Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Europa anno 1300: een samenleving onder spanning?

De opvatting hierover met het meeste krediet: demografische crisis van 1300 zette een lange fase van economische contractie in gang

  • middeleeuwse samenleving = overwegend agrarische samenleving die werd beheerst door een cyclische afwisseling van seculaire trends. (Gaat terug op Malthus’ “ Essay on the Principle of Population” uit 1789)
  • David Ricardo had een theorie die steunde op 2 economische wetmatigheden:

- de wet van de afnemende meeropbrengsten

- grondrentetheorie

=> Ricardo tov Malthus: eerste vorm van kritiek van neomarxisme (surplusextractie) tegen neomalthusiaanse visie.

Lees meer...

Pestis: de Zwarte Dood en echo – epidemieën

Pest 1347-1351: ruim 1/3 van de bevolking stierf.

Kenmerken

- veroorzaakt door de bacterie Yersinia Pestisà bevindt zich in het maag- en darmkanaal van vlooien die weer parasiteren op knaagdieren, bv ratten.

- Gevaar voor de mens ontstaat wanneer de knaagdieren uitsterven en de vlooien op mensen overspringen..

- Er bestaan 3 vormen: Builenpest, longpest en septische pest.

Oorsprong

- kent een pandemische vormà dit wil zeggen dat de bacterie eeuwenlang op het Euraziatische continent blijft bestaan.

- pest in 1347 was overgebracht van de Krim naar het mediterrane gebied.

- In de zomer van 1348 was het hart van Europa besmet.

- 1350: Rusland is getroffen.

Opvallend

- dunbevolkte gebieden werden net zo hard getroffen als dichtbevolkte metropolen.

- Toch landstreken gespaard gebleven. Sommige steden deden veel om de pest tegen te gaan: maatregelen als quarantaines en sanitaire maatregelen.

Lees meer...

Fames: hongersnoden en bestaanscrises

Pre-industrieel tijdperk à voedselschaarste is een met regelmaat terugkerende nachtmerrie.

1315 – 1317

beruchte hongersnood. De oorzaak hiervan was de reeks ernstige misoogsten in drie opeenvolgende seizoenen:

- Hardst getroffen: de stedelijke bevolking die voor aankoop van voedsel op de markt aangewezen waren.

- Enorme stijging van de graanprijzen.

- Ook het platteland kende schaarste en de boeren zelf leden ook honger => Gevolg: boerderijen werden verkocht of boeren leenden geld tegen woeker.

- Er ontwikkelde zich in deze periode een sterke staatsmacht.

  • Het effect van de hongersnood is duidelijk: een extra sterfte van 7 %.
  • de hongersnood is gevolgd door een kleine babyboom. De effecten op lange termijn zijn echter moeilijk te schatten.

Opvatting W.C. Jordan

de verzwakte kinderen waren extra vatbaar voor de pest. Deze stelling kan echter verworpen worden: In Zuid-Europa ook zo veel doden, terwijl de pest daar niet is toegeslagen.

Lees meer...

Het nieuwe humanisme buiten Italië

Aanvankelijk zocht men vooral naar invloeden van dit humanisme in de vergelijkbare, verstedelijkte gebieden zoals de Nederlanden. Toch waren het vooral de universitaire netwerken en de persoonlijke contacten tussen intellectuelen die het gedachtengoed verspreidden.

In conservatieve kringen stuitte het propaganderen van de heidense antieke deugden uiteraard voor bezwaren. In universitaire programma’s zijn ze dan ook niet kunnen doordringen.

Omgekeerd wilden enkele noordelijke humanisten dan weer de studia humanitatis aanwenden om noodzakelijk geachte hervormingen door te voeren binnen de Kerk. Luther was uiteraard één van de radicaalste onder hen, hoewel hij geen echte humanist was.

Ook Erasmus kwam tot gelijkaardige conclusies. De basis van het geloof was volgens hem het persoonlijk, door innerlijke ervaring gedreven godsvertrouwen. Zijn meest gevreesde wapen, de satire, liet hij op de Kerk los in Lof der Zotheid.

Hij was echter meer voor een renaissance dan voor een reformatie, en distantieerde zich wijselijk van Luther na 1520. Beiden hebben dan weer wel gemeen dat ze gebruik konden maken het nieuwe medium: de drukpers.

Lees meer...

De studia humanitatis en het nieuwe humanisme in Italië

Studia humanitatis

- Italië, veertiende eeuw

- In tegenstelling tot de artes liberales bestond deze studie uit 5 vakken: grammatica, retorica, geschiedenis, poëzie en moraalfilosofie

- nooit vaste voet heeft gekregen in het artes-curriculum

- eerder een intellectuele subcultuur. Wel drong ze door tot één niveau daaronder: de Latijnse scholen.

Humanisten

- wilden de praktische waarden van het hoger onderwijs vergroten, een soort ‘nuttigheidsdenken’ invoeren dat individuen in staat zou stellen zelfs politieke beslissingen te nemen

- verklaring hiervoor moet allicht gezocht worden in het feit dat de Italiaanse comuni getuigden van een grote burgerlijke participatie.

- Dit gaf aanleiding tot een collectief verantwoordelijkheidsgevoel.

Nieuwigheden en verwezenlijkingen

- Het nieuwe grote klassieke voorbeeld werd Cicero, voor wie schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid zeer belangrijk was.

- De grootste verwezenlijkingen van deze studie lagen raar genoeg in de tekstkritiek.

- In de filologische analyse werden nu ook andere teksten van de auteur bekeken, of zelfs van andere auteurs uit dezelfde tijd. Ze was dus zowel vergelijkend als historisch.

- De grootste ontmaskering was die van de Donatio Constantini als een falsum van o.a. de pauselijke secretaris Lorenzo Valla.

- Ook hiermee werd het Griekse mens- en wereldbeeld niet omver geworpen, maar het middeleeuwse geschiedbeeld kantelde wél.

- Men stapte eindelijk af van het idee dat de eigen tijd het dieptepunt van de geschiedenis vormde.

Latijn als educatieve factor

- humanisten wilden dit zo perfect beheersen, dat er geen onderscheid meer te maken was tussen hen en de grote klassieke Latijnse auteurs.

- Twee auteurs die daar bijzonder goed in slaagden, waren Petrarca en Boccaccio.

* Petrarca was een clericus die naam maakte als redenaar en dichter, en voor het eerst sinds de Oudheid als auteur een celebrity-status bereikte. Op politiek vlak was hij de pleitbezorger van de terugkeer van de pausen naar Rome. Zijn belangrijkste werk is de Canzoniere.

* Van zijn tijdgenoot en vriend Boccaccio moeten we vooral zijn verhalenverzameling Decameron onthouden. Hij maakte bovendien Firenze tot het hart van de nieuwe humanistische beweging.

=> in die tijd was het zogenaamde Florentijnse platonisme minstens even populair was. Met zijn sterke egocentrische en apolitieke inslag leek dat wel een new-age filosofie. De belangrijkste figuur was hier Pico della Mirandola.

Machiavelli

Omdat volgens hem het menselijk handelen door egoïsme gedreven wordt, is het beter de leiding te laten aan een sterke maar verstandige leider (Il Principe, ook de titel van zijn grootste werk).

Dit kon dan eventueel ook immoreel handelen inhouden, maar dan enkel in het belang van de staat.

Humanisme X beeldende kunst Italiaanse Renaissance

- De grootste gelijkenis is uiteraard dat ze beide teruggrijpen naar antieke voorbeelden.

- De Renaissance deed vooral een beroep op de vormentaal, op de meetkundige verhoudingen,… Met hun technische vernuft steeg ook de ambitie van de kunstenaars.

- Ze beschouwden zichzelf als wetenschappers. Groot was dan ook de ontgoocheling bij een Leonardo da Vinci toen hij inzag dat de meeste eigentijdse humanisten hem niet als één van hem beschouwden.

Lees meer...

Aristoteles bekritiseerd

Dit alles had uiteraard als resultaat de steeds verder aanzwellende kritiek op Aristoteles. De voornaamste reden dat het hele Griekse mens- en wereldbeeld niet werd omver geworpen, was dat de kritiek niet vergezeld is gegaan van een paradigmatische verschuiving in het natuurwetenschappelijke onderzoek.

Vorderingen: nieuw naturalisme

‘nieuwe naturalisme’ van de twaalfde eeuw (een voorzichtige poging de natuur te beheersen) vooral gebruikt in de toepasbare technologie. Een belangrijke uitzondering vormden Robert Grosseteste en diens leerling Roger Bacon.

Grosseteste

  • Eclecticus
  • kan als geestelijke vader van de wetenschappelijke hypothese beschouwd worden
  • Ook Buridanus en Nicolas Oresme (eveneens meester en leerling) kwamen tot bepaalde resultaten
  • claim dat de aarde om haar eigen as draait tot gevolg. Maar algemeen was het slechts een marginale groep doe zo ver kwam.
  • De ‘theologische bewaking’ (theologen die zich bleven mengen in natuurfilosofische debatten) verhinderde de rest.
  • Dat verklaart waarom de middeleeuwse universiteiten alles bij elkaar weinig resultaten boekten, en men dus ‘op één dag meer kon leren van de Portugezen dan in honderd jaar van de Grieken en Romeinen’.

Lees meer...

Ockhams theologie

Als hij even radicale conclusies zou trekken op theologisch gebied, zou Ockham zich op zeer gevaarlijk terrein begeven hebben. Het enige dat hij dan ook voor zeker hield, was dat God volkomen autonoom en transcendent was. Geloof was bovendien niet alleen door studie maar ook door het doopsel te verwerven. Zo stond hij lijnrecht tegenover de rationalisten.

Ockhams impact kan moeilijk overschat worden. Al snel na zijn dood kwam het tot een ware tweedeling in het artes-onderwijs:

  • via moderna: nominalistische richting (Ockham)
  • via antiqua: gematigd realistische richting (Aristoteles, Thomas van Aquino)

Lees meer...

Ockham en het debat over de universalia

Universaliavraagstuk:

wat is de status van de categorieën waarin men afzonderlijke wezens of objecten onderbrengt?

  • Realistisch:

er bestaat ergens een prototype van elk wezen/object. Deze theorie gaat voornamelijk terug op Plato (materiële wereld <-> vormenwereld). Dit realisme had vooral via de neoplatonisten grote invloed op het christelijke denken. Zo had God volgens hen voor de schepping al de dingen in zijn geest bedacht, waardoor de huidige werkelijkheid daar slechts een onvolmaakte afspiegeling van is.

  • Gematigd realistisch:

dit was de theorie van Aristoteles, die algemeen aanvaard was op het gebied van de logica. Volgens hem bestonden de vormen slechts in het concrete, stoffelijke. De categorieën waren dus slechts representaties van de natuurlijke orde in de werkelijkheid zelf.

  • Nominalistisch:

de universalia zijn slechts taalkundige constructies, benamingen. Dit standpunt werd pas echt naar voren gebracht door Roscellinus, een scholaster te Compiègne.

De discussie

- Als reactie op Roscellinus formuleerde Abélard een gematigd realistisch compromis. Hij gaat niet zo ver als Aristoteles, maar komt er wel aardig in de buurt van. Dat is zeer opmerkelijk want er was geen rechtstreekse kennis van Aristoteles in die tijd (Metafysica, zijn bekendste werk in dit opzicht, was nog niet gekend).

- De eerste die tegen Abélard durfde in te gaan was Ockham

* concludeerde dat in de buitengeestelijke werkelijkheid enkel afzonderlijke dingen bestaan in een eindeloze diversiteit.

* Universalia waren dus, zoals Roscellinus al stelde, taalkundige fenomenen

* geen ontologische relaties te onderkennen tussen de dingen en de universalia

* wetenschap gaat dan ook niet over de afzonderlijke dingen in de werkelijkheid, maar wel over de geldigheid van uitspraken dingen die met behulp van het menselijke begripsvermogen in proporties zijn vervat (solae proportiones sciuntur)!

Lees meer...

Willem van Ockham

Na 1300 was deze crisis al grotendeels weggeëbd. Een nieuwe generatie filosofen, met Willem van Ockham op kop, kreeg zijn kans. Ockham, eveneens theoloog en franciscaan, was een Engelsman die weliswaar na een jarenlang conflict met de kanselier van Oxford zijn thuisland ontvluchtte en zich aan het hof van keizer Lodewijk van Beieren vestigde.

Lees meer...

De universitaire wetenschapsbeoefening in crisis

Aristoteles in de universitaire curricula te merken. Vooral zijn niet-logische werken (over o.a. metafysica) bevatten opvattingen die onverenigbaar leken met het katholieke geloof.

Voorbeeld:

Aristoteles

Joods-christelijke opvattingen

Universum is eeuwig, geen begin of einde

Scheppingsverhaal

Geen onsterfelijkheid van de individuele ziel

Wederopstanding

‘anti-aristotelianen’

- vooral talrijk aan de universiteit van Parijs

- belangrijkste was Bonaventura (of Giovanni Fidanza) => theoloog en franciscaan wees Aristoteles zeker niet af, maar verzette zich tegen overmatig gebruik er van in de theologie omdat Aristoteles slechts beperkte mogelijkheid zou verschaffen om tot diepere kennis van God te komen.

aanhangers van Aristoteles

- zeker geen overmoedige rationalisten

- weigerden gewoon een conflict te zien tussen Aristoteles en de christelijke dogmatiek omdat het niet tot hun vakgebied behoorde.

- Deze scheiding tussen rede en geloof was al eerder geopperd, maar nu werd die pas echt als een grens in de wetenschapsbeoefening gezien. Toch zou het in de jaren 1270 tot een botsing komen, waarbij het radicale aristotelianisme het onderspit zou delven.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen