Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

dalende trend v.d. graanprijzen na de inzinking v.d. Mediterrane economie, stagnatie v.d. transcontinentale handel, verdwijnen v. ziekte, oorlog & relatieve overbevolking

  • Middellands Zeegebied: 1620/30 reeds keerpunt ó Atlantische landen & N pas rond 1650
  • 1650/60= zilveraanvoer uit Mexico/Peru verzwakt + groot zilververlies aan Verre/Mid.-Oosten door grote vraag naar exotische luxegoederen bij hogere klassen v. voorspoedige gebieden
  • 2de helft 17de + 1ste decennia 18de eeuw (~ periode 1320-1460) à laagconjunctuur, crisis
    • deflatie, devaluatie, zilverafvloeiing naar het Oosten
    • compensatie door nieuwe geldvormen: bankbiljetten (ander papieren geld al in ME) of waar dat er niet was, extra aandacht voor kwaliteit v.d. muntslag (vb.: Frankrijk)
Lees meer...

rond 1530: Indiaanse goudvoorraden uitgeput + einde Portugese goudaanvoer uit Afrika

a. nieuwe zilvermijnen van Potosí in Peru & Zacatecas in N-Mexico à zilverregen vanaf 1550

b. na 1550 +hele 17de eeuw domineert zilver opnieuw in internationaal betalingsverkeer

c. verband spectaculaire toevoer v. zilver & scherpe prijsstijgingen in 16de eeuw

  • kritiek: in sommige landen was de prijsstijging reeds voordien aan de gang, terwijl ze elders nogal traag stegen in periodes van snel toenemende zilverimport
  • volgens sommigen fictief en enkel aan de grote 16de eeuwse devaluaties toe te schrijven
  • koopkracht ↓ (meer geld nodig om hetzelfde te kopen)

theorie afgewezen! Tempo prijsstijgingen & devaluaties lopen te sterk uiteen voor de meeste landen+ ook in landen met stabiele munt zijn er prijsstijgingen

zilverregen en devaluaties speelden zeker een rol, maar ook belangrijk was de toegenomen spanning tussen bevolkingsgroei & beschikbare bestaansmiddelen!!! à door bevolkingsgroei tekort aan agrarische producten: = prijsstijgingen

Lees meer...

overvloed (1460-1650) en schaarste (1650-1750) aan muntstukken in de nieuwe tijd

  • ±1640: einde muntschaarste à uitbreiding zilvermuntcirculatie door Ag in
    • Tirol/Boh./Saksen/Sp.
    • 1460-1510 relatieve overvloed van zilver t.o.v. goud à koersen zilvermunten ↓
  • goud door overheid ondergewaardeed zodat het uit de omloop verdween (Wet v. Gresham[1])

1500-1510: einde overwicht zilvermuntcirculatie à vanaf 1470 goud uit Afrika + vanaf 1503 uit Amerika à goud verovert plaats in internationaal betalingsverkeer

    • ook kwaliteit muntslag verbeterde toen door betere ontginnings/zuiveringstechnieken
    • zuiverder edelmetaal à streven naar meer uniformiteit in munttypes wordt merkbaar
Lees meer...

Frankrijk: Colbert (onder Lod. XIV)

  • grenzen open om buitenlandse ondernemers & hooggekwalificeerde arbeiders massaal te lokken met gunstige voorwaarden
  • oprichting staatsbedrijven + ondersteuning & aanmoediging privé-ondernemingen (via
  • subsidies, rentevrije leningen, belastingvrijstelling, titels, pensioen, octrooi)
  • stimuleren van manueel vervaardigde exportproducten van hoge kwaliteit + beschermen
  • tegen buitenlandse concurrentie à strenge kwaliteitscontrole
  • beste grondstoffen in eigen land houden + export van producten aangemoedigd
    • korte termijn: positief effect op werkgelegenheid + nationaal inkomen
    • lange termijn: eerder negatief effect
      • versterking malaise Europese economie!
      • protectionistisch klimaat werkt schaalverkleining in de hand, verzwakt concurrentiegeest, remt technologische vooruitgang af + ondermijnt efficiëntie v.d. industriële productie
      • leidde dus NIET tot Industriële Revolutie (18de e.) want men kiest de optie van arbeidsverfijning & arbeidskwaliteit, en zo die van technisch & technologisch immobilisme

ó Engelse plattelandsindustrie die opteert voor kwantitatief transformatieproces à I.R.

Lees meer...

veranderingen in vraag/aanbod zorgen voor kwantitatieve expansie steenkoolnijverheid

a. stijging vraag: grotere behoefte huisverwarming door verstedelijking: hout, houtskool, turf

  • ecologische redenen zorgen voor reglementering houtsprokkelen & turfsteken
  • overschakeling naar overvloedig aanwezige + goedkopere middelen zoals steenkool
  • voor industrieel gebruik: o.a. ijzerindustrie

b. stijging aanbod moest gestegen vraag opvangen

  • nieuwe graaf- & stuttechnieken maakte diepere delving steenkool mogelijk
  • atmosferische vuurpomp voor wegpompen water in mijngangen

2.3. ijzernijverheid werd in 16/17de eeuw begunstigd door expansie v.d. wapenindustrie

  • vooral in Luik, ZO-Eng., Zweden (voorbeeld kanonskogels)
  • gietijzeren kanonnen in Eng. à door innovatie & technologische voorsprong verlegde het zwaartepunt v. Europa’s zware industrie zich naar Engeland
Lees meer...

toch slaagden progressieve regio’s er niet in de industriële voorsprong qua stedelijke productie v. kwaliteitsgoederen binnen het eigen gebied te handhaven  vanaf laatste decenia 16de eeuw diaspora van industriële technici uit Ned. & It

  • 80j-oorlog in Ned.: trof meest plattelandsindustrie, vanaf godsd.-repressie ook de steden, volledige ramp na herovering Z-Ned. door Fernese & sluiting schelde à exodus!
  • door braindrain werd Nederlandse knowhow verspreid over heel Europa
  • ook diaspora door Europees mercantilisme: was moeilijk voor export
  • uitwijking naar hoofdstad waar aanwezigheid v. elite de vraag nr luxegoederen verzekert
  • Italië: voornaamste redenen zijn de inzinking v.d. Mediterrane economie + mercantilisme
  • conclusie: positief voor Europa, negatief voor Ned. & It. (groot verlies + nieuwe concurrentie)
Lees meer...

concentratie en verspreiding van industriële vooruitgang in de 16de eeuw

a. stijging inkomen per capita in Europa na 1450 = toename vraag naar fabrikaten

- gebieden met primitieve econ. kunnen vraag niet direct beantwoorden à prijzen ↑, kwaliteit ↓

- gebieden met vooruitstrevende econ. & industriële traditie kunnen vraag wel opvangen

  • door herstructurering industrie was ambachtelijke productie gestegen
  • voor 16de eeuw enkel voor thuismarkt, daarna exportsector voor Europa in Nederland & Italië

b. gevolgen:

  • achtergebleven streken konden geen dominerende gespecialiseerde industrie opbouwen + bestaande weggeconcurreerd door producten uit vooruitstrevende streken à industriële expansie werd zo betaald door stagnatie in minder fortuinlijke gebieden
  • vooruitsrevende zones steeg inkomen nationaal + per capita (door hogere productie)
  • dankzij export: meer werkgelegenheid, meer geschoolde arbeiders ingezet voor meer waardevolle producten, schaalvergroting, arbeidsverdeling binnen luxe-industrie, verrijking kooplieden door verre handel
  • plattelandsnijverheid (linnenindustrie) in Ned. verschafte de landbouwers een extra-inkomen
  • productie v. gestandardiseerde fabrikaten, gesteund op arbeidsverdeling, verhuisde naar platteland, waar lonen lager bleven
Lees meer...

twee hoofdfactoren voor stagnatie Europese economie in 17de eeuw

  • verzwakking in dynamiek v.d. transcontinentale handel: mercantillisme, ondergang Sp. & Lodewijk XIV
  • karakter van de maritieme handel: blijvende expansie in NW-Europa maar maritieme bloei bleef beperkt periferisch Europees verschijnsel met onvoldoende kracht om de economische achteruitgang in centraal- & Z-Europa te compenseren (ook koloniale handel niet!)
  • succesvolle overgang naar systematische kolonisatie enkel door G.B. gerealiseerd
  • basis voor Engels commercieel kapitalisme = versterking vloot onder Elisabeth I + Navigation Act & Staple Act v. Cromwell & Karel II
  • asiento de negros[1] versterkte expansie + verschafte middelen om te investeren
  • N.V.-formule à ondersteunde nieuwe (binnenlandse) koloniale structuur aan oostkust N-Am.
  • deze overzeese economie werd vanaf 2de helft 18de e. hoeksteen industrieel kapitalisme
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen