Wat gebeurt er in de regel met het volume bij smelten en wat bij stollen.
- Gepubliceerd in Mechanica
Het volume van een stof neemt toe bij smelten en af bij stollen.
Het volume van een stof neemt toe bij smelten en af bij stollen.
Dit is bijvoorbeeld bij glas, boter, asfalt en rubber.
Bij smelten zet een stof uit, dus het volume wordt dan groter. De massa verandert niet. De dichtheid vermindert, want per dm3 is er minder massa aanwezig. Hierdoor zal een vaste lichaam zinken in zijn eigen vloeistof. IJs is hierbij een uitzondering, want deze krimpt bij het smelten, vanwege de kristalstructuur van ijs. Bij water vindt uitzetting door afkoeling al plaats als men het afkoelt van 4 oC tot 0 oC. Dat komt doordat zich dan ijskristallen in het water beginnen te vormen.
Vast
Niet vast
Vast
Vast
Vast
Niet vast
Het stolpunt is gelijk aan het smeltpunt.