Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Onderdelen van een onderzoeksplan

= systematisch geheel van methodische beslissingen
Een onderzoeksplan moet het volgende bevatten;

-Waartoe dient het onderzoek?
-Voor wie is het onderzoek van belang?
-Wat wil men precies weten?
-Hoe moet het onderzoek worden uitgevoerd?
-Wie moeten er worden onderzocht en wie moeten aan het onderzoek deelnemen?
-Waar het onderzoek verricht gaat worden?
-Wanneer vinden de verschijnselen plaats die het onderzoek vormen?

Lees meer...

Het onderzoeksplan

Een onderzoek bestaat uit verschillende fasen. In dit hoofdstuk wordt de eerste fase behandeld. Deze fase wordt schematisch weergegeven in schema 2.1. Een onderzoeksplan begint met de probleemstelling, waarbij twee onderdelen worden onderscheiden. Uit een onderzoeksplan is af te leiden of het beschreven onderzoek fundamenteel of praktijkgericht is en of het explorerend dan wel toetsend van aard zal zijn. Op basis van de probleemstelling wordt in het tweede deel van het onderzoeksplan, de onderzoeksopzet, gekozen voor een specifieke onderzoeksmethode. Daarnaast wordt in de onderzoeksopzet bepaald wie of wat de onderzoekseenheden zijn en waar en wanneer het onderzoek plaatsvindt. Deze keuzes zijn mede afhankelijk van praktische mogelijkheden (tijd, financiële middelen), eigen voorkeuren en ethische overwegingen.

Lees meer...

De onderzoeker als professional

Met het bekendmaken van resultaten verzoekt de onderzoeker anderen om de verzamelde
kennis aan te vullen en te valideren (= nagaan of resultaten tot stand zijn gekomen volgens de
methodologische regels van de wetenschap).

Lees meer...

Onderzoek in de media

Publieksmedia gebruiken bevindingen van wetenschappelijk onderzoek op verschillende manieren, bijvoorbeeld in de vorm van nieuws over maatschappelijke problemen.

Sociaalwetenschappelijk onderzoek kan systematische kennis en inzicht verschaffen in alledaagse dingen. Er worden extra details ontdekt.

Een onderzoeksmethode kan ook in de politieke besluitvorming een rol spelen. Commotie rondom een onderzoek kan besluiten beïnvloeden. Dit is de maatschappelijke functie van berichtgeving.

Lees meer...

Wetenschap is communicatie over onderzoek

Wetenschap is een communicatieproces tussen wetenschappers over hun theorieën en veronderstellingen.

Disciplinaire communicatie = is binnen een vakgebied

Interdisciplinaire communicatie= met collega’s uit andere vakgebiden

Zender-boodschap-ontvanger-model: door Lasswell: Wie zegt Wat tegen Wie, Hoe en met Welk effect? -> dit is een klassiek model voor de communicatiewetenschap.

> later is hier door (de boer & Brennecke) aan toegevoegd dat de ontvanger ook meedoet, en communicatie een tweerichtingsverkeer is.

4 functies van een boodschap:
-als bron van informatie
-als vermaak
-als middel om de persoonlijke identiteit te versterken
-> publiek vraagt zich af wie ze zijn en hoe ze willen zijn etc.
-als voertuig voor sociale integratie en interactie > door het geven van gespreksstof.

Selectieprocessen zijn processen waarbij het publiek uit het informatieaanbod selecteert wat zij kunnen gebruiken, zij negeren de informatie die hen ergens van in het ongelijk stelt.

Tussen wetenschappers onderling staat niet de zender of ontvanger centraal, maar juist de boodschapper. Vaak is dit een wetenschappelijk artikel. Onderling verwijzen wetenschappers in artikelen naar elkaar.

Lees meer...

Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschap = systematisch geheel van kennis.

Twee typen wetenschappelijk onderzoek:

Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek

Doel: Bijdrage leveren aan de wetenschappelijke kennis Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek

Doel: ontwikkeling, uitvoering & evaluatie oplossingen voor problemen in de praktijk.

Een sociaalwetenschappelijke discipline onderscheidt zich van andere disciplines door het onderwerp van de studie. –

bv. Sociologie of psychologie.

> gebruiken elk hun eigen onderzoeksmethoden.

Gedragswetenschappen houden zich bezig met gedrag en factoren die dit beïnvloeden. Bv. Kinderen en hun opvoeding.

Maatschappijwetenschappen houden zich bezig met samenlevingen en groeperingen, met de factoren die hun functioneren beïnvloeden.

Methodeleer is het geheel van onderzoeksmethoden waarover de sociale wetenschappen beschikken. Er zit een ‘leer’ in deze methoden omdat men zich erin kan verdiepen en het kan worden overgedragen.

Methoden zijn de manieren van onderzoek doen, worden gebruikt om verschijnselen in de sociale werkelijkheid op een systematische manier te vertalen in wetenschappelijke gegevens die worden geanalyseerd.


Methodologie is breder, dit is de wetenschap van de methoden.

Lees meer...

Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschap = systematisch geheel van kennis.

Twee typen wetenschappelijk onderzoek:

Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek

Doel: Bijdrage leveren aan de wetenschappelijke kennis Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek

Doel: ontwikkeling, uitvoering & evaluatie oplossingen voor problemen in de praktijk.

Een sociaalwetenschappelijke discipline onderscheidt zich van andere disciplines door het onderwerp van de studie. –

bv. Sociologie of psychologie.

> gebruiken elk hun eigen onderzoeksmethoden.

Gedragswetenschappen houden zich bezig met gedrag en factoren die dit beïnvloeden. Bv. Kinderen en hun opvoeding.

Maatschappijwetenschappen houden zich bezig met samenlevingen en groeperingen, met de factoren die hun functioneren beïnvloeden.

Methodeleer is het geheel van onderzoeksmethoden waarover de sociale wetenschappen beschikken. Er zit een ‘leer’ in deze methoden omdat men zich erin kan verdiepen en het kan worden overgedragen.

Methoden zijn de manieren van onderzoek doen, worden gebruikt om verschijnselen in de sociale werkelijkheid op een systematische manier te vertalen in wetenschappelijke gegevens die worden geanalyseerd.


Methodologie is breder, dit is de wetenschap van de methoden.

Lees meer...

Welke van volgende beweringen is correct?

a) Bij GC-atoomemissie worden elementen zoals Na, K en Li (bv. in paarde-urine) bepaald.
b) Bij GC-atoomemissie kan de brutoformule van een verbinding worden opgesteld.
c) Bij GC-atoomemissie worden sporenelementen zoals Pb, Hg en Cd gevolgd na scheiding door GC.

Lees meer...

Wat is juist betreffende GC-IR?

a) Bij GC-IR hebben isomeren steeds hetzelfde IR, maar soms een verschillend MS spectrum.
b) Bij GC-IR hebben isomeren hetzelfde MS, maar soms een verschillend IR spectrum.
c) Bij GC-IR hebben isomeren steeds hetzelfde MS en IR spectrum.

Lees meer...

Wat is correct betreffende tandem MS?

a) Bij tandem MS bevat het dochterspectrum alle ionen van het moederspectrum.
b) Bij tandem MS bevat het moederspectrum alle ionen van het dochterspectrum.
c) Bij tandem MS bevat het dochterspectrum (bijna) alleen fragmenten van het moederion.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen