Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Begrip “alliantie”

*ALLIANTIE = formele, duurzame en uitgebreide overeenkomst tussen 2 of meer organisaties, tot het bereiken van gemeenschappelijke objectieven, met een deling van opbrengsten en risico’s en met een draagwijdte die verder gaat dan enkel enkelvoudige processen.

*Beslissing tot samenwerking = strategisch:

  • Concurrentie in bedrijfstak verminderen
  • Risico spreiden over meerdere bedrijven
  • Bij elkaar brengen van specifieke ondernemingsgebieden
  • Wegnemen specifieke barrières

*Uitgangspunt van alliantie: samenwerking tussen verschillende economische partijen kan alle partijen ten goede komen (koek wordt eerst vergroot, nadien wordt hij door de concurrentie opnieuw verdeeld)

*COÖPETITIE = coöperatie + competitie = ondernemingen niet op alle vlakken van bedrijfsvoering concurrenten zijn maar evenmin op alle vlakken samenwerken.

Lees meer...

Lerende organisatie

*Voorwaarden voor leren:

  • Snelle en intensieve feedback:
    • In praktijk gehinderd door dynamische complexiteit
  • Systeemgericht denken:
    • Denken over grenzen van functionele managementdomeinen heen
  • Bereidheid tot veranderen:
    • Ontleren, veranderen, vergeten
    • DISSIDENTIE: in vraag stellen van vertrouwde
  • Meta-leren:
    • Leren over leren
  • Interne locus of control:
    • INTERNE ATTRIBUTIE
    • Besef dat men zelf aan basis ligt van oorzaken en fouten

*Organisatieprincipes voor lerende organisatie

  • Systeembewust handelen en denken:
    • Opbouwen geïntegreerd totaalbeeld = berust op:
      • Teamwerk
      • Jobrotatie & interne promotie
      • Breed geöriënteerde opleidingen in multifunctionele groepen
      • Aandacht voor departementsoverschrijdende verbanden
      • Vermenigvuldigen contanten met buitenwereld
    • Geïntegreerd totaalbeeld zal dan ook door leden organisatie worden gedeeld
    • Nadruk op collectief leren:
      • Gezamenlijk aanpakken van problemen met alle stakeholders
      • Onderhouden van frequente en open communicatie met alle stakeholders
      • Permanente waakzaamheid voor problemen die zich bij alle stakeholders voordoen
      • Voortdurende bereidheid om ook op problemen van stakeholders actie- en oplossingsgericht te reageren
  • Streven naar vernieuwing & verbetering:
    • Herwinnen concurrentiekracht = 3 doelstellingen:
      • Verkleinen
      • Verbeteren
      • Vernieuwen
    • VERNIEUWEND LEREN:
      • Hanteren nieuw referentiekader
      • Herformuleren uitgangspunten, werkwijzen en afspraken
      • Afleren, vergeten, ontleren (uitdaging!)
      • Organisatieklimaat:
        • Vrijheid voor dissidente ideeën
        • Voortdurend in vraag stellen
        • Openheid voor het nieuwe
    • VERBETEREND LEREN (continuous improvement):
      • Voortdurende verbetering van processen binnen organisatie
      • Ondersteund worden door:
        • Scherpe objectiefstelling
        • Permanente meting performantie
        • Voortdurende evaluatie metingen in functie van doelstellingen
  • Aangepaste informatiestromen:
    • Leren wordt ondersteund en bevorderd door gepaste informatiestromen
    • Bijpassende infrastructuur
    • Comprimeren tijd & afstand & toegankelijkheid informatie belangrijk
    • Gevarieerde informatie
    • Onbeperkte toegang voor iedereen in organisatie
  • Zelfregulerende teams:
    • Zelfregelende organisatie vertrekt in haar coördinatie- & controlemechanismen van minimumspecificaties:
      • Weinig sturing van bovenaf
      • vlakke structuur
      • management schept voorwaarden voor ontstaan zelfregulerende teams
      • managers zijn verantwoordelijk voor ter beschikking stellen van middelen voor teams
      • Leiderschapsstijl = participerend & ondersteunend
  • Maximale benutting van aanwezige kennis:
    • Maximaal kennis delen binnen & tussen afdelingen
    • Klemtonen managementontwikkeling:
      • Invullen reële opleidingsnoden
      • Toepassing van nieuwe kennis op werkplek ondersteunen
      • Reflectie over eigen functioneren
      • Experimenteren & foutentolerantie
  • Gemeenschappelijke visie:
    • Missie gedreven organisatie
    • Kenmerken missie:
      • Beknopt & eenvoudig
      • Getuigend van visie
      • Wars van commercieel misbruik
      • grensverleggend
  • Trans-rationele processen:
    • Niet allen rationaliteit
    • Ook intuïtie, gevoel en emoties

Lees meer...

Kennismanagement: opdrachten en deelprocessen

*Plannen, uitvoeren en evalueren van het OPBOUWEN van kennis:

  • Processen:
    • Inventariseren nodige kennis tov beschikbare kennis
    • Beantwoorden aan vraag of kennis intern zal worden opgebouwd of betrokken zal worden uit externe bronnen
  • Kennis vanuit buitenwereld:
    • Kopen
    • Huren
    • Lenen
    • Kopiëren
  • Kennis door interne ontwikkeling = Nonaka & Boisot

*Plannen, uitvoeren en evalueren van het BENUTTEN van kennis:

  • Toegankelijk maken:
    • Vastleggen
    • Beschermen tegen verlies
    • Toegang beveiligen
  • Verspreiden:
    • Fysiek
    • Mentaal (opleiding)
  • Toepassen:
    • Gebruiken
    • Combineren
    • Reflecteren
  • Onderhouden:
    • Vernieuwen
    • Vergeten
Lees meer...

Soorten kennis

*Impliciete – expliciete kennis:

  • IMPLICIETE KENNIS = kennis die wel aanwezig is bij individuen of groepen, maar die door hen niet kan worden verwoord of op een of andere wijze gecodificeerd.
  • EXPLICIETE KENNIS = kennis die werd neergeschreven of werd geëxpliciteerd (doorgeefbaar)

*Individuele – collectieve kennis:

  • Individuele kennis:
    • Kennis bij individuen
    • Embrained (in menselijk denken) en embodied (in handelen)
  • Collectieve kennis:
    • Gedeelde/gemeenschappelijke kennis
    • Encultured (in organisatiecultuur)

*BOISOT:

  • kern van ontwikkeling kennis ligt in toepassen 4 leerprocessen:
    • Problem solving
    • Verspreiding
    • Absorptie
    • Scanning
  • Effectief & efficiënt kennismanagement = herhaald doorlopen leercyslus

*NONAKA:

  • Kern van ontwikkeling kennis ligt in omzetting van ene kennistype naar andere = 4 deelprocessen:
  1. Socialiseren
  2. Expliciteren
  3. Combineren
  4. Internaliseren
  • Verschillende processen moeten aan bod komen in volwaardig leerproces

Van/Naar

Impliciete kennis

Expliciete kennis

Impliciete kennis

Socialiseren

Expliciteren

Expliciete kennis

Internaliseren

Combineren

* SANCHEZ = kennishiërarchie (3 lagen in hiërarchische relatie):

  • Niveaus van kennis:
    • KNOW-HOW:
      • Kunnen gebruik maken van oorzaak-gevolg relaties
      • Praktische kennis
      • Geen verklaringen causaal verband
      • KNOW-WHY:
        • Waarom van bepaalde causale relatie
        • Theoretische kennis
        • Begrip bij kennisdrager
      • KNOW-WHAT:
        • Mogelijke richtingen waarin oorzaak-gevolg relaties kunnen worden uitgebouwd
        • Strategische kennis
        • Laten toe nieuwe producten of processen te bedenken
  • Relevantie van kennisniveaus:
    • Relevantie ~ kenmerken evolutie van de omgeving
    • Verbanden:
      • Know How:
        • stabiele markten & technologieën
        • geen of nauwelijks evoluties
        • veranderingen slechts kwantitatief
        • Know Why:
          • Evoluerende omgeving
          • Onzekerheid over mogelijke toekomstige evoluties
          • Management = verschillende mogelijke toekomsten inventariseren & waarschijnlijkheid schatten
          • Know What:
            • Dynamische markt of technologie
            • Onzekerheid over toekomst & heden

Lees meer...

Betekenis van kennis

*Ontwikkelen omgeving, globalisatie, technologische evoluties = PERMANENTE INNOVATIE = management van individuele & organisationele kennis kennis = bron van innovatie

*Kennis dient ook te worden vernieuwd = leerprocessen = ondernemingen ontwikkelen naar lerende organisaties

Lees meer...

Kwaliteitssystemen

*KWALITEITSSYSTEMEN = waarborgen dat de organisatiestructuren en –processen van de zijde van de leverancier zodanig zijn opgezet dat de gevraagde kwaliteit aan de klant zal worden geleverd. = Normen

*ISO-9000 normen:

  • International Standards of Operations
  • Pasklare recepten voor realiseren kwaliteit
  • ISO = verhoogde kwaliteitsbetrouwbaarheid
  • IKZ = verbetering kwaliteitsniveau

*Opbouwen van kwaliteitssysteem:

  • KWALITEITSHANDBOEK = geeft vanuit beleidsstandpunt weer hoe kwaliteit zal worden verhoogd
  • PROCEDURES = geven concreet weer wat zal gebeuren om eisen van norm in te vullen
  • WERKINSTRUCTIES = geven weer hoe bepaalde handelingen dienen te gebeuren & hoe bepaalde operaties dienen te worden uitgevoerd
  • PLANNEN = klantenspecifieke procedures & werkinstructies die lichte afwijkingen vertonen ten opzichte van de algemene procedures of werkinstructies
  • REGISTRATIES = bewijzen dat werd uitgevoerd wat werd voorgeschreven

*Certificatie:

  • Verificatie goede werking van kwaliteitssysteem
  • Door onafhankelijk auditbureau
  • Kwaliteitscertificaat (3 jaar)
  • Tussentijdse audit (6 maand)

Lees meer...

Effecten van kwaliteitszorg

*Invloed kwaliteit op omzet en marktaandeel:

  • Positieve impact op imago & reputatie
  • Positieve invloed op merkbekendheid

*Invloed kwaliteit op kosten:

  • Conformiteitskosten:
    • Preventiekosten = fouten voorkomen
    • Evaluatiekosten = conformiteit met standaarden vaststellen
  • Kosten van non-conformiteit:
    • Interne fouten (corrigeren niet conforme producten)
    • Externe fouten (waarborgkosten, aanpassingswerken)
  • Kosten voor nodeloos overtreffen kwaliteit:
    • Gebrek aan behoefte van klant = overbodig/onbelangrijk
  • Opportuniteitskosten:
    • Gemiste kansen
Lees meer...

Integrale kwaliteitszorg

*INTEGRALE KWALITEITSZORG = waarborgen van kwaliteit door het geheel van waardecreërende activiteiten

*Premissen voor IKZ:

  • Klant moet kwaliteit duidelijk kunnen waarnemen:
    • Zoeken naar behoeften & aankoopcriteria klant
    • Communicatie naar klant
    • Zorgen dat klant betrokken wordt in alle fasen van productieproces
  • Kwaliteit is een zaak van alle departementen:
    • Interne klant
    • Kwaliteit is systeemeigenschap (waarde wordt gecreëerd in zowel kernprocessen als ondersteunende processen)
  • Kwaliteit veronderstelt inzet alle medewerkers:
    • Interne communicatie
    • Empowerment = zorgt dat medewerkers gepaste beslissingen tegenover klant kunnen nemen
  • Kwaliteit vergt kwaliteitspartners:
    • Stroomopwaarts:
      • Partnerships met leveranciers
    • Stroomafwaarts:
      • Goede relatie met distributeurs
    • EFFICIËNT CONSUMER RESPONSE (ECR):
      • Samenwerking tussen bedrijven in bedrijfskolom
      • Waarborgen dat klant verse, kwalitatieve en goedkope producten krijgt
  • Kwaliteit is nooit af:
    • Voortdurend streven naar kwaliteitsverbetering
    • KAIZEN = iets geleidelijk maar gestaag aanpassen ten goede
  • Soms zijn kwaliteitsspongen nodig:
    • Gedurfde nieuwigheden = shocktherapie in gaan zetten
    • BUSINESS PROCESS REENGINEERING (BPR)
  • Kwaliteit is gratis:
    • Correct produceren van begin af aan kan enorm kostenbesparend werken
  • Kwaliteit is niet voldoende:
    • Kwaliteit behoort tot concurrentievoorwaarden
    • Kan door andere voordelen vervangen worden
  • Kwaliteit kan zwak product niet redden:

*Deming-wiel (PLAN-DO-STUDY-ACT methode/PDCA cirkel) = voortdurende verbeteringen = reeks van activiteiten:

  • Plan:
    • Opmaken plan voor verbetering bestaande praktijken mbv onderzoek huidige situatie
  • Doe:
    • Plan uitvoeren
  • Controleer:
    • Uitvoering controleren
  • Actie:
    • Vervolgactie om verbetering duurzaam te maken = nieuwe norm
    • Opnieuw PDCA cirkel om verbetering te stabiliseren
Lees meer...

Kwaliteitszorg in diensten

*Kwaliteitszorg diensten = marketing belangrijk = 3 klemtonen (naast externe marketing):

  • Interne marketing:
    • Naar eigen personeel & binnen onderneming
    • Personeel voldoende gemotiveerd en geïnformeerd
    • Verhoogt effectiviteit verkoopproces
  • Interactieve marketing:
    • Optimaliseren persoonlijk contact tussen klant en aanbieder
  • Relatiemarketing:
    • Klanten zo lang mogelijk behouden & duurzame band opbouwen
Lees meer...

Wat is kwaliteit?

*5 opvattingen:

  • Intrinsieke excellentie, schoonheid = filosofische visie
  • Aanwezigheid van productkenmerken = productvisie:
    • Meetbaar & objectief
    • Niet perceptie van klant, maar intrinsieke eigenschappen product voorop
  • Aangepastheid aan behoeften van de klant = klantenvisie:
    • Moeilijk te achterhalen
    • Oplossen dmv marketing: marktonderzoek, enquêtes,…
  • Conformiteit met specificaties = productievisie:
    • De klant foutloos bereiken
    • Eerder naar binnen gericht
    • Geconcentreerd op productontwikkeling & productiecontrole
  • Verhouding tussen prijs en waarde van een product:
    • Klantenkost (total cost of ownership):
      • Verkoopprijs
      • Tijd & energie
      • Psychologische kosten
    • Klantenmeerwaarde

*8 dimensies van kwaliteit:

  • Prestaties van product of dienst (primaire functionaliteit):
    • Sluiten aan bij product- en klantenvisie
    • Meetbaar & onderling vergelijken
  • Toebehoren (features):
    • Secundaire attributen
    • Onderscheid prestaties/features steunt op inschatting klant & evolueert in tijd
  • Betrouwbaarheid:
    • defectwaarschijnlijkheid
  • Conformiteit:
    • Mate waarin ontwerp & gebruik product overeenstemmen met vooropgestelde normen
    • Intern: % afgewezen producten
    • Extern: service/reparatiebezoek & klachten
    • Objectief meetcriterium
    • Productievisie
  • Duurzaamheid:
    • Technische & economische levensduur
  • Onderhoud & dienstverlening:
    • Zowel objectief als subjectief criterium
  • Esthetische ervaring:
    • Persoonlijke voorkeur klant
  • Gepercipieerde kwaliteit:
    • Bij afwezigheid voldoende informatie
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen