Winkelformule
- Gepubliceerd in Economie
Bij de keuze van de winkelformule gaat het erom in welk type winkels de fabrikant zijn product wil aanbieden. Welk assortiment dient de winkel te hebben ? Welke doelgroep bezoekt de winkel?
Bij de keuze van de winkelformule gaat het erom in welk type winkels de fabrikant zijn product wil aanbieden. Welk assortiment dient de winkel te hebben ? Welke doelgroep bezoekt de winkel?
Intensieve distributie betekent dat de klant het product op zo veel mogelijk plaatsen tegenkomt.
Bij selectieve distributie zoekt de fabrikant een relatief klein aantal detaillisten uit. Wasmachines worden alleen verkocht door winkeliers die een zekere vakkennis op dit gebied hebben en op een geschikte locatie hun product aanbieden.
Bij exclusieve distributie is er in een vrij groot gebied slechts één detaillist die het product verkoopt. Bij zeer dure automerken wordt bijvoorbeeld per provincie één dealer aangewezen.
Bij directe distributie gaat het artikel rechtstreeks van de fabrikant naar de consument. Deze vorm van distributie komt erg weinig voor. Bijna altijd is er indirecte distributie, er zijn verschillende ‘tussenstations’ nodig.
Bij prijsdiscriminatie worden aan verschillende groepen afnemers verschillende prijzen in rekening gebracht met het doel de afzet te vergroten.
In het geval van prijsdifferentiatie zijn het kostenoverwegingen die voor een andere prijs zorgen. Voor producten die in verschillende uitvoeringen worden gemaakt, worden verschillende prijzen gevraagd.
Dit verloopt via media als radio, televisie of dagbladen. Meestal spreken we over reclame.
Dit is het persoonlijk benaderen van de klant. Bijv. de verkoper in de winkel of verkoop met behulp van vertegenwoordigers.
De verpakking is van oorsprong bedoeld om het product te beschermen. Enkele andere functies van de verpakking zijn:
- aandacht van de koper trekken;
- informatie vermelden;
-Vervoer en opslag vergemakkelijken.
Service is dienstverlening van de aanbieder rond de aankoop van een product. Verder is er de ‘nazorg’ van de aanbieder. Bijv. bij onderhoud- en storinggevoelige producten.
Hierbij gaat het vooral om de vraag hoe de consument de kwaliteit van het product aanvaardt.