Van industriële naar ‘postindustriële’ maatschappij
- Gepubliceerd in Economie
- Vlak na WO2 is groot deel productieapparaat Westerse landen aan heropbouw toe
* 1948: hulp door ‘European Recovery Plan’= ‘Marshallplan
grootscheeps Amerikaans hulpplan, waarvan de verliezer Dui ook deel ontvangt
wil fouten van 1ste WO vermijden waarbij te zware herstelbetalingen werden geëist van Dui,wat indirect leidde tot de opkomst van Hitlers nazipartij en tot WO2!!
* Snel herstel Westerse economieën was nodig om:
1. afzetmarkten voor Amerikaanse economie te verzekeren
2. de opkomst van het communisme in het Westen tegen te gaan in het kader van de Koude oorlog met de Sovjet-Unie
* België kreeg slechts klein deel van Amerikaanse hulp (minder dan 5%) en gebruikte het Marshallplan hoofdzakelijk voor:
- het herstel van bestaande productieapparaat
- ter financiering van de buitenlandse handel
* Belgisch productieapparaat was in vgl met andere Europese landen relatief intact gebleven
* 1947: België heeft reeds zijn vooroorlogs industrieel niveau bereikt dankzij productie en leveringen aan de geallieerde troepen en buurlanden
* Achteraf bekeken en alhoewel dit ‘Belgisch mirakel’ in de onmiddellijke naoorlogse jaren een competitief voordeel opleverde voor de Belgische economie, bleek dit achteraf nadelig
andere Europese landen maakten van de heropbouw gebruik om hun installaties te moderniseren, terwijl België en vooral Wallonië met verouderd apparaat bleef zitten
* Vanaf 1950: België verliest derde plaats in lijst van uitvoerende landen van Europa (ten behoeve van Dui)
* België in die jaren: ‘de zieke man van Europa’
* Marshallplan bereikt snel overal zijn doel
in 1950 hadden Europese landen hun vooroorlogs productieniveau terug bereikt
De kolenslag
Pg 64: Spotprent van Achille Van Acker
- 1945: Eerste Minister Achille Van Acker (socialist) start ‘kolenslag’ of ‘bataille du charbon’
- subsidies moesten productie snel naar vooroorlogs niveau terugbrengen
- steenkool was zeer belangrijk voor Belgische industrie als energiebron en grondstof voor productie van cokes, staal, elektriciteit, cement, papier…
- mijnsector: kampte met groot tekort aan (binnenlandse) werkkrachten
onmiddellijk na oorlog werden eerst Duitse gevangen ingezet, na hun repatriëring in mei 1947 werden gastarbeiders gerekruteerd in (Zuid)Italië en Spanje
- veel mijnen niet meer rendabel (vooral in Borinage), modernisering nodig of anders: sluiting
- regering Spaak-Eyskens (1947-1949) zette ondersteuning steenkoolontginning verder met kredieten van Marshallplan
- vanaf 1953 kreeg België financiële steun van de pas opgerichte EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, voorbode van de in 1958 opgerichte EEG Europese Economische Gemeenschap)
- mijnen werden echter ondanks subsidies nauwelijks gemoderniseerd, productiviteit bleef zeer laag (vooral in Zuidelijk (Waals) bekken)
gevolg: *catastrofe van Marcinelle in 1956 (261 mijnwerkers komen om)
* graduele sluiting Belgische mijnen vanaf einde jaren 1950