Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Buitenlandse investeringen en kolonisatie

Een ander aspect van de internationalisering was de stijging van economische belangen in het buitenland  Kolonies

Kolonie = Gebiedsdeel dat onder het bestuur, de soevereiniteit van een ander land staat
> Zo kon men op een goedkope manier grondstoffen verwerven en een afzetmarkt vinden voor nationale producten

Lees meer...

De internationalisering van de economie

Factoren die de internationalisering bevorderen

  • Sterke toename van de internationale handelsstroom
  • Verbeterde infrastructuur
  • Wereldwijde verspreiding van het industrialisatieproces
  • Vrijhandel bevorderen  Vrijhandelsverdragen werden afgesloten
  • Latijnse Muntunie

Globaliseringsvoet = De verhouding tussen de groeivoet van de wereldhandel en de groeivoet van de toegevoegde waarde in de wereld

Corn Laws = De binnenlandse markt tegen de invoer van graan via heffingen afschermen (Engeland)
> Werd afgeschaft  Protectionisme en douanetarieven daalden

Latijnse Muntunie = De eerste internationale monetaire unie
> Overeenkomst waarbij de deelnemende landen een vaste wisselkoers vastleggen tussen hun respectievelijke nationale munten

Twee types handelsstromen

  1. Ruil van grondstoffen en landbouwproducten tegen industriële producten.
  2. Ruil van industriële producten tussen industrielanden onderling en de uitvoer naar de ‘onderontwikkelde’ industrielanden

Lees meer...

Het industriekapitaal

Captains of industry

  • De Waroqués (grootgrondbezitters, investeerden in industrie)
  • Baron Edouard Empain (trein en tramstellen in België en Frankrijk)
  • Leo Bekeart (productie staaldraad/prikkeldraad)
  • Lieven Gevaert (fotografisch materiaal)
  • Ernest Solvay (eigen financiële instelling, uitvinder soda)
Lees meer...

(De rol van) het kapitaal groeit

1. Het financiekapitaal

Vooral in de zware industrie, maar ook in de chemie en andere sectoren, was de nood aan kapitaal steeds groter en vele bedrijven gingen over tot fusies. Deze fusies gingen gepaard met een groeiende participatie van banken

Groeiend aantal gemengde banken = Naast de normale activiteiten als depositobank, mag ze ook als zakenbank langlopende krediet verlenen aan de industrie
> Société Générale = ’s Werelds eerste en België’s grootste gemengde bank

Bankkrediet omzette in participaties = Via participaties in cascade of via gekruiste participaties verwierven de grote banken de controle over de belangrijkste Belgische industriële sectoren

Naamloze vennootschap = Percentage steeg enorm doorgat men met een relatief klein percentage de controle kon verwerven over een bedrijf of sector
> Zonder beroep te doen op krediet en zonder al te groot risico voor de aandeelhouders

Het kapitaal is verdeeld over een grote massa van kleine aandeelhouders die altijd hun aandelen kunnen verkopen en waarvan het risico beperkt is tot het bedrag van hun participatie

Banken verwierven grote controle over de industriële sector
Dit financiële overwicht heeft in afwezigheid van een degelijke industriële innovatiepolitiek bijgedragen tot de neergang van de Waalse traditionele industrie na de Tweede Wereldoorlog

Lees meer...

Time is money - Tijd als productiefactor

Eerste industriële revolutie

Tweede industriële revolutie

  • Manuele arbeid
  • Lange werkdagen
  • Lage lonen
  • Onderbetaalde vrouwen- en kinderarbeid
  • Machines
  • Werkdagen werden verkort

> Verbod op nachtarbeid

  • Vrouwen- en kinderarbeid werd gereglementeerd

De productiviteitsgroei evolueerde van een extensief naar een intensief gebruik van het productieapparaat. De productiviteit steeg nu niet meer door een toename van het vast kapitaal (per hoofd) maar dankzij een striktere aanpak van de arbeidstijd in combinatie met een doorgedreven arbeidsdeling.

 Fabriek meer gesloten, strengere regels, hiërarchie op werkvloer, verandering naar “lange maandag”,…

Het Taylorisme = Tijdverlies voorkomen en productiviteit arbeider maximaliseren door opdelen tussen denken en doen
> Belangrijke principes

  • Opdeling tussen denken en doen
  • Opdeling van het uitvoerend werk in eenvoudige deeltaken
  • Opzoeken meest efficiënte bewegingen
  • Aanpassing gereedschap, …

Illustraties Taylorisme

  • Vlaamse textielsector = Invoering ‘Northrop-getouw’ (machine volledig automatisch)
  • Bewegingsstudies, arbeidsanalisten, …
  • De arbeidsdag verkortte maar de intensiteit en de psychische druk werden opgedreven

Lees meer...

De industrie groeit

Groei is vooral te danken aan doorgedreven mechanisatie, zo nam de kracht en omvang stoommachines toe in alle landen.
Steenkoolproductie en stoommachine = Centrale groeifactor

Toepassing industrialisatie = Staalindustrie, mechanische industrie en chemie

België (1880) = De tweede industriële mogendheid, er werden meer industriële producten gemaakt voor de finale consumptie, maar België bleef toch een producten en uitvoerder van halfafgewerkte producten

  • Tweede IR kwam vooral Antwerpen ten goede  Toevoerhaven
  • Nieuwe steenkoollagen werden in Limburg ontdekt
  • De Fabrique Nationale d’armes de Guerre (Herstel)  Belangrijkste wapenleverancier

Verticale integratie = Kenmerkend voor deze periode was toename schaal van sommige bedrijven
> Schaalvoordelen was een middel om de achterstand in te halen in de zware industrie

  • Cockerill in Seraing (uitstrekking langs Maas - verschafte werk aan helft van de stad)
  • Scheider (Frankrijk)
  • Thyssen en Krupp (Duitsland)

Horizontale hergroepering = Tijdens de crisis ging men over tot het hergroeperen in karteld om overproductie te vermeiden
> In andere sectoren hebben fusies en kartels voortal tot doel de concurrentie uit te schakelen

  • AEG en Siemens vormden duopolie
  • Duitse Chemiesector telde drie dominante bedrijven (Bayer,Hoechst en BASF)

Duitse take-off (1850-1870) = De jonge duitse natie ontwikkelde zich tot een industriële mogenheid in de leidinggevende sectoren
> Hegemonische positie in de chemiesector, maar ook de lesser industries waren succesvol

Amerikaanse take-off = Groeiden snel in de sectoren van zware industrieën, halfafgewerkte productie en de sector van de consumptiegoederen

Lees meer...

Techniek en wetenschap

Belangrijke uitvindingen = Gaven nieuwe impuls aan de industrie. Dit komt door de vooruitgang in de fysica en de chemoe
> Doorbraak Elektriciteit, ontwikkeling telecommunicatie, ontstaan luchtvaart,…

Bedrijven = Worden opgericht door uitvinders en ze hebben ook hun eigen laboratorium voor O&O
Vb. Leo Baekeland, zoon van Gentse schoenmaker, uitvinder van bakeliet

Lees meer...

De tweede industriële revolutie

Tweede industriële revolutie = Van technische aard  Technische revolutie
> Ontstaan van nieuwe sectoren dankzij nieuwe uitvindingen en productieprocedés
Vb. Elektriciteitssector, chemie en farmaceutische industrie, moderne staalsector

Dit was voor vele landen het eigenlijke begin van de industriële revolutie. De VS groeide uit tot een economische grootmacht. Engeland verloor zijn plaats als eerst industriële producent in de wereld

Lees meer...

Besluit

De eerste Industriële Revolutie wordt gekenmerkt door spectaculaire groei van de productie in een aantal sectoren en een beperkt aantal landen. Deze revolutie vond plaats dankzij combinatie van aantal factoren. De overgang verliep vrij traag en ongelijkmatig. Fabrieksarbeid en proletarisering waren nog een uitzondering. De transformatie was wel diepgaand en onomkeerbaar

Lees meer...

Vermarkting

Engeland (18de eeuw) = De arbeidsmarkt bij wet volledig vrijgemaakt

  • Landlopers en armen konden vrij verplaatsen en gingen in de steden in de industrie werken
  • Levenslange arbeidscontracten werden afgeschaft

 Migratiegolf van het platteland naar de steden en de fabrieken (19de eeuw)

Brussel = Ontwikkeling bloeiende industriële sector gericht op finale consumptie

Kledingnijverheid veranderd drastisch op 50 jaar tijd

  • Ver doorgedreven arbeidsdeling
  • Overschakeling van kleding ‘op maat’ naar ‘confectie’
  • Introductie naaimachine

Gevolg? Kostprijs van kleren daalde aanzienlijk door de deregulering van de arbeidsmarkt
> Gildensysteem en levenslange arbeidscontracten werden afgeschaft

3. Een nieuwe productiewijze en nieuwe productieverhoudingen, het machinisme

Machinisme = De machine speelt in het productieproces van de fabriek nu een determinerende en geen complementaire rol

Gevolgen van machinisme

  • Koopman-ondernemer investeerde slecht in variabel kapitaal (Grondstoffen en afgewerkte producten)
  • Stoommachine vertegenwoordigde nu vastkapitaal
  • Onderhoudskosten van machines liepen hoog op

 Er moet bespaard worden op de productiefactor arbeid

Introductie van de machine = In de textielsector verliep dit moeizaam. Arbeiders verzetten zich
Vb. Vernieten van de jennies door de arbeiders (Engeland) Revolte/Luddisme

Concurrentie tussen traditionele huisnijverheid en mechanisering in de fabrieken
> Autonomie van de arbeiders ging verloren

Proletarisering = Het proces van toenemende loonafhankelijkheid

Income pooling = Verschillende bronnen van inkomsten werden gecombineerd
> Om aan de proletarisering te ontsnappen

Arbeid aantrekkelijk maken

  • Hoger loon
  • Fabrieken hebben open ruimten: Binnen en buiten lopen
  • Kinderen of vrouwen brachten het middagmaal
  • In de pauze op café
  • Werkuren varieerden naargelang het seizoen
  • Maandagvieren
  • Truckstelstel

Maandagvieren = Er werd ’s maandags minder land gewerkt

Truckstelsel = De lonen werden in natura uitbetaald met goederen uit de winkel van de fabriek of van de ploegbaas
> Arbeiders bouwden zo schulden op en konden de fabriek niet verlaten

Invoering power loom = Het met stroom aangedreven weefgetouw dat het einde betekende van de huisarbeid voor wevers

Kinder- en vrouwenarbeid = Een noodzaak voor gezinnen en een kostenbesparing voor de werkgevers, vanwege de lagere lonen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen