Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Strafprocesrecht

1. Strafprocedure en openbaar ministerie

wat

Bij overtreden van de strafwet of een inbreuk van maatschappelijke orde wordt er een strafvordering ingediend.

wie

De OM mogen deze indienen omdat de samenleving vertegenwoordigen.

taak

toepassing van de strafwet vorderen: samenstelling strafdossier, waken dat strafrechtsplegingen goed worden uitgevoerd, waken dat door de rechter uitgesproken straffen worden uitgevoer

Strafproces houdt altijd 2 fasen in: onderzoeksfase en vonnisfase

2. Opsporingsonderzoek (fase1: onderzoek)

aanvang: hoe krijgt OM kennis van een misdrijf?

a. klacht: een persoon die beweert benadeeld te zijn door een misdrijf doet aangifte, wat niet duidt op automatische vervolging

b. aangifte: wanneer de overheid, openbaar officier of ambtenaar in uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdrijf is hij verplicht om deze te melden aan de Procureur des Konings

c. vaststelling door politiediensten

Lees meer...

Wat is een misdrijf?

  • materieel element: er moet veruiterlijking zijn van gedragingen die op de door de wet omschreven wijze hebben plaatsgevonden
  • moreel element: als je enkel de wil had om het te doen geldt het niet
  • nullum crimen sine culpa: zonder feiten geen straf ongeacht:
    • onachtzaamheid: of je het nu wou doen of niet, je hebt het wel gedaan (bv: 100km rijden waar je 50 mag)
    • opzet
    • schuld door wetsinbreuk
  • wederrechtelijke karakter

- Een misdrijf kan enkel uigevoerd worden als het effectief is uitgevoerd, door de wet omschreven is en een straf kent, wat belangrijk is voor de bescherming door algemene principes van het strafrecht.

- Een moeilijkheid wordt ook ondervonden met minderjarigen. Vanaf welk moment is iemand nu schuldig? Minderjarigen worden nogsteeds deels aan het strafrecht onttrokken en kunnen niet voor de strafRB komen maar komen bij de jeugdRB terecht. In uitzonderlijke gevallen kunnen 16-18 jarigen uithanden worden gegeven en toch wel bij de strafRB vervoordeeld worden.

- Indeling van misdrijven:

a. volgens aard

  • overtredingen: vrijheidsstraffen van 1-7dagen met een geldboete van 1-25euro en werkstraffen van 20-45uur
  • wanbedrijven: vrijheidsstraffen van < 5 jaar, geldboete van meer dan 26 euro en werkstraffen van 46 tot 300 uur
  • misdaad: vrijheidsstraffen van ≥5 jaar en met een geldboete van meer dan 26euro

Bij deze 3 zijn er verschillende regels van toepassing (opzet, deelneming, poging, verzachtende omstandigheden, duur van verjaring)

b. volgens moreel element

  • opzettelijke misdrijven
  • onopzettelijke misdrijven

Opzet is een onderscheidend criterium en wanneer er bewijs kan worden aangetoond van onopzettelijkheid kan er een strafvermindering in treding werken bv.

c. volgens uitvoeringswijze

  • handeling: je had iets moeten doen
  • verzuim: je had iets juist niet moeten doen bv: je zoon rijdt een fietser aan en rijdt uit schrik weg. Hij zegt het tegen zijn ouders, en zijn ouders wachten 30minuten met de politie te bellen. De fietser is overleden maar uit onderzoek blijkt dat als de ambulance er eerder bij was geweest hij het nog had overleefd: schuldverzuim
  • aflopende misdrijven
  • voortdurende misdrijven bv: witwassen. Dit stopt nooit, en dus kan het ni verjaren. Dit in tegenstelling tot aflopende misdrijven die op 1 moment plaats vinden en dus kunnen verjaren

Rechtsvaardigingsgronden

Wettige verdediging en noodtoestand:

Dit is geldig voor bescherming van personen en niet van goederen. De gedragingen worden niet opgeheven, enkel de schuld kan worden opgeheven. Er kan besloten worden over te gaan tot:

  • verschoning: straf wordt verminderd of uitgesloten
  • verzachtende omstandigheden: soevereine beslissing door rechter

Een noodtoestand is wanneer er een overtreden wordt gepleegd vanwege een hoger doel (bv: ambulance dat door rood rijdt).

Heel belangrijk is ook dat de afweringsdaad ongeblikkelijk noodzakelijk zijn: als je niks had gedaan was het fout gegaan. Als je wordt beroofd, de dader loopt weg, jij loopt achter hem aan en schiet hem neer is het geen wettige verdediging, omdat je op dat ogenblik de politie al had kunnen bellen.

Strafbare poging en deelneming

Poging:

bv: je begint te denken hoe je examen vragen kan krijgen en je begint het te proberen te kraken. Ben je strafbaar?

  • het louter voornemen is niet strafbaar als voorbereiding
  • pas van het begin van de uitvoering is een zaak strafbaar. Hier in België betekent dat dat er tenminste een materële gedraging moet zijn.
  • dit is heel moeilijk te beoordelen omdat wat telt? de daad of het inzicht??

Deelneming:

bv: je plant met een groep een overval. Jij bent de chauffeur, een ander heeft materiaal gekocht en de 3e breekt in. Ben jij ook vervolgbaar wegens diefstal?

  • belangrijk is het verschil tussen mededader en medeplichtige:
    • mededader: je doet echt mee
    • medeplichtig: je helpt
  • je wordt steeds voor dezelfde straf vervolg maar het verschil medeplichtig/-dader zal wel uitmaken of je een lichtere straf kan krijgen

bv: je spreekt af met 5 om een bankoverval te plegen maar je spreekt af om geen geweld erbij te gebruiken. Als 1 toch de bankbediende doodschit wordt ook iedereen vervolgd voor doodslag.

Lees meer...

Materieel strafrecht

Het legaliteitsbeginsel: nulla poena sine lege

Het strafrecht is een absoluut recht waardoor:

1. Zeer strikte interpretatie van de strafwet moet worden aangenomen:

  • de rechter heeft heel weinig vrijheid
    • bv: dine and dash is geen diefstal en kon dus niet worden vervolgd tot het uitdrukkelijk in de wet kwam
    • bv: een valse nummerplaat is geen valsheid in geschriften
    • diefstal van elektriciteit is geen diefstal omdat er geen goed wordt weggenomen
    • verkrachting was vroeger een begrip dat geen betrekking had tot verkrachting tussen echtgenoten of mensen van hetzelfde geslacht
  • autonome betekenis
  • de bedoeling van de wetgever moet gerespecteerd worden
  • handelen naar analogie is niet mogelijk

2. Niet-retroactieve werking

  • moet nagegaan worden of de gedraging strafbaar was op het ogenblik van de gepleegde feiten
  • het strafrecht geraakt nooit in onbruik

3. Ne bis in idem

  • je kan nooit 2 keer veroordeeld worden voor dezelfde feiten, er wordt telkens 1 straf “gekozen”
  • dit is voornamelijk een nationaal principe

Toepassing van de strafwet

1. Territorialiteitsbeginsel: elke misdaad in België wordt in België vervolgd. Dit geldt:

  • ongeacht de nationaliteit van de dader of het slachtoffer
  • ongeacht of de feiten in het buitenland strafbaar zijn of niet
  • buitenlandse ambassades: zijn een uitzondering. Als er een misdaad gebeurt in de Belgische ambassade is dit opzich in België bestrafbaar, maar er geldt diplomatieke onschendbaarheid, dus veel is er niet aan
  • territoriale zee: de zee geldt tot 12 km van de kust. Maar aan boord van een schip geldt de vlag waarmee dat schip vaart dus als er ites gebeurt aan boord van een Russisch schip 6km van de Belgische kust valt het onder het Russische strafrecht
  • luchtruim: het vliegtuig zelf is territoir

2. Plaats van het misdrijf

Het is niet altijd makelijk te bepalen waar een misdrijf precies plaats heeft gevonden:

bv: een man staat met een revolver op Nederlands grondgebied, schiet zijn vrouw neer op Belgisch grondgebied en zij overlijdt in een Duits ziekenhuis (dit is echt mogelijk op het 3 landen punt)

  • in België geldt dan de ubiquiteitsleer: het misdrijf situeert zich op alle plaatsen waar zich een gedraging voordoet die een constitutief element van het misdrijf uitmaakt
  • leer van de ondeelbaarheid: de Belgische rechter mag kennis nemen van alle elementen die van het misdrijf een ondeelbaar geheel hebben gevormd (zonder deze gebeurtenis had het misdrijf niet plaatsgevonden)
  • non bis in idem niet te vergeten

Internationaal gezien zijn er echter nog geen of weinig regels hier over. Er is daarom nood aan internationale coördinatie wat er wel enigszins al is gekomen. Dit zorgt soms voor nog meer conflicten. Er zijn 4 gronden waarop België mag optreden bij een straffelijke feit in het buitenland:

  • bescherming nationale veiligheid (terroristen die een aanslag willen plegen op België)
  • nationaliteit van de dader
  • nationaliteit van het slachtoffer (bediscuteerbaar, maar het meest bekende voorbeeld is Eichmann die in Israël werd veroordeelt voor de Holocaust)
  • internationaal strafwaardig karakter van het feit. Hieruit is de genocidewet gevolgd. Dit was een moeilijke wet vroeger omdat elke staatshoofd aansprakelijk zou kunnen worden gesteld voor volkerenmoorden. Er zijn daarom 2 beperkingen gekomen:
    • burgers mogen geen verzoeken meer indienen
    • een Belg moet een slachtoffer zijn geweest

Lees meer...

Strafrecht

Materieel strafrecht en strafprocesrecht

Materieel strafrecht: geheel van rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en gesanctioneerd kunnen worden

  • gericht aan de burgers
  • regels die strafrechtelijke verantwoordelijkheid bepalen

Strafprocesrecht: dit zijn de procedurele regels waar de overheid aan moet gehoorzamen.

  • wie is belast met de uitvoering en toepassing van de regels?
  • wie oefent strafvordering uit en op welke wijze?

Politieke dimensie van strafrecht

Heel belangrijk is dat enkel en alleen de wetgever mag bepalen welke gedragingen strafbaar zijn (tegenwoordig is er ook wel een licht scheiding der machten vanwege de GAS-boetes waardoor de ambtenaren ook zeggenschap krijgen). Daarboven op is het heel erg belangrijk dat wanneer iets niet in het strafrecht staat, het ook absoluut niet strafbaar is!

Strafrecht is een weerspiegeling van moreel bewustzijn en rechtsbewustzijn van de bevolking:

  • legaliteitsbeginsel: nulla poena sine lege
  • subsidiariteitsbeginsel
  • democratische consensus: het strafrecht is dynamisch (invoering euthanasiewet minderjarigen in België levert in het buitenland heel wat opheffing op)

Lees meer...

Faillissement en bedrijven in moeilijkheden

Het einde van een vennootschap kan vrijwillig (ontbinding) en in geval van insolvabiliteit zal zo snel mogelijk getracht worden om de discontinuïteit te vermijden en desnoods vereffenen, maar altijd is faillissement de laatste stap. De procedure:

1. Kamers van handelsonderzoek:

dit gebeurt constant door de RB van koophandel, die gegevens verzamelt van ondernemingen die in moeilijkheden kunnen komen en proberen op voorhand dan al een oplossing te zoeken

2. Procedure van gerechtelijke reorganisatie:

dit is wanneer de onderneming een aanvraag doet op een moratorium, waarbij hij 6 maanden langs beschermd is tegen zijn SE’s. In deze tijd in het cruciaal om de problemen op te lossen en de continuïteit van de onderneming weer te bevorderen. Indien nodig kunnen er minnelijke akkoorden worden afgesloten (kwijtschelding van 50% van de schulden, de andere 50% op termijn betalen), collectieve akkoorden (herstelplannen) of kan de onderneming aan de gemeenschap worden overgedragen

3. Maar wanneer het moratorium niet helpt moet het faillissement worden uitgesproken:

  • de RB geeft het vonnis van faillietverklaring
  • er wordt een collectief beslag gelegd ten voordele van gezamelijke schuldeisers dat dan wordt verdeeld volgens gelijkheid (maar onthou de SE’s die voorrang hebben, waardoor er vaak voor kleinere SE’s helemaal niks overblijft)
  • er wordt een curator in gesteld met een team die de venootschap gaat beheren, de boedel zal vereffen en de opbrengsten samenstelt en verdeelt (wat super lang kan duren)

Gevolgen voor de SE’s houden in dat er pondspondsgewijze wordt verdeelt wat wilt zeggen dat er relatief wordt verdeelt volgens de schuld die hij nog open heeft staan

Lees meer...

Aansprakelijkheid van de bestuurders

Bij fout van de vennootschap geldt contractuele aansprakelijkheid:

  • bestuurder heeft een fout gemaakt in de uitoefening van zijn opdracht
  • bestuurd heeft de vennootschapswet/statuten overtreden
  • kwijting/ décharge is mogelijk wanneer de jaarrekening is goedgekeurd

Bij buiten-contractuele aansprakelijkheid

  • deze vorderingen verjaren na 5 jaar

Gronden voor aanspraking:

1. Gewone bestuurdersfout

  • bij het falen in beleid
  • een normaal zorgvuldig bestuurder had in dezelfde omstandigheden dezelfde fouten gemaakt
  • hier geldt dan individuele aansprakelijkheid

2. Inbreuk op statuten/vennootschapswetgeving

Hier geldt hoofdelijke aansprakelijkheid, tenzij er geen schuld is en de inbreuk wordt aangeklaagd op de allereerste algemene vergadering

3. Onrechtmatige daad

Bij schenden van de algemene zorgvuldigheidsnorm en er is schade.

4. Kennelijk grove fout: failissement

  • een kennelijk grove fout heeft geleid tot het failissement (er is een oorzakelijk verband te vinden)  kan persoonlijk en eventueel hoofdelijk worden aangeklaagd

5. Aansprakelijkheid fiscale schulden en socialezekerheidsbijdragen

  • er is een verzwaard persoonelijk en hoofdelijk aansprakelijkheidsregime

Lees meer...

Organen en bestuur van vennootschappen

Bestuur vennootschappen:

Een fysiek persoon gaat optreden in naam van de rechtspersoon. Deze vertegenwoordiger zal dus transacties kunnen tekenen enzovoort (alle handelingen worden aan deze betrokkene toegerekend).

Bestuur van NV:

1. Raad van Bestuur:

  • maakt het belangrijkste orgaan uit van de NV
  • zij hebben in principe de residuarie bevoegdheden, maar deze komen neer op het besturen en vertegenwoordigen van de vennootschap
  • collegiaal orgaan: er moeten minstens 3 bestuurders zijn die in het BS ook komen te staan, die max voor 6 jaar benoemd kunnen zijn. Ze zijn echter wel afzetbaar zonder opzeg en zonder vergoeding
  • de RvB bindt de NV wat wilt zeggen dat de beperkingen die zij opstellen alleen intern gelden (dus binnen de vennootschap) en niet extern.

2. Algemene vergadering:

  • voert de controle uit over de RvB
  • taak: wijzigen statuten, benoemen en ontslaan bestuurders, keuren de jaarrekening goed, making deel uit van de bepaling van de verdeling van de winsten
  • ook kunnen ze décharge geven: bestuurders verlossen van hun aansprakelijkheid tegenover de vennootschap (niet tegenover derden)
  • wordt door de RvB bijeengroepen

3. Orgaan van dagelijks bestuur (directeur en/of zaakvoerder)

4. Directiecomité

  • hierin zitten de statuten
  • deze kunnen toestaan of de RvB bestuursbevoegdheden mogen overdragen of niet
  • kunnen leden van de directiecomité bevoegdheid geven om NV alleen of gezamenlijk te vertegenwoordigen

5. Orgaan van toezicht

  • onafhankelijk uitgevoerd door commissarissen (bedrijfsrevisoren)
  • controleren de financiële toestand door middel van een controleverslag

Bestuur van BVBA:

1. Raad van Bestuur:

  • 1 of meer zaakvoerders die benoembaar zijn voor een onbeperkte tijd
  • binnen de statuten zijn ze onafzetbaar, buiten de statuten niet
  • zijn bevoegd om alle beslissingen te nemen en alle handelingen te stellen die niet uitdrukkelijk voorbehouden zijn voor de algemene vergadering

2. Orgaan van dagelijks bestuur

3. Algemene vergadering:

  • controleren de RvB
  • taak: idem aan NV
  • bijeenroepen door RvB

Lees meer...

Oprichting van vennootschappen

1. Overeenkomsten over:

  • het aantal oprichters = pluraliteit van vennoten
  • toestemming moet worden verworven
  • bekwaamheid
  • voorwerp: moet inbreng zijn van geld of kapitaal
  • het doel van de overeenkomst moet duidelijk worden gemaakt

2. Geschrift

  • niet vereist voor handelsvennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
  • vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid moeten een onderhandse akte opstellen
  • vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moeten een authentieke akte laten opstellen door de notaris

3. Publicatie

in het Belgisch Staatsblad

4. Maatschappelijk kapitaal: heeft betrekking tot de inbreng die ofwel in geld of in natura kan gebeuren

  • Toezegging: de vennotschap wordt de SE van de vennoot tot de volstorting
  • kan in geld, goederen of arbeidskracht (hierop moet een waarde worden geplaatst wat bijzonder moeilijk kan zijn)

5. Winstoogmerk en winstverdeling moeten duidelijk worden gesteld

6. Financieel plan:

Dit is bijzonder belangrijk wanneer het op oprichtersaansprakelijkheid neer komt. Bij een BA kan deze ingeroepen worden tot 3 jaar na oprichting, tenzij bewezen kan worden dat er genoeg kapitaal was voorzien in het plan voor min 2 jaar normale bedrijfsuitoefening

Lees meer...

Soorten Vennotschappen

Rechtspersoon

Waarom?

Het is nuttig bij groeperingen en om vermogen als entiteit te laten optreden. Als je geen rechtspersoon opricht zijn kunnen er hele erge consiquenties zijn:

  • er is geen persoon erkend als drager van rechten en plichten: iedereen kan aansprakelijk worden gesteld
  • de vereniging heeft geen eigen bezit, waardoor alles mede-eigendom is
  • in feite kan iedereen van de vereniging dus aansprakelijk worden gesteld, maar daarboven op kan ook het privé-vermogen aan worden gesproken. Iedereen is aansprakelijk voor een deel van de schulden, en bij buitencontractuele aansprakelijkheid kan eender welk persoon aansprakelijk worden gesteld

Wat?

Een rechtspersoon is een zelfstandige eenheid in het recht en een drager van rechten en plichten. Er is een verschil in publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • Rechtsbekwaam: Er is een beperkt vermogensrecht, waardoor het privé vermogen van de eigenaren niet in aanspraak kan komen
  • Handelingsbekwaam: Er wordt opgetreden via organen die zich vereenzelvigen met de rechtspersoon (de raad van bestuur bijvoorbeeld. Als iemand daarin een fout maakt is het niet zijn fout, maar de fout van de vennootschap en kan hij persoonlijk dus niet aansprakelijk worden gesteld. Een werknemer is echter geen orgaan van de vennootschap, de werkgever draagt zijn verantwoordelijkheden)

Vereniging vs. vennootschap?

Vereniging: bv: VZW (vereniging zonder winstoogmerk)

  • geen winstoogmerk: het is niet de bedoeling om winst te maken
  • deze vorm van rechtspersoonlijkheid wordt opgesteld om de leden te beschermen
  • er is geen minimum kapitaal voor vereist

Vennootschappen:

= een overeenkomst waarbij 2 of meer personen “iets”(geld, pand, arbeid) in gemeenschap brengen met de bedoeling om winst te gaan maken. EBVBA’s zijn echter eenmanszaken die toch wel worden toegestaan omdat het EV kan worden beschermd.

We maken een onderscheid:

  • handelsvennootschappen: doel is om handelsactiviteit uit te oefenen
  • burgerlijke vennootschappen hebben ook burgerrechtelijke activiteiten als doel en maken wel winst, maar niet op de manier waarop een handelaar dat doet (bv: dokterspraktijk). Deze hebben in beginsel ook geen rechtspersoonlijkheid
  • vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid:
    • +: heeft geen verplichting tot het neerleggen van de statuten op de griffie (dus geen kosten van formele vereisten) en er is geen plicht tot dubbele boekhouding
    • -: geen afscheidend vermogen waardoor SE’s aanspraak mogen maken op het EV van een vennoot en er kan niet zelfstandig worden opgetreden wat betekent dat de vertegenwoording door een natuurlijk persoon gebeurt en rechten dus moeten worden uitgeoefend via vennooten
  • vennootschap met rechtspersoonlijkheid: heeft een zelfstandige juridische entiteit (eigen rechten en plichten, heeft een eigen naam bij deelname aan het rechtsverkeer. In principe wordt het EV dan niet aangesproken, met uitzondering van oprichtersaansprakelijkheid
    • BVBA: familiaal, startkapitaal ligt lager dan bij een NV + het gehele bedrag hoeft niet in 1 keer te worden gestort. Belangrijk is dat de aandelen beperkt overdraagbaar zijn en dat de vennoten dus niet zomaar veranderen
    • NV: voor eerder grote bedrijven, hoog startkapitaal (61 500 dat onmiddellijk moet worden gestort), De vennoten veranderen regelmatig aangezien de aandelen op de markt kunnen worden verhandelt

Lees meer...

Verplichtingen van handelaars

  • handelsbekwaam zijn
  • inschrijving bij de KruispuntBank van Ondernemingen (KBO). Dit is een persoonlijk identificatienummer dat alle informatie verschaft. Het zorgt ook voor administratieve vereenvoudiging
  • zichrekening openen: er is een verplichte vermelding van rekeningsnummer en van domiciliëring vereist op alle uitgaande commerciële stukken
  • bekendmaking van de huwelijksvoorwaarden: het doel hierbij is om derden te beschermen en opdat SE’s kunnen zien op welk vermogen ze aanspraak maken
  • voldoening aan de voorwaarden om toegang te krijgen tot een beroep of bedrijf: kan iedereen een bedrijf oprichten? In principe wel, met de uitzondering van niet-bekwamen (toegang tot bepaalde beroepen is gereglementeerd)
  • in staat zijn tot voeren van boekhouding
  • naleven van de taalwetgeving
  • naleven van fiscale en sociale verplichtingen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen