Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Theoretische conclusies

- grens tussen deviant en niet-deviant ?

→ geen enorme kloof maar continuüm : zeer crimineel gedrag ---- conformistisch gedrag → wat in één maatschappij deviant is, is dat niet in een andere

- sociale context cruciaal in verklaren van deviantie

→ iemand wordt pas deviant doordat anderen hem een label opkleven

→ deviantie wordt aangeleerd

→ deviantie ontstaat doordat men behoort tot een bepaalde groep of subcutluur

 rational chocie: uitzondering; belang van externe omstandigheden wordt onderschat

- Beste theorie?

→ Labelingtheorie

=> Kan aangevuld worden door andere perspectieven: de historische en de situationele benadering

- Situationele benadering verklaart waarom mensen die op geen enkele manier abnormaal kunnen genoemd worden, toch criminele daden stellen

- Historische analyse kan verklaren waarom bepaalde lables belangrijker worden en andere minder belangrijk; Bv; heks , ketter

Lees meer...

Rational choice en 'situationele' verklaring

- gedrag wordt door individuen bewust en rationeel overdacht om zo bepaalde doelen of voordelen te bereiken

→ rational choice: het gedrag van mensen is het gevolg van zijn/haar eigen overweging en indien ze vaststellen dat er meer voordelen dan nadelen zijn aan het gedrag, zullen mensen die handeling stellen

 andere studies: deviantie = reactie maar geen actie; = gevolg van externe invloeden

→ Differentiële associatie: interacties met anderen

→ Anomietheorie: druk die individuen ondervinden in een maatschappelijk context die gericht is op het verwerven van materieel succes

→ Labelingtheorie: bepaalde gedragingen worden door anderen bestempeld als afwijkend

- belang van individuele keuze

→ individuen kiezen ervoor om al dien niet crimineel te handelen; men weegt de voor- en nadelen af, en wanneer zij besluiten dat het de moeite loont, handelen zij crimineel

=> dit impliceert niet dat crimineel gedrag lang op voorhand beraamd en gepland wordt

=> lichtere misdrijven: vaak situationele beslissing

Lees meer...

Theorie van de delinquente subculturen

- waarom reageert in eenzelfde situatie de één met rebellerend gedrag en de ander met conformistisch gedrag?

→ koppeling Merton aan Sutherland

- Cloward en Ohlin over jeugdbendes

→ in gemeenschappen waar de kansen om op een legitieme manier succes te verwerven zeer beperkt zijn

→ accepteren algemene waarden, maar die waarden worden op een eigen manier opgevat, aangepast aan eigen subcultuur

=> schema verschillende soorten reacties op anomie

- Albert Cohen: geen al te rigide onderscheid mag getrokken worden

→ leven in delinquente buurten is altijd gebaseerd op afwijzing van de dominante cultuur

Labeling theorie

- Symbolisch interactionisme: gedrag/interactie van menen hangt af van betekenis die ze geven aan elkaar, aan de wereld, aan de situatie

→ labelling = definitie geven aan bepaald gedrag, deviant en crimineel noemen bv. moordenaar

- interactieproces tussen devianten en niet-devianten: hoe komen mensen ertoe anderen als deviant te beschouwen?

- machtsverhouding

→ Verhouding tussen diegene die labels kleven en diegene die labels opgeplakt krijgen (devianten) = machtsverhouding

→ Labels worden gekleefd door de vertegenwoordigers van de wet en de gevestigde orde; een label dient om wat in die orde past te onderscheiden van wat er niet in past

Bv. rechters: veel macht en hebben het recht om labels te kleven; straffen die ze uitdelen zijn definities

Bv. artsen: ziekterol

Bv. Machtigen = diegene die labels geven

=> Kleven van een label : middel om bestaande orde en duidelijkheid te handhaven

→ Eenzelfde gedrag wordt in het ene geval beschouwd als deviant en in het andere niet, naargelang de sociale status van de betrokkene

→ Eenmaal een jongere gelabeld is als een delinquent, wordt hij door anderen (leraars, werkgevers,..) als onbetrouwbaar beschouwd en zal zo vaak hervallen in crimineel gedrag zodat het labelling proces nog intensiever wordt

=> hoe hoger op de maatschappelijk ladder, hoe hoger de definitorische macht

- primaire en secundaire afwijking

→ primaire: overtreden van de norm zelf

→ secundaire: wanneer individu zichzelf gaat beschouwen als deviant

=> vergt leerproces: paradox: instellingen zijn bedoeld om devianten op het rechte pad te helpen (bv. asielen, gevangenissen) maar spelen tegelijkertijd een belangrijke rol in het leerproces waarbij de deviant zichzelf leert zien als deviant

- stigmatisering

= wanneer een individu er door anderen zo vaak op gewezen wordt dat hij een crimineel is, kan hij zich gaan vereenzelvigen met dit label

→ impact is zo blijvend dat de betrokkene dat kenmerk als beslissend basiskenmerk van zichzelf zal beschouwen, en heeft dus zeer vergaande gevolgen; manier waarop men over mekaar praat kan dus vergaande gevolgen hebben en is dus een vorm van machtsuitoefening

=> leidt tot self-fulfulling prophecy: eens ‘x’ altijd ‘x’

bv. prostituee zijn: blijkt niet beperkt tot beroep maar strekt zich uit over je hele leven, men kan zo geïsoleerd worden

- Belang van labeling theorie:

1. daden zijn niet op zichzelf deviant

2. labels kleven is een middel van machtsbehoud

- zwakke kanten

1. verklaart niet waarom individuen bepaalde gedragingen stellen

2. niet helemaal duidelijk in hoeverre het labelingproces het afwijkend gedrag in de hand werkt

3. niet duidelijk waarom in een bepaalde maatschappij bepaalde activiteiten als deviant gelabeld worden en in een andere maatschappij niet

Lees meer...

Mertons anomietheorie

- anomie (Durkheim)

- anomie volgens Merton: discrepantie tussen nagestreefde waarden en beschikbare middelen

= sociale druk waaraan individuen in bepaalde situaties bloot staan wanneer de algemeen aanvaarde waarden en streefdoelen conflicteren met wat in de realiteit mogelijk is

→ niet iedereen die leeft in anomie wordt crimineel!

Type deviantie

waarden

middelen

Conformist (a)

Innovator (b)

Ritualist (c)

Retreatist (d)

Rebel (e)

+

+

-

-

-

+

-

+

-

-

VERDUIDELIJKING

- Anomie doet zich voor wanneer er mensen er niet in slagen die waarden en normen na te leven omdat ze niet beschikken over die middelen: middelen en waarden zijn slecht op elkaar afgesteld. Bv. Opgroeien in analfabetisch gezin: men heeft niet te middelen om te leren lezen en schrijven (norm= lezen en schrijven//middel = ouders maar die zijn analfabeet)

- 5 mogelijke reacties op situaties met deze spanning

(a) conformist: men conformeert zich naar de norm en naar de middelen

→ of ze nu succes behalen of niet = meerderheid van de samenleving

(b) innovator: vernieuwers: willen waarden en normen nastreven maar beschikken niet over de maatschappelijk geaccepteerde middelen. bv. kidnappen, bank overvallen

= vernieuwers: men zoekt constant naar nieuwe middelen (weliswaar niet geaccepteerd op maatschappelijk niveau) bank overvallen  geld drukken,…

(c) ritualist : houden zich aan de gedragsregels, maar hebben geen streefdoel voor ogen

Bv. iemand die elke dag een saai werk verricht, zonder carrièrevooruitzichten of beloningen

Oorsprong: iemand die deelneemt aan religieuze praktijken maar die niet gelooft, heeft de middelen maar gelooft niet

= sociologie: iemand die de normen en waarden afwijst hoewel hij over de middelen beschikt om die na te streven

(d) retreatist = afhakers: verwerpen van dominante waarden en geaccepteerde middelen

→ Men trekt zich terug uit de samenleving en het sociaal leven = afhakers

(e) rebel: reactie van individuen of groepen die de dominante en de geaccepteerde middelen verwerpen maar die deze willen vervangen door nieuwe waarden en normen om zo de hele maatschappij om te vormen ( afhakers) Bv. radicale politieke groeperingen

→ men verzet zich tegen de samenleving maar op een manier die enigszins ongecontroleerd is en niet effectief

Lees meer...

De theorie van de differentiële associatie (Sutherland)

- sommige milieus werken illegale activiteiten in de hand en andere niet

=> verschillen in crimineel gedrag worden verklaard door verschillen in de mate waarin ze geassocieerd zijn met bepaalde subculturen

- deviantie wordt aangeleerd (zoals elk gedrag)

→ zoals bepaalde individuen zich leren te gedragen conform de wet, leren anderen zich crimineel te gedragen

Bv. drugs spuiten: gezien van anderen; roken; drinken,…

- belang van groepslidmaatschap

→ crimineel gedrag wordt voor een groot deel aangeleerd in primaire groepen , vooral in ‘peer groups’

=> verschil tussen crimineel en conform gedrag is dus niet erg groot

=> beiden zijn gericht op het vervullen van dezelfde behoeften en waarden

→ gevangeniswezen: aanvankelijk verbeteringsinstelling (Total institution) maar is eigen een leerschool voor criminaliteit, men komt in contact ‘nieuwe’ vormen

=> manier om iemand die al contacten heeft in crimineel milieu, diens banden te versterken

Lees meer...

Maatschappij en misdaad: nood aan sociologische theorieën

- Waarom biologie en psychologie tekort schieten

→ wat als crimineel beschouwd wordt is grotendeels sociaal en cultureel bepaald

→ wat binnen de ene maatschappij of binnen een subcultuur crimineel is, is dit niet in een andere en omgekeerd = variabel

bv. historisch variabel: farao mag huwen met zijn zus

→ De aard van de gepleegde misdrijven hangt sterk van de sociale klasse van de dader

=> sociologische verklaringen van criminaliteit en deviantie zijn meer aangewezen dan biologische en psychologische verklaringen

Lees meer...

Biologische en psychologische theorieën van crimineel gedrag

- Lombroso:

→ sommige mensen worden geboren met criminele neigingen: sporen van primitief mensentype in zich

→ onderscheiden adhv de vorm van hun schedel

=> Sheldon: verband tussen lichaamsbouw en crimineel gedrag

- Genetische verklaring:

→ studie van familiegeschiedenissen: crimineel gedrag kan net zo goed aan sociale of culturele omgevingsfactoren liggen dan aan genetische

=> opvoedingspatroon in families waar criminaliteit voorkomt, verschilt van families waarin dit niet voorkomt!

→ chromosomenstructuur: ongegronde conclusie

=> Toch spelen biologische factoren soms wel een rol: het is mogelijk dat de genetische uitrusting van sommige mensen hen prikkelbaarder of agressiever maakt, wat in bepaalde omstandigheden gemakkelijker zou kunnen leiden tot crimineel gedrag. Maar dit is nog geen afdoende bewijs dat dit in werkelijkheid het gevoel is

=> Determinisme? Als u bepaalde kenmerken vertoont, bent u dan voorbestemd om bepaalde gedragingen te vertonen?

→ Nee, doen enkel de waarschijnlijkheid toenemen maar men moet ook rekening houden met sociale omstandigheden

Lees meer...

Gevangenissen en asielen

- Oorsprong gevangenissen:

→ hospitalen in 17e eeuw: boeren die geen werk meer vonden na afschaffing feodaliteit, konden hier terecht voor eten, maar werden soms ook gedwongen om arbeid te verrichten

→ werkhuizen ontstaan:

= opvangscentrum voor zij die niet meer konden meedraaien in de samenleving

= ongedifferentiëerde instelling: allerlei categorieën van mensen in één instelling

- modernisering als differentiatie

→ 18e-19e eeuw: gevangenissen

=> Geschiedenis van het gevangenis wezen = voorbeeld van hoe de modernisering in zijn werk is gegaan in het algemeen

→ Differentiatie = gevangenissen, asielen en hospitalen werden verschillende instellingen (=specialisatie van instellingen)

  • hospitaal: ziekenhuizen die zich bezighouden met zieken

 ziekenhuizen die zich bezig houden met mentaal zieke, gestoorde

 weeshuizen

 bejaardeninstelling

  • Sociale hervormers pleitten voor de invoering van de vrijheidsberoving als uitstekend middel om criminele activiteiten tegen te gaan

→ idee van individuele vrijheden vond ingang, respect voor individu

=> moord als ergste misdrijf

  • Gevangenissen werden de plaatsen van heropvoeding en criminelen werden daarom geoefend in discipline

→ Verdwijning van publieke aspect

- modernisering als toegenomen controle & ‘verbetering’

→ typisch voor differentiatie = de houding t.o.v. de mensen verandert

  • ME: men ondergaat de ziekt

→ beschouwd als noodlot of goddelijke straf, niet in handen van de mensen ; ~krankzinnigen: iets dat god zo gewild had

  • Later: al die verschillende mensengroepen worden onderscheiden en men gaat proberen die een specifieke hulp en behandeling te geven met de bedoeling om hen er bovenop te helpen, hun lot te helpen
  • Moderniteit = sterk probleemgericht om dat oplossen, men gaat die problemen onderscheiden

→ men kan meer en meer problemen oplossen

= toegenomen controle: men volgt alles op, de evolutie van het genezingsproces en de therapieën worden aangepast naargelang het succes dat ze hebben

→ organisatie is meer en meer verfijnd

- medicalisering van krankzinnigheid

→ ME: krankzinnigheid = gril van de natuur, men kan er niets aan doen; vorm van zwakzinnigheid of vorm van bezetenheid door demonen

→ krankzinnigheid wordt beschouwd als een ziekte

→ medicalisering = aangelegenheid die werd toegeëigend door de medische professie, competentiesfeer van geneesheren

=> Moderne samenleving 18-19E: krankzinnige = zieke, iemand die je kan behandelen en gezond kan maken

=> Medicalisering = met behulp van gepaste medicatie gaat men de geestestoestand van de zieke te verbeteren of te genezen

Lees meer...

Veranderingen in wijze van bestraffen

- Pre-moderne samenleving: Verbanning, bedevaart, lijfstraffen (stokslagen,…), vastketenen, ophanging

→ vooral lichamelijke straffen + publiekelijk

→ Niet vaak gevangenisstraffen (= vrijheidsberoving)

=> lokale gevangenissen hadden andere functies

→ In de grotere Europese steden waren er wel gevangenissen van een grotere omvang, die meestal bevolkt werden door veroordeelden die wachtten op hun executie

=> Nauwelijks een gevangenisdiscipline, vrije sfeer

→ Atholl: beschrijving leven in een van de oudste Londense gevangenissen

- Industriële tijdperk: omgekeerd ; meer gevangenisstraffen dan lijfstraffen

→ Lichamelijke integriteit = belangrijk

→ Religieuze delicten bv. spotten met de kerk,… werd niet meer gestraft

=> Ommekeer pre-indrustriële samenleving: al wat lichamelijk was, werd als normaal beschouwd , straffen waren dus lichamelijk  industriële samenleving: bescherming lichaam: geen lijfstraffen, maar boetes of gevangenisstraf

→ Deviantie = historisch gebonden + variabel

→ Kan zorgen voor onduidelijkheden wanneer wetten en zeden snel veranderen

= normvervaging: men weet niet meer wat wel niet mag

Lees meer...

Crimineel gedrag in pre-industriële maatschappijen

- Zwaarste straffen of misdrijven = van religieuze aard, misdrijven tegen de eigendom van de heersers of van de aristocratie (~feodale structuur)

→ Ketterij, sacrilège, blasfemie = doostraf

→ Jagen, vissen en fruit plukken op de gronden van de koning of van aristocraten =zwaar bestraft

voorbeelden:

- 16E: mensen die worsten hadden gegeten voor ze naar de mis gingen en werden door de rechtbank gestraft

→ Wanneer men naar de mis gaat, moet men nuchter zijn = de burgerlijke wet werd daaraan aangepast

- 16E: kind van 6 dat priestertje speelde met zijn hond: vader is ernstig gestraft

- Spotten met de heilige maagd = veroordeeld tot verbanning

- Stropen op landen van adel = gestraft

- Doden van een gewone man: niet zo zwaar aan getild

→ boete betalen of familie neemt zelf wraak

 nu: deze overtredingen worden niet eens meer als crimineel beschouwd (met uitzondering het stelen van kerkeigendom)

- Afwijkend gedrag  crimineel gedrag = subcategorie van afwijkend gedrag

→ Afwijkend: eender wel gedrag dat afwijkt van de norm

= Men kan afwijken zonder een wet te overtreden

→ Crimineel gedrag: afwijken van de wettelijk norm

=> Crimineel gedrag: verschilt sterk van samenleving tot samenleving

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen