Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Wat is een experiment en wanneer kies je daarvoor?

Experiment = een gecontroleerde methode van waarneming waarbij de waarden van 1 of meer afhankelijke variabelen worden gemanipuleerd met de bedoeling het oorzakelijke of causale effect daarvan vast te stellen op één of meer afhankelijke variabelen.

> het is dus een vorm van voorspellen.

Experimenten worden gebruikt om oorzaak-gevolg-relaties te onderzoeken.

> Maar niet elk onderzoek over een gevolg is een experiment.

Onderzoekers hebben controle tijdens een experiment over wie er deelnemen aan experiment, wat er gebeurt.

Onderzoekers manipuleren oorzaak(onafhankelijke variabele) om te kijken wat voor effect dit op gevolg(afhankelijke/effect variabele) heeft.

Het experiment is een geschikte manier om te onderzoeken wanneer de vraagstelling een causaal verband betreft tussen twee of meer kenmerken.

> ‘Leidt X tot Y?’, ‘Veroorzaakt X Y?’, ‘Heeft X als effect Y’.

- Experiment in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek;

-Het toetsen van 1 of meer causale hypothesen.

> Vaak in lab; laboratoriumexperiment.

-Experiment bij praktijkgericht onderzoek

-De evaluatie van een bepaalde interventie. Ook toetsen ze nu een causale hypothese.

>Kijken of gekozen oplossing werkt voor het praktijkprobleem.

> Veel in alledaagse plaats of veld; Veldexperiment

Causaliteit; algemene regelmatigheden tussen kenmerken of variabelen, deze regelmatigheden zijn meer dan een samenhang tussen variabelen ofwel een correlationeel verband.

Lees meer...

Samenvattend: van vraagstelling naar waarneming en weer terug

> Zie schema in het boek

-Voor het onderzoeken van een theorie moet de vraagstelling uiteindelijk worden vertaald naar vragen over variabelen, waarbij wellicht hypothesen ontstaan. Dit proces loopt vanalgemeen naar specifiek.

-De analyse geeft antwoord op de specifieke onderzoeksvragen

-Daarna gaan de onderzoekers specifieke onderzoeksresultaten interpreteren in het kader
van de theorie. Hieruit worden uiteindelijk conclusies getrokken.

-Aan de linkerkant van de figuur, van algemeen naar specifiek, hebben de centrale
methodologische problemen te maken met goede definities en operationaliseringen.

-Aan de rechterkant gaat het om de generaliseerbaarheid, de externe validiteit.

Lees meer...

Bruikbaarheid

allereerst moeten de onderzoeksresultaten kloppen; er moet worden voldaan aan de methodologische eisen.

Conceptueel gebruik

= gebruik in een discussie.

Gaat om nieuwe gezichtspunten die van invloed kunnen zijn op wijzigingen in de probleemformulering en daarmee van invloed zijn op de manier waarop een probleem wordt aangepakt. Ook fundamenteel onderzoek kan leiden tot discussie. Conceptueel gebruik vindt vooral plaats wanneer de manier waarop een probleem wordt gedefinieerd niet meer voldoet. Instrumenteel gebruik

Wanneer het gebruikt wordt bij het nemen van beleids- of veranderingsbeslissingen. Vaak is het onderzoek zelfs opgezet om die beslissingen te ondersteunen.

Gebruik om te overtuigen

=Combinatie van conceptueel en instrumenteel gebruik.

Gaat weliswaar om een discussie, maar is ingesteld door een partij om argumenten te krijgen om haar standpunten te ondersteunen. Er wordt druk op onderzoekers uitgevoerd om conclusies in bepaalde richting te formuleren. De bruikbaarheid van het onderzoek is de mate waarin de aangedragen kennis bijdraagt tot het verbeteren van te nemen beslissingen. Betrouwbaarheid en validiteit zijn hier voorwaarden voor.

Lees meer...

Validiteit van gemeten variabelen

Het kan voorkomen dat variabelen niet-valide aanduidingen zijn van de bedoelde begrippen.

Het is bijvoorbeeld denkbaar dat mensen sociaal wenselijke antwoorden geven. De variabelen worden dan niet valide gemeten. Ook kan het van invloed zijn bij stelling dat mensen meegaand reageren en vaak ‘ja’ klikken.

Inhoudsvaliditeit:

De uiteindelijke items die in de schaal worden opgenomen, hebben inhoudsvaliditeit; het instrument bevat alle soorten items die er volgens deskundigen in hoort te zitten. Het gaat om het volgen van een zorgvuldige procedure om de inhoudsvaliditeit te waarborgen.

Soortgenootvaliditeit:

Als er al een instrument bestaat voor het meten van een begrip, maar dit niet meer voldoet. Testen met beide instrumenten moeten dan zelfde resultaten geven.

Convergente validiteit:

Wanneer twee instrumenten hetzelfde begrip meten. Het gaat verder dan soortgenootvaliditeit omdat de onderzoeker wil aantonen dat twee geheel verschillende manieren om hetzelfde construct te meten convergeren. Bij soortgenoot lijken de instrumenten juist op elkaar.

Construct- of begripsvaliditeit:

De mate waarin empirische verschijnselen de theoretische begrippen of constructen dekken.

Dit is moeilijk direct te onderzoeken. Wanneer de resultaten van twee constructen erg op elkaar lijken, terwijl het als verschillende werden beschouwd, zijn er 2 mogelijkheden;

-de vragen ernaar zijn te slecht geformuleerd of- er is inderdaad geen onderscheid te maken tussen de begrippen.

Omdat constructvaliditeit zo sterk gekoppeld is aan de theorie waarin dat construct een rol speelt, kun je op basis van 1 onderzoek geen conclusies trekken over de constructvaliditeit van het instrument.

Predictieve validiteit:

Vooral bij psychologische test, vaak om voorspelling te doen, vooral in praktijkgerichte onderzoeken, terwijl begripsvaliditeit meer een rol speelt in fundamenteel onderzoek. Als predicties herhaaldelijk niet uit blijken te komen, is de predictieve validiteit van de test gering.

Lees meer...

Validiteit van gemanipuleerde variabelen

Reactiviteit= Hawthorne-effect:

Dat mensen zich anders gaan gedragen wanneer ze weten dat ze onderzocht worden. Daarnaast kunnen verwachtingen van degenen die het experiment uitvoeren de uitkomsten onbewust beïnvloeden. De variabele is dan niet goed gemanipuleerd.

Ook kunnen onderzoekers ten onrechte het verwachte effect waarnemen.

Lees meer...

Validiteit en de steekproef van onderzoekseenheden

Externe validiteit: In hoeverre onderzoeksresultaten kunnen worden gegeneraliseerd naar de ‘echte’ wereld.

- Populatievaliditeit = Representativiteit

De mate waarin de steekproef een goede afspiegeling is van de populatie waarnaar de onderzoekers willen generaliseren.

Door het nemen van een aselecte steekproef proberen onderzoekers een representatieve steekproef te krijgen. Kan worden gecontroleerd met cijfers van het CBS.

-Ecologische validiteit

De mate waarin de resultaten van een onderzoek kunnen worden gegeneraliseerd naar andere plaatsen, andere tijden en andere omstandigheden. Dit is eigenlijk alleen te onderzoeken door het onderzoek daar uit te voeren.

Lees meer...

Betrouwbaarheid van gemanipuleerde en gemeten variabelen

Een onderzoeker verhoogt de betrouwbaarheid van een gemanipuleerde variabele door heel precies de manipulatie vast te leggen in het protocol. Dit moet steeds op dezelfde manier worden uitgevoerd.

De items van een test of schaal zijn verschillende operationaliseringen van hetzelfde begrip., ook wel parallele operationaliseringen. In dat opzicht zijn het ook replicaties. > bij veel replicaties zullen de toevallige fouten elkaar opheffen. Wanneer van een aantal items de somscore of de gemiddelde itemscore wordt berekend, zal de somscore betrouwbaarder zijn dan de afzonderlijke itemscores. Omdat uiteindelijk de items worden opgeteld tot 11 score, is dit geen voorbeeld van multipele operationalisering.

Multipele operationalisering is wanneer duidelijke verschillende operationaliseringen van 1 begrip gebruikt worden.

Itemanalyse: Hierin wordt per item nagegaan hoe hoog de samenhang tussen het antwoord bij dit item en de score op de schaal als geheel is. Wanneer een item leidt tot veel fouten, zal dit laag zijn.

-Er is hoge betrouwbaarheid zolang bovengenoemde samenhang hoog is. Bij een hele lage score wordt het item verwijderd.

> Aangezien items als elkaars replicaties kunnen worden beschouwd, geldt ook hier; hoe meer betrouwbare items, hoe hoger de betrouwbaarheid van het instrument als geheel.

Schalen in enquêtes hebben doorgaans veel minder items dan psychologische tests, waardoor ze over het algemeen ook veel minder betrouwbaar zijn. Meerdere vragen per construct verhoogd betrouwbaarheid; bv keer vragen naar leeftijd en een keer naar geboortedatum voorkomt toevallige fouten.

Lees meer...

Betrouwbaarheid en de steekproef van onderzoekseenheden

Betrouwbaarheid is de nauwkeurigheid van de schatting die onderzoekers op basis van de steekproef maken over een grootheid in de gehele populatie.

> Hoe groter de steekproef, hoe nauwkeuriger je een percentage in de doelpopulatie kunt schatten. Een ondergrens van 30 deelnemers is eigenlijk al aan de kleine kant.

Populatieonderzoek: Wanneer er bij een praktijkonderzoek met een kleine steekproef wordt gewerkt omdat daarmee alle betrokken onderzoekseenheden al in het onderzoek zitten.

N=1 Onderzoek= gevalsstudie: als men heel intensief gaat onderzoeken op 1 enkel geval.

Bij kwalitatief onderzoek wordt ook veel met kleine steekproeven gewerkt. Voor een deel hangt dat samen met de intensieve onderzoeksvorm, en voor een ander deel komt dit doordat hierbij dikwijls wordt gewerkt met steekproeven die juist zeer selectief worden getrokken. (HS 8).

Lees meer...

Kwaliteit van de operationalisering: betrouwbaarheid en validiteit

Belangrijk is of de waarnemingen de constructen in het onderzoek goed dekken. Betrouwbaarheid van operationalisering: de afwezigheid van toevallige fouten.

Zoals verkeerd antwoord aangekruist, slechte stemming, tikfout etc. Dit zijn niet systematische fouten = toevallig.

Validiteit: = de afwezigheid van systematische fouten = de vraag of de waarneming de werkelijkheid dekt. Hierbij gaat het om systematische fouten die leiden tot een vertekening van de resultaten. Deze houden elkaar niet in evenwicht zoals de toevallige fouten.

Aantastingen van de validiteit van uitspraken zijn een serieuze zaak aangezien ze tot volstrekt verkeerde onderzoeksuitspraken kunnen leiden.

Validiteit veronderstelt betrouwbaarheid. Dat wil zeggen; als een meting niet betrouwbaar is, is er een grote kans dat zij ook niet valide is. Als een meting zeer veel fouten bevat, is het moeilijk voor te stellen dat dit instrument het bedoelde begrip meet.

Lees meer...

Operationaliseren van plaats en tijd

Over de geldigheid van de resultaten in het verleden of in de toekomst kan gespeculeerd worden. Het is goed denkbaar dat een replicatie over 10 jaar of in een ander land tot een ander resultaat leidt.

Longitudinaal onderzoek: Onderzoek verschillende malen herhalen. Alleen dan kan worden bepaald of het resultaat wel of niet veranderd in de loop der tijd. Vergelijkend/Comparatief onderzoek: Onderzoek op verschillende plaatsen te herhalen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen