Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Internationale impact van het communisme 1919 – 1939

Achtergrond: Eerste en Tweede Internationale

- Eerste Internationale

  • § Steunt de Parijse Commune
  • § Overtuigd dat dit het begin van de internationale revolutie zou zijn

- Tweede Internationale

  • § Meer gematigde socialistische partijen

 in theorie nog Marxistisch, maar de facto meer reformatorisch

 Integreren succesvol in het systeem

  • § Ook nog een orthodox marxistische minderheid

 radicaal/revolutionair

  • § Na WOI worden deze tegenstellingen nog groter
  • §

De Derde Internationale (Komintern)

- Ontstaat uit de orthodox marxistische minderheid van de Tweede Internationale

- Onder leiding van Lenin

- Volgen trouw de marxistisch-leninistische leer

- Scheiden zich af van het socialisme (° term Communisme)

- Verschil met Tweede Internationale

  • § Centraal bestuurd vanuit Moscou
  • § Reformisme bestrijden (pro revolutionair)
  • § Pro wereldrevolutie
  • § Socialisme als grootste vijand

- Stalin

  • § Gematigder (eerst in 1 land communisme installeren)

- 1939: niet-aanvalspact met Duitsland

  • § Raar want was altijd anti-fascistisch geweest
  • § ALLE communistische partijen worden dus ineens bondgenoot van het fascisme

- Na de overstap naar de geallieerde zijde

  • §  Derde Internationale als toegeving van Stalin aan de geallieerden

Belang communisme

- Internationale belangstelling

  • § Arbeiders die veiligheid en zekerheid zoeken

  • § Dekoloniserende gebieden

 zien hoe Rusland erin geslaagd was te moderniseren zonder Westerse inmenging

Problemen

- SU gaat zelf imperialistisch worden

- Systeem begint nadelen te vertonen

  • § Economie Þ
  • § Niet langer innovatief
Lees meer...

Stalin: 5-jarenplannen en de zuiveringen

Economische plannen

- Neemt (machiavellistisch) sommige plannen van Trotski over

- 1928: Eerste Vijfjarenplan: vastleggen van:

  • § Hoeveelheid geproduceerde goederen
  • § Lonen
  • § Verkoopprijzen

- Opbouwen van een sterke industrie

  • § Ontwikkeling van een proletariaat
  • § Onzeker klimaat ivm een nieuwe oorlog (wapens)

- Zonder internationale steun (leningen van voor 1917 waren verworpen, dus kon men nu geen nieuwe aangaan)

  • § Kapitaal nodig
  • § Rusland was vooral agrarisch -> daar moest men het kapitaal halen
  • § Collectivisering van de landbouw

De collectivisering van de landbouw (1929)

- Doel: Efficiëntie Ý

  • § Genoeg voedsel voorzien voor het proletariaat
  • § Boeren betrekken in het economische systeem (gedwongen)

- Stalin investeert in grote landbouwmachines

  • § Minder arbeid nodig
  • § Sterke plattelandsvlucht

- Het plan krijgt heel veel weerstand

  • § Vooral van gegoede boeren die zich via de NEP hadden kunnen opwerken
  • § Sterke repressie hiertegen

De groei van de Industrie

- Dankzij de collectivisatie van de landbouw

  • § Meer arbeidskrachten in de stad
  • § Snelle industrialisatie

- 1932: Tweede vijfjarenplan

  • § Focus op zelfvoorziening/autonoom zijn

- 1938: SU een van de grootste industriële machten wereldwijd

- Maar minder efficiënt (per capita laag)

Sociale effecten van de plannen

- Hard werk en lage lonen

  • § Motivatie Þ

- Sociale verbeteringen:

  • § Werkloosheid Þ
  • § Geen fluctuaties
  • § Vrouwen- en kindermishandeling Þ

- Geen klasseloze maatschappij

  • § Nog steeds economische ongelijkheid

Totalitarisme

- De regering controleert alles

  • § Geen plaats voor afwijkingen

Politieke zuiveringen

- 1936: nieuwe grondwet

  • § Schijn

- Stalin blijft heel hard optreden tegen alle tegenstand

- Zuivert zijn eigen partij

  • § Linkse Deviantie als legitimatie (trotskistisch)

- Politieke terreur

  • § Veel slachtoffers (doden en mensen in concentratiekampen)
  • § Vermoord de generatie van uit Lenin’s tijd
  • § Vervangt hen door een nieuwe, jonge generatie
  • § Die is hem dankbaar en gunstig gezind

Staatspropaganda

- Zet de economische verwezenlijkingen van de staat in de verf

- Werkt heel goed

Lees meer...

De Sovjet Unie

Bestuur: nationalisme en federalisme

- Formeel

  • § Sovjet Unie (SU) als federaal land waarbij elke natie zijn eigen Sovjet heeft (grote autonomie)

- De Facto

  • § Dominantie van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek

- Nationalisme

  • § Elk volk krijgt culturele autonomie

Regering: Staat en partij

- “Parallelisme”

  • § Staat / Partij (gescheiden)

- De Facto heeft de partij alle macht van de staat in handen

- Kenmerkende institutie: Sovjet (raad)

  • § Op verschillende niveaus (locaal, provinciaal, nationaal)
  • § Macht van onderuit

- Slechts één partij toegelaten (communistische partij)

  • § Macht van bovenaf
  • § Politbureau als centraal bestuur
  • § Vgl hiërarchie in een leger
  • § Sterk gedisciplineerd
  • § Strikte uniformiteit
  • § Tegen vrijheid van gedachte en daden

De Nieuw Economische Politiek (NEP)

- Grote hongersnood

  • § WOI, revolutie, burgeroorlog, Rode Terreur
  • § Productiviteit moest worden hersteld

- 1921: °NEP: Dualisme

  • § Industrie genationaliseerd
  • § Landbouw blijft privé

- Relatief succesvol (herstelling, maar geen vooruitgang)

- Compromis met kapitalisme (belang kwestie Trotski/Stalin)

Sociale en culturele veranderingen na 1917

- Doel: creëren van een klasseloze maatschappij

- Geletterdheid Ý

- Kunst in dienst van de partij

Stalin en Trotski

- 1924: Lenin 

- Sterke idolatrie voor Lenin (Petrograd > Leningrad, …)

- Stalin en Troski ambiëren zijn positie

- Trotski

  • § Wil de NEP afschaffen
  • § Landbouw ook nationaliseren
  • § Landbouw als topprioriteit

- Kan het parlement niet overtuigen

  • § Trotski wordt beschuldigd van “Linkse Deviantie”
  • § = afwijken van de Marxistisch-Leninistische doctrine
  • § Verbannen en vermoord

- Stalin

  • § Reeds ten tijde van Lenin grote macht binnen de partij (= staatsmacht, want eenpartijstelsel)
  • § Wordt verkozen (95%)
Lees meer...

De revolutie van 1917

Het einde van de tsaar: Revolutie van maart 1917

- Probleem Rusland in WOI

  • § Bevolking en tsaar hadden geen goede relatie
  • § De inzet van de gehele bevolking was nodig om succesvol te zijn
  • § Bevolking wil de oorlog niet vechten maar moet
  • § Weinig gemotiveerd

- Rasputin

  • § Oefende een grote invloed uit op tsarina Alexandra
  • § Protest hiertegen door alle klassen

- Het tsaristisch regime was bang van de hulp die door de eigen bevolking geboden werd

  • § Vooral door de middenklasse (alle zemstvos in één unie)

- 1915: Doema 

  • § Protest hiertegen van de zemstvos-unie

- 1916: ° Doema

  • § Tsaar schaft hem terug af en overweegt repressie

- Ook de gematigde Democraten kwamen tot het inzicht dat de situatie alleen door geweld gered kon worden

  • § Vanaf dan wordt de kans op een revolutie reëel
  • § Verwachtingen van de revolutionairen 

Sovjet in Petrograd (=Sint-Petersburg)

- Arbeiders hebben het slecht

  • § Tsaar neemt geen maatregelen om hongersnood te voorkomen

- Maart 1917: voedselopstanden

  • § Evolueren al snel naar politieke opstanden (“Weg met de tsaar”)

- ° Sovjet (zoals in 1905)

- ° Doema-comité

- Dus: 2 autoriteiten in Petrograd:

1) Doema-comité (gematigd)

2) Petrograd Sovjet (socialistisch/revolutionair)

- ° Voorlopige Regering (door Doema-liberalen)

  • § Één socialist werd toegelaten (Kerenski)

- Dwingen Nicholas II tot abdicatie

  • § Tsaar abdiceert

De bolsjewistische Oktoberrevolutie (november 1917)

- Boeren en arbeiders zijn oorlogsmoe

  • § Opstanden en muiterij

- Kerinski komt aan de leiding van de Voorlopige Regering

  • § Wordt bedreigd van de rechterzijde
  • § Overwint de Rechtse beweging met hulp van de Bolsjewiki

- Voedseltekort 

  • § Extreme ideeën 

- Lenin speelt in op de problemen (pragmatisch, wil boeren voor zich winnen):

  • § Onmiddelijke vrede
  • § Herverdeling van het land
  • § Bezit van de industrie collectiviseren
  • § Sovjets als belangrijkste machtsfactor

- Bolsjewiki winnen de meerderheid in de Sovjets

- Lenin boycot Kerenski

- 7 november 1917: Bolsjewistische revolutie

  • § ° Raad van Volkscommissarissen (Lenin als leider)
  • § Kerenski vlucht

Burgeroolog 1918 - 1922

- 1918: Vrede van Brest-Litovsk (met Duitsland)

  • § Nadelig voor Rusland
  • § Maar principe van vrede was belangrijkst

- Oppositie Ý

  • § Reactionisten
  • § Liberalen
  • § Alle vormen van anti-lenin socialisten
  • § Het Westen

- Oorlogscommunisme

  • § Om voedsel te kunnen voorzien
  • § Nationaliseren van grote industriebedrijven
  • § Centraliseren van de landbouw

- Europa wou Rusland terug in oorlog brengen met Duitsland

  • § Steunt de contrarevolutie (met hulp van Japan, via Vladivostok)

- De anti-communistische machten zijn te verdeeld

- Trotsky bouwt een sterk Rood Leger op

- Bolsjewiki krijgen ook steun van het gros van de bevolking (belofte tot landherverdeling)

- Bolsjewiki winnen.

Rode Terreur

- Cheka (= politieke politie van Lenin) is streng

  • § Liquideert elke vorm van oppositie tegen het nieuwe regime

- Enorm veel slachtoffers

- Doel slaagt: het regime wordt geconsolideerd

- Oppositie vlucht

Belang burgeroorlog

- Groot aantal slachtoffers (3.000.000)

- Terreur gebruikt door alle “partijen”

- Vgl Jacobijnse fase @ Franse Revolutie

- Basis voor het extreem gewelddadig bewind van Stalin

Lees meer...

De Revolutie van 1905

Achtergrond

- ° Constitutionele Democratische partij

- ° Sociaal Revolutionaire partij

- ° Sociaal Democratische partij

- Onrust/ontevredenheid 

  • § Oprichting van deze partijen
  • § Boeren en arbeiders creëren onrust (stakingen, …)

- Waren geen echte politieke partijen (want dat kon niet)

- Tsaar Nicholas II

  • § Even erg als zijn voorganger
  • § Autocratie als enige bestuursvorm

- Oorlog tegen Japan (1904)

  • § Rusland verliest
  • § Toont de zwakte van de regering aan

Revolutionaire gebeurtenissen

- Bloody Sunday

  • § Arbeiders @ Sint-Petersburg stellen een petitie op
  • § 8-urendag, minimumloon, democratische verkiezingen
  • § Komen vredevol samen voor het paleis van de Tsaar
  • § Bloedig onderdrukt door de troepen van de Tsaar

- De arbeiders beseffen dat de Tsaar niet aan hun kant staat

- Politieke opstanden breken uit in Sint-Petersburg en Moskou

  • § Allen pro democratische vertegenwoordiging in het parlement
  • § ° Sovjets (raden) van arbeiders @ Sint-Petersburg en Moscou

- De tsaar doet een minimum aan toegevingen (°Staten Generaal)

  • § Niet voldoende voor de revolutionairen

- Sint-Petersburg Sovjet verklaart een grote algemene staking in oktober

  • § Staking verspreidt zich naar andere steden en boeren

- Tsaar reageert: Oktobermanifest

  • § Grondwet
  • § Burgerlijke vrijheden
  • § Vrij verkozen Doema (alle klassen gelijk)
  • § Doel: oppositie verdelen

- Democraten

  • § Blij met de Doema
  • § Willen vanuit de Doema sociale verbeteringen realiseren

- Boeren en arbeiders willen meer (meer land/hogere lonen)

- De tsaar houdt stand

  • § Sint-Petersburg Sovjet gearresteerd
  • § Revolutionairen vluchten terug naar Europa

De Doema

- Verbetering slechts schijn

  • § Geen inspraak over buitenlandse politiek, financiën en regeringssamenstelling

- Tsaar wilde geen inmenging van het volk in de politiek

- Verkiezingen eerste Doema oneerlijk (1907)

  • § Socialistische kandidaten kunnen niet deelnemen aan de Doema-verkiezing
  • § Veel boeren en arbeiders stemmen bijgevolg op de cadetten (democraten)

- Doema eist een grondwet, algemeen mannelijk stemrecht en inspraak in de regeringssamenstelling

  • § Tsaar ontbindt de Doema

- 2e Doema

  • § Zwak door tegenstellingen Sociaal revolutionairen en Democraten

- 3e en 4e Doema

  • § Door verandering in kiessysteem: conservatief (pro tsaar)

De Stolypin-hervormingen

- Tsaar gaat een sociale politiek proberen voeren

  • § Cf. Bismarck, Napoleon III)
  • § Revoluties tegengaan

- Aantrekken van de welgestelde klasse als vrienden van de staat

- Vergrote krachten van zemstvos (= raad op lokaal niveau, bestuurd door grootgrondbezitters)

- Boeren krijgen meer vrijheden

- Succesvol

- Maar nuanceren

  • § Mir-systeem hield stand
  • § Landshonger en armoede bleven bestaan

- Sociaal Revolutionairen

  • § Tegen het verdwijnen van de mirs (werden gezien als communes)

- Reactionairen (conservatieven)

  • § Vinden de ideeën te Westers

Rusland aan de vooravond van WOI

- Meer en meer “Westers”

  • § Industrie 
  • § Aanwezigheid van een parlement
  • § Privébezit en kapitalisme 

- Tegenwerking van Links & Rechts

Lees meer...

Rusland na 1881

Tsaar Alexander III (1881 – 1894)

- Sterke repressie tegenover revolutionairen (intelligentsia)

  • § Verbanningen

- Systematische Russificatie

  • § Tegen Westers denken

- Maar: Rusland wordt meer en meer westers

  • § Cultureel
  • § Europese investeringen
  • § Leningen bij Europese landen (van de staat)
  • § Accepteren van de goudstandaard

- Slechte levensomstandigheden arbeiders

  • § Lage lonen, lange dagen, slechte omstandigheden
  • § Verbod op stakingen

- Arbeid was sterk geclusterd

  • § Mogelijkheid tot organiseren

- ° Cadetten (constitutionele democraten)

  • § Liberaal deel van de publieke opinie
  • § Progressief
  • § Pro vrije verkiezingen (democratisch)

- Rusland bleef grotendeels op landbouw gebaseerd

  • § 4/5e van de inwoners waren boeren

- Mirs

  • § Landbouwgemeenschappen
  • § Weinig sociale verbetering
  • § Boeren moesten betalen voor de industrialisatie (taksen)
  • § De gemeenschappelijke veiligheid > privébezit

De opkomst van revolutionaire partijen

- Twee traditionele revolutionaire “stoorfactoren”

  • § Boeren

 ongelijkheid t.o.v. de Adel

  • § Intelligentsia

 liberaal, progressief

 tegen de tsaar

 hielden zich constant bezig met debatten en de revolutie

 onenigheid ivm dragers van de revolutie: boeren of arbeidersproletariaat

Populistische strekking

- Revolutionair

- Richten zich op de boeren in de mirs

  • § Boeren als dragers van de revolutie
  • § Kapitalisme was geen noodzakelijke stap voor revolutie

- 1901: ° Sociaal-Revolutionaire Partij

Klassiek marxistische strekking

- Door de aanhoudende stilte van de boeren gaan velen over van populisme naar marxisme

  • § Lenin, Trotsky, Stalin

- Lenin als leider

- 1898: ° Sociaal Democratische Arbeidspartij

- Even revolutionair, maar op een andere manier

  • § Arbeiders al dragers van de revolutie (klassiek marxistisch)
  • § Nood aan een industriële arbeidersklasse
  • § Nood aan een internationale revolutie (begin in geïndustrialiseerde gebieden)
  • § Nood aan een klassenprobleem

- Tegen terrorisme

  • § Ze werden gedoogd door de Tsaristische politie

Splitsing binnen de Sociaal Democratische partij: Bolsjewiki en Mensjewiki

- 1903: partijcongres

  • § ° Splitsing binnen de partij
  • § Onenigheid

- Bolsjewiki

  • § Partij moet een kleine revolutionaire elite zijn
  • § Sterk gecentraliseerde partij
  • § Geen ruimte voor afwijkingen (in doctrine)
  • § Dictatuur over het proletariaat na de revolutie

- Mensjewiki

  • § Open partij voor iedereen)
  • § Grote inspraak van alle leden
  • § Samenwerken met liberalen, progressieven en democraten

- Lenin houdt zich strak aan de Marxistische doctrine gelinkt met Russische revolutionaire tradities (Bolsjevistisch)

Lees meer...

Achtergrond

Gelijkenissen Frankrijk Revolutie

- Bewegingen voor vrijheid (Frankrijk: vs feodaliteit en despotisme) (Rus: vs kapitalisme en imperialisme)

- Boodschap aan de gehele wereld (niet enkel nationaal)

- Patroon van revolutionaire politiek

  • § Sterke oppositie (ondanks verdeeldheid) werpt het regime omver
  • § Verdeeldheid ivm vorming van de nieuwe staat
  • § 1 partij neemt de leiding en verzet zich tegen de anderen

Verschillen met Frankrijk revolutie

- Rusland stond in 1900 achter op de Europese landen

  • § Frankrijk stond aan de leiding in 1789

- Rusland steunt op de boeren en arbeiders

  • § Frankrijk steunde op de burgerij en middenklasse

- In Rusland was de revolutie voorbereid door “professionele revolutionairen”

  • § In Frankrijk gebeurde de revolutie spontaner, onverwacht

- Russische Revolutie was op korte termijn succesvoller

  • § Frankrijk revolutie slechts op lange termijn

Globale invloed

- Rusland tussen Europa en Azië

  • § Het minst ontwikkeld van Europa
  • § Het meest ontwikkeld van de landen buiten Europa

- Sympathie van Europese socialisten

  • § Want tegen het kapitalisme

- Sympathie buiten Europa

  • § Want tegen imperialisme
Lees meer...

Het verdrag van Parijs, 1919

- De overwinnaars komen samen in Parijs om de wereld te reconstrueren.

 Aanwezigheid van 27 landen  4 domineren: VSA (Woodrow Wilson), Frankrijk, GB en It

 VSA: genieten van een universeel prestige  hun tussenkomst heeft de doorslag gegeven.

14-punten plan en het Verdrag van Versailles

- Wilson: voorstellen van een 14-puntenplan  een nieuwe democratische wereldorde

 Problemen bij aanvang: stuit op belangen van andere overwinnaars (Vb: Frankrijk  afbetaling)

- Wilson  Volkenbond

- Afrekening met DL

Eis Frankrijk = een beveiliging tegen DL  Engels-Frans-Amerikaans garantie verdrag

 Gebiedsverlies voor DL Alsac en Lorraine

 Verlies van zijn kolonies  worden Mandaatgebieden van de overwinnaars

 Militaire beperkingen (controle van de Duitse vloot)

 Herstelbetalingen  “Clausule van Schuld”

- Een hertekenen van de Europese kaart

 In O-Euro: vele nieuwe onafhankelijke staten  afbrokkeling van Oostenrijk-Hongarije en Ottomaanse Rijk (= verdwijnen)

 Nieuwe grenzen  gebiedsverlies voor Rusland

 opstarten van een cordon sanitaire ( = Finland tot Roemenië) beschermen tegen communisme

Betekenis van het vredesverdrag van Parijs

 Geen succes + draagt de kiemen van een nieuw conflict (WOII)

- Het meest algemene principe = het erkennen van het zelfbeschikkingsrecht der Volkeren

 waarop vele landen dus onafhankelijk zijn geworden.

 Echter werd hiermee de ‘doos van Pandora’ geopend  elke nieuwe staat bezit minderheden

- DL: toonde geen intentie om het verdrag na te leven

 De herstelbetalingen waren onrealistisch

 Wordt belast met een democratisch Weimarrepubliek  Gefrustreerd.

- Daarnaast ook frustraties bij vele andere landen die ontgoocheld waren in het Verdrag.

 kregen niet de gehoopte en beloofde gebieden of men werd achteruit geschoven.

- VSA gaat de verdragen niet gaan ratificeren.

 waarop men dus niet meedoet aan de zelf opgestarte volkenbond.

Mislukking

Lees meer...

De economische, sociale en culturele impact van WOI

De effecten op het Kapitalisme: Overheidsregelurende economieën

- Ten tijde van de oorlog gaan de regeringen zich meer mengen in de economie.

totaaloorlog: Dat wil zeggen dat elk aspect van het dagelijkse leven in functie staat van de oorlog.

- Impact op de economie:

 Economie krijgt een systeem waarbij de staat gaat optreden als beschermer  element van planeco

 centraal punt = produceren ; winstmarge is bijzaak

 Het arbeidsproces  aangezien de mannen op het front zijn worden de vrouwen ingezet in de oorlogsindustrie

 bevorderen van de emancipatie ( vrouw krijgt belangrijke rol in de economie)

 Financieel: bijdruk van geld + banken zijn verplicht tot kredietontlening

 leidt tot grote inflatie + geld ontwaarding

 massaal afsluiten van leningen  afbetaling door meer te exporteren dan importeren MAAR dit ten koste van productie van eigen markt.

 zorgt voor een bedreiging van de levensstandaard.

- De overwinnaars  VSA: grootste economische macht

 Japan: gaat afzetmarkt in Azië onder controle krijgen

 Zuid-Amerika: infiltreren in de Europese markt

 Einde van de Europese economische suprematie (GB en Frankrijk wekken illusie toch nog grootmacht door kolonies)

Cultuurpessimisme

- Door de oorlog krijgen we een daling van het moraal

- Verschuiving: patriottisme  pessimisme

- Een zeer groot wantrouwen in de overheid

- Kunst en wetenschap: een gevoel van zinloosheid treed op  de Dada beweging

 bijgedragen tot oorlogvoering.

Lees meer...

De instorting van Oostenrijk-Hongarije en het Duitse Rijk

- De vele ≠ nationaliteiten in het rijk van Oostenrijk-Hongarije worden erkend door de geallieerden.

 waarop vele in 1918 hun onafhankelijkheid verklaren  uiteenvallen van Oostenrijk-Hongarije

 12/11/1918: troonafstand van de laatste ‘Habsburgse’ Keizer

 Oostenrijk en Hongarije  worden 2 republieken die op zichzelf bestaan.

- DL: val van het keizerrijk voor de wapenstilstand. (keizer in ballingschap)

 Wilson eist da t DL veel democratischer wordt  ontstaan van Republiek + GW

Weimarrepubliek

 De democratische partijen zijn oorlogsmoe  gaan na de oorlog dan in DL de macht overnemen om een betere onderhandelingspositie te hebben. (zullen steun krijgen van legerleiding)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen