Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

De theorie van Sternberg

Triarchische theorie van intelligentie: omvat 3 soorten intelligentie(analytische, creatieve en praktische) die elkaar in evenwicht moeten houden. Door dat evenwicht bereik je succes in het leven volgens iemand zijn persoonlijke doelen en de vereisten van iemand zijn culturele samenleving. Die 3 soorten intelligentie hebben te maken hebben met:

- Vaardigheden i.v.m. informatieverwerking

- De vaardigheid om nieuwe taken op te lossen

- Toepassingen op alledaagse situaties

Lees meer...

Individuele intelligentietests

  • Uitgevoerd door getrainde psychologen
  • De onderzoeker observeert niet enkel de antwoorden, maar ook het gedrag. Zoals aandacht schenken aan, interesse in de taak, ...
  • Stanford-Binet intelligentieschaal, vijfde editie

-Van 2 jaar tot volwassenen

-Buiten algemene intelligentie meet het nog 5 intellectuele factoren:

  • Algemene kennis
  • Kwantitatief redeneren
  • Visueel – ruimtelijke verwerking
  • Werkgeheugen
  • Basisinformatieverwerking

Elke factor bevat een verbale en non-verbale ‘mode of testing’

-De non-verbale subtests zijn vooral handig voor mensen die niet zo goed Engels kunnen, hoorproblemen of met communicatieproblemen

-De kennis en kwantitatief redeneren factoren benadrukken de cultureel geladen, feiten georiënteerde informatie, zoals woordenschat en rekenkundige problemen

-De basisinformatieverwerking , visueel – ruimtelijke verwerking en werkgeheugen factoren worden veronderstelt minder cultureel vooringenomen te zijn omdat ze minder specifieke informatie vereisen

Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC)

  • Gebruikt voor kinderen tussen de 6 en de 16 jaar
  • Het meet algemene intelligentie en 4 hoofdfactoren:
    • Verbaal redeneren
    • Perceptueel redeneren
    • Werkgeheugen
    • Verwerkingssnelheid
    • Volgens de ontwerpers is het resultaat van deze tests het meest “culture-fair” van alle intelligentietests die voor handen zijn
    • Deze test was de eerste test die gestandaardiseerd werd voor kinderen die de gehele populatie van de US, inclusief etnische minderheden, representeren.

Lees meer...

Collectieve intelligentietests

  • Wordt regelmatig uitgevoerd in klassen (door leerkrachten)
  • Bruikbaar voor planning en opzet van het onderwijs
  • Bruikbaar voor ‘screening’, d.w.z. kinderen identificeren waarvoor meer uitgebreide evaluatie nodig is.
Lees meer...

Definiëren en meten van intelligentie

Algemene intelligentie : globale score (IQ) die het redeneervermogen vat.

Intelligentie is een verzameling van veel capaciteiten die niet allemaal voorkomen in de huidige intelligentietesten.
Onderzoekers gebruiken een ingewikkelde statistische techniek, factor analyse genaamd:

- Dient om de verschillende capaciteiten die intelligentietests meten te identificeren.

- Het identificeert welke sets van testitems samen een cluster vormen. Dat betekent dan dat degene die de test afleggen hoog scoren op 1 item in die cluster, ook hoog scoren op de andere items in die cluster.

- Zo’n aparte clusters noemt men factors.

Klassieke benadering van intelligentietests :

Lees meer...

Rekenen

Grote vooruitgang bij kinderen op de basisschool.

Hoe men rekenen moet aanleren, is analoog aan de discussie over leren lezen:

- “Drill” (vaak inoefenen)

- “Getalgevoelig” (inzicht)

Idem voor meer complexe vaardigheden
bv. “lenen” bij aftrekken en werken met breuken.

Kinderen die zwak presteren bij het aanleren van de basis van rekenen hebben niet geëxperimenteerd met strategieën om te zien welke het meest effectief zijn.
-> Dit toont aan dat studenten aanmoedigen om strategieën toe te passen en er zeker van zijn dat ze begrijpen
waarom die strategieën werken essentieel is voor een degelijke beheersing van de basis van rekenen

Het is dus heel belangrijk dat kinderen:

- De kans krijgen om te experimenteren met probleemoplossen

- De reden achter die strategieën begrijpen

- De oplossingstechnieken kunnen evalueren !

Aziatische kinderen krijgen meer ondersteuning :

> In taal

  • Zuiver positioneel systeem (bv. 15 = 10 + 5)
  • Consistente structuur van nummerwoorden (bv. ten-two voor 12)
  • Telwoorden zijn kort / makkelijker uit te spreken , waardoor hogere snelheid van het denken

> Op school

  • Minder “drill”
  • Meer inzicht

Lees meer...

Lezen

Om te lezen zijn er veel vaardigheden nodig. Het is zo veeleisend dat deze vaardigheden automatisme zouden moeten zijn. Wanneer dit niet het geval is en er enkele onderontwikkelt zijn, zullen ze strijden voor plaats in ons beperkt werkgeheugen. Hierdoor zullen prestaties in lezen dalen.

Fonologisch bewustzijn
= het vermogen om na te denken over en om te gaan met de klankstructuur van de gesproken taal, zoals dat blijkt uit gevoeligheid voor veranderingen in klanken in woorden en voor niet-correcte uitspraak.

> Het voorspelt lees- en spellingsprestaties

> Helpt kinderen om onderdelen in gesproken taal af te zonderen en met elkaar te verbinden, waardoor ze beter lezen

Ook andere vaardigheden zorgen ervoor dat ze beter kunnen lezen:

- Snelheid van informatieverwerking

- Visueel scannen en onderscheidingsvermogen

è Als men al deze vaardigheden efficiënt uitvoert, verlicht dit het werkgeheugen waardoor moeilijkere activiteiten, zoals het begrijpen van de betekenis van de tekst , mogelijk wordt.

Hoe kan men het lezen het best aanleren? -> 2 benaderingen:

  • Globale benadering
    • Lezen aangeleerd zoals natuurlijke taalverwerving. Kinderen moeten blootgesteld worden aan een tekst in zijn volledige vorm (brieven, verhalen, gedichten,...) zodat ze de communicatieve functie van geschreven taal leren appreciëren.
    • Zo lang het lezen volledig blijft en betekenisvol is, zullen kinderen gemotiveerd zijn om de specifieke vaardigheden die ze nodig hebben te ontdekken.
  • Fonetische benadering
    • Lezen aangeleerd door aanbieding van vereenvoudigde leesmaterialen.
    • Eerst: aandacht voor fonetiek (= basisregels voor omzetten van geschreven symbolen in klanken)
    • Daarna: complexere leesmaterialen

- Een combinatie van beide helpt kinderen het meest bij het leren lezen

- Waarom?

- Kinderen de relatie aanleren tussen letters en geluiden stelt het kind in staat om woorden die ze nog nooit eerder gezien hebben te ontcijferen

- Maar wanneer het oefenen van basisvaardigheden te veel benadrukt is, kunnen kinderen het doel van het lezen uit het oog verliezen, nl het begrijpen.

Lees meer...

Cognitieve zelfregulering

= proces van continu opvolgen van de vooruitgang in de richting van het gestelde doel, evalueren van de
resultaten, en niet-succesvolle benaderingen een andere richting opsturen.

Kinderen hebben het hier heel moeilijk mee, ze hebben moeilijkheden met wat ze weten over denken in acties om te zetten.
Bv. Lizzie weet dat ze items zou moeten groeperen wanneer ze hen herinnert en dat ze een moeilijke paragraaf opnieuw zou moeten lezen om zeker te zijn dat ze dat verstaat. Maar ze doet het daarom nog niet.

Om cognitieve zelfregulering te bestuderen, kijken onderzoekers soms naar de impact die het bewustzijn van geheugenstrategieën hebben op hoe goed ze herinneren.
 Hoe meer kinderen weten over strategieën, hoe meer ze herinneren. Deze relatie wordt versterkt doorheen
de lagere schoolleeftijd.

Cognitieve zelfregulering ontwikkelt zich geleidelijk, omdat zelfregulering veel vraagt.

Ouders en opvoeders kunnen helpen bij zelfregulering door bv. goede strategieën te suggereren en uit te leggen waarom ze werken.

Indien veel zelfregulering  zelfvertrouwen in prestaties op school

Indien weinig zelfregulering  aangeleerde hulpeloosheid

Lees meer...

‘Theory of mind’

= set van ideeën over mentale activiteiten (wat is denken? Wat is geloven?...)

 Kinderen van de lagere schoolleeftijd hebben een meer reflexieve, procesgerichte visie op het denken en op
psychologische factoren die prestatie kunnen beïnvloeden (ze zien de hersenen als actief) :

> Beter inzicht in aandacht en geheugen

> Ze vatten de relaties tussen mentale activiteiten beter

Bv. dat herinneren cruciaal is om te begrijpen en dat begrijpen het geheugen versterkt

> Ze begrijpen dat mentale inferenties een bron van kennis zijn
 doordat ze dit laatste begrijpen, hebben ze inzicht in “false belief” van de tweede orde ,
waardoor ze:

  • Beter de redenen vatten waarom iemand anders tot een bepaalde overtuiging (‘belief’) komt
  • Beter het standpunt van andere kunnen innemen

ð Oorsprong :

  • Ervaringen op school
  • Private taal, d.w.z. terwijl kinderen lezen, rekenen en schrijve

Illustratie van het begrijpen van “false belief” van de tweede orde:

De onderzoeker vertelt dit verhaal en laat deze foto’s zien. Vervolgens stelt hij de vraag “Waar denkt
Lisa dat Jason de brief zal zoeken?”. Rond 7 jaar gaan ze het correcte antwoord geven, nl. “Lisa denkt
dat Jason de brief onder zijn hoofdkussen zal zoeken”. (omdat zij niet gemerkt heeft dat Jason gezien
heeft dat ze de brief in de schuif gelegd heeft)

Lees meer...

Geheugen en cultuur

Rol van cultuur:

- Westerse cultuur:

  • Strategieën (herhalen, organiseren en elaboratie) bij taken waarbij men informatie onthoudt om de informatie zelf
  • Deze kinderen krijgen zoveel oefening met dit type van leren dat ze andere technieken om te onthouden die om cues baseren die beschikbaar zijn in het alledaagse leven, niet verfijnen. Zoals bv. spatiale locatie en arrangement van objecten.

- Niet westerse cultuur:

  • Andere technieken (bv. plaats in de ruimte of schikking van voorwerpen) als normaal bijproduct van de activiteit zelf.

Conclusie: ontwikkeling geheugenstrategieën hangt af van:

- Vlotter verwerken van informatie

- Culturele omstandigheden en vereisten van de taak

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen