  • De verschuiving van verslaggeving naar redactie versnelt. De journalist moet steeds minder informatie halen om die steeds meer ter plekke raadpleegbaar is.
  • Het belang van informatiemanagement neem toe: selecteren, beoordelen en bewerken van binnenkomende informatie wordt steeds wezenlijker. De betrouwbaarheid van informatie op het Internet wordt wel moeilijker te controleren.
  • Het werken met online media vergt een toenemende technische vaardigheid van de journalist

- De nood om winstgevend te zijn, oefent druk uit op hun activiteiten

- Reclame is één van de voornaamste bronnen van inkomen 

Bijgevolg hebben de eisen van adverteerders dus een invloed op de nieuwsinhoud

- Moet overeenkomen met het imago van de adverteerder vb. tabaksfabrikanten die pogingen ondernemen om schadelijk gevolgen van roken te publiceren

- Niet alle media zijn privaat, sommigen ook publiek ( van de overheid ).