Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Verschuivingen in het rolpatroon

- man werd kostwinnaar, vrouwen deden het huishouden

- rolverwachtingen ten aanzien van de kinderen: het kind werd een afhankelijk, op zorg aangewezen, lerend en spelend wezen

- gezin werd plaats van persoonlijke affectieve en emotionele vervulling

Lees meer...

Ontwikkeling van het gezinsleven, Lawrence Stone

- Open gezin ('open lineage family')

= kerngezin, gekenmerkt door een tamelijk kleine huishouding, maar sterk ingebed in de bredere gemeenschap

→ familiebanden nauw verweven met gemeenschapsbanden

=> Affectiviteit en emotionele gehechtheid stond NIET centraal

=> Individuele keuzevrijheid ondergeschikt aan het groepsbelang

=> Geen privacy

=> Gezin = niet strik van de buitenwereld afgesloten, weinig emotionele, autoritaire institutie met een korte levensdeur (vaak ontbonden door de dood van echtgenoot of door de dood of het vroege verlaten van de kinderen)

→Gezin dat herschikbaar was, open stond, flexibeler was bv. verre familieleden opnemen

- Beperkte patriarchale gezin ('restricted patriarchal family')

→ 17-18e E + hogere lagen van de bevolking

→ Overgangstype

→ Kerngezin: afgescheiden entiteit; scherp onderscheid betrekkingen tussen gezinsleden en tussen andere verwanten of leden van de gemeenschap

→ Meer nadruk op de liefde

→ Autoritaire macht van de vader neemt toe

- Gesloten kerngezin ('closed domesticated nuclear family')

→ Hechte, emotionele banden en huiselijke privacy

→ Richt zich op het grootbrengen van kinderen

→ Dominant in de 20e E

=> Affectief individualisme = centraal : huwelijk wordt gesloten op grond van een persoonlijke, op liefde en emotioneel en seksuele aantrekking gebaseerde, keuze

=> Tendens extended naar nuclear, maar niet algemeen

- Oorzaken:

= verschuivingen binnen de landbouw en de industrialisatie: proces van onthechting

→ scherpe scheiding tss de werkplaats en thuis, men moest het huis verlaten om te gaan werken

→ het open gezin verloor haar belangrijkste kenmerk: ingebed zijn in plaatselijke gemeenschap

Lees meer...

Historische ontwikkeling

- Tendens van extended naar nuclear family? (wordt betwist)

→ reeds in de ME leefde men in een kerngezin

+ grote regionale verschillen in gezins- en huwelijkspatronen

- Huwelijkspatroon en industrialisatie

→ industrialisatie heeft gezins- en familieleven wel drastisch veranderd!

→ pre-industriële samenleving: gezinnen zijn productie-eenheden

- Liefde, erotiek en gezien

→ selectie huwelijkspartners op basis van sociale en economische belangen

=> in het westen wordt liefde wel essentieel voor een huwelijk, idee dat er een koppeling is tussen liefde en huwelijk is historisch gegroeid/gevonstrueerd

→ gevolgen op het seksuele leven: veel buitenechtelijke verhoudingen

+ buitenechtelijke kinderen: werden aanvaard en opgenomen

=> Maar seksualiteit was grotendeels losgekoppeld van romantische liefde en erotiek

- Stabiele pre-moderne gezinnen?

→ samenstelling gezinnen labieler dan vandaag: sterfte, daardoor hertrouwde de man zeer vaak en gingen kinderen vroeg het huis uit om elders huishoudelijk werk te verrichten

→ Gedachte dat er in verleden gezin stabieler is = geconstrueerd als cultureel idee in 18E – 19E

Lees meer...

Sociobiologische visie: hominisatie en gezinsvorming

- 6 tot 3 miljoen jaar geleden

→ aanpassing aan bodemleven (door verandering tropisch oerwoud)

→ bipedalisme (hand komt vrij, ‘werktuigen’)

→ oog-hand coördinatie

→ selectiedruk in de richting van grotere hersenen

→ probleem van vroeggeboorte

- gezin als ‘oplossing’ van probleem der vroeggeboorte

= institutie die rol van baarmoeder postnataal voortzet

→ 2 basisfuncties van gezin:

  • parentale investering
  • langdurig partnerschap

- Langdurig partnerschap:

→ om beide ouders gedurende een jarenlange periode aan elkaar te binden, zijn biologische aanpassingen onontbeerlijk geweest, met name in de anatomie van man en vrouw

1. parentale investering sterk geslachtsgebonden; enkel vrouw stond in voor parentele zorg

=> 2 verschillende reproductiestrategieën

→ R-strategie van de man: kwantiteit: reproduceren, zo veel mogelijk nakomelingen

  • Gevolg: mannelijk geslacht (= weinig investerend geslacht) poogt om zoveel mogelijk partners te verwerven en te bevruchten

 kortstondige relaties en competitie onder mannetjes

→ K-strategie van de vrouw: kwalitatieve opvoeding, investering in parentele zorg

  • Gevolg: vrouw (= sterk investerend geslacht) : selectieve keuze in partners

=> Intraseksuele competitie tussen mannen en de zorgvuldige keuze van vrouwelijk geslacht  toename seksueel dimorfisme

= uitgesproken seksuele verschillen op morfologisch, fysiologisch en psychologisch gebied

→ robuuste mannetjes: geselecteerd op kracht en grootte

→ kleine vrouwtjes : vrouwen moeten zachter zijn in omgang met de kinderen

2. parentale investering meer verdeeld over de geslachten

=> vermindering van seksueel dimorfisme

→ feminisatie van de man :wijziging van secundaire geslachtskenmerken

→ toename permanente seksuele aantrekkelijkheid van de vrouw om haar partner langduriger te binden = wijziging van primaire geslachtskenmerken

=> vrouw wordt permanent aantrekkelijk

- conclusie: ontstaan van gezin voorbeeld van coëvolutie (= verwevenheid van biologische en sociale processen)

Lees meer...

Monogamie en polygamie

- polygamie: huwelijken waarbinnen het de man of de vrouw wordt toegestaan met meer dan één partner getrouwd te zijn

→ polygynie

→ polyandrie (eerder zeldzaam; in verarmde samenlevingen; vorm van geboorte- controle)

- Monogamie dominant? niet volgens Murdock

→ Hoeveel culturen, samenlevingen zijn dominant polygaam of monogaam?

=> Vaststelling dat er in meer culturen polygamie(=dominant) is dan monogamie

=> Reden: kleine groep/samenleving van polygamie

Lees meer...

Familie- en gezinsrelaties

- 'nuclear family' (kerngezin) vs. 'extended family' (ruimere familie)

→ Gezin → familie

→ Ingebed in ruimer netwerk van

verwantschapsrelaties

=> Onderscheid: veronderstelling dat er een afbrokkeling is geweest van the extended family

→ Vroeger: mensen wonen in grotere groep

→ modernisering : grote families verbrokkelen en vallen uiteen in kerngezinnenen er komt meer en meer nadruk op kerngezin te liggen

- 'family of orientation' 'family of procreation

→ Gezin waarin men geboren wordt, Gezin dat is opgericht d.m.v.

→ gezin van oorsprong huwelijk waarbinnen een nieuwe generatie kinderen opgroeit (= procreatie)

=> Verschil in woonvorm: waar zich vestigen als men het gezin verlaat

→ Bij ons; gehuwden zoeken een nieuwe woonplaats naar eigen keuze, om het even waar; maar er zijn ook andere vormen:

=> 'matrilokaal' wonen

  • Men blijft in de buurt wonen van het oorsprongsgezin van de moeder, van de vrouw

=> ‘patrilokaal’ wonen

  • Men blijft wonen in de buurt van het oorsprongsgezin van de man

=> Plaats van wonen : indicatie dominante familie langs moederszijde of vaderszijde

Lees meer...

Definities

- Huwelijk: belangrijke sociale institutie

→ grote variatie tussen culturen

→ historische verschuivingen

Gezin

- primaire groep van personen gericht op bio-sociale reproductie

- gebonden door verwantschapsband

- volwassenen zorgen voor kinderen (of omgekeerd)

Verwantschap

sociale verhouding gebaseerd op huwelijk of afstamming

Huwelijk

“sociaal erkende sexuele verhouding tussen twee volwassen individuen”

→ wanneer 2 mensen huwen: worden zij aanverwanten en opgenomen in het verwantschapsnetwerk van de partner

- Verwantschap

grote culturele verschillen

→ Westen: beperkt tot beperkt aantal van nabije verwanten

→ kleinschalige culturen: verwantschapsrelaties van belang in de organisatie van het hele leven

=> zichtbaar in begrippen die wij gebruiken om verwanten aan te duiden

- De clan

= Groep die leeft in de mening dat ze afstammen van Gemeenschappelijke voorouders (= ruime familie): geeft hen een onderscheiden identiteit

→ soms volstrekt denkbeeldig bv. Joden stammen af van eenzelfde voorouder nl. Abraham

→ hoeft geen mens te zijn bv. stenen, planten: totemisme: verwant aan diersoorten

=> delen vaak eenzelfde geloof, hebben economische verplichten t.o.v. elkaar, wonen in elkaars nabijheid, …

→ kunnen klein zijn maar ook uitgroeien tot meerdere duizenden leden

=> clanlidmaatschap : invloed op dagelijkse leven

bv. verre verwanten worden op dezelfde manier behandeld als nauwe verwanten

bv. even verplicht t.o.v. verre neef als t.o.v. eigen broer

=> verwantschapsbanden lopen niet altijd samen met natuurlijke banden

bv. refereren naar andere man als ‘moeder’ hoewel men zeer goed beseft wie de biologische moeder is

→ geeft te kennen dat die persoon tot dezelfde afstammingsgroep behoort als zijn moeder; haalt de onderlinge banden sterk aan

=> Solidariteit: sterk groepsgevoel

=> Gestructureerde relaties

→ Onderscheid tussen met welke groepen men mag huwen en met welke niet

Lees meer...

Patriarchaat en Productie: de dominantie van mannen

-Sylvia Walby: patriarchaat wanneer de volgende kenmerken gelijktijdig voorkomen

1. Betaald werk: vrouwen worden minder betaald

2. Huishouden: vrouwen nemen meer huishoudelijke taken op zich en steken meer tijd en energie in de opvoeding van de kinderen dan mannen

3. Staat: vrouwen hebben minder toegang tot de uitoefening van de formele macht

4. Geweld: vrouwen zijn veel vaker het slachtoffer van mannelijk geweld dan omgekeerd

5. Seksualiteit: In vele culturen wordt de seksualiteit van de vrouw argwanend bekeken

6. Cultuur: Uit de manier waarop de vrouw wordt voorgesteld in patriarchale samenlevingen, blijkt een negatief vooroordeel

-Vrouwen en werk: een kort historisch overzicht:

1. Voorindustriële samenlevingen

→ Productie en huishouden zijn niet gescheiden

→ Al wat productie aanging, vond thuis plaats of dichtbij huis

→ Grote invloed van vrouwen in huishouden omwille van hun onmisbare economische positie

=> ook al werden ze dan buiten de mannelijke domeinen van politiek en oorlogsvoering gehouden

2. Industriële revolutie

→ Productie wordt ondergebracht in gemechaniseerde fabrieken

→ Meer individuele werknemers

=> Men breekt met gewoonte om familie als geheel de beschouwen

3. Tot begin van 20e eeuw

→ Toenemende scheiding/barrière tussen thuis/huishouden en werkplaats ~ invloed op man-vrouw verhouding

→ Vrouwen geassocieerd met huiselijke waarden en mannen geassocieerd met buitenshuis werk

→ Lage tewerkstellingsgraad van vrouwen

4. Tijdens WOI: positief gevolg voor de emancipatie van de vrouw

→ Veel mannen moesten naar het slagvelden, en vrouwen werden ingeschakeld in de industrie

  • Huishouden  fabriek
  • Eerste doorbraak van vrouwen naar de arbeidsmarkt
  • Zij bleken het uitstekend te kunnen doen

→ Eenmaal de oorlog gedaan was, namen de mannen deze jobs terug over, maar het patroon was doorbroken

=> WOII; gelijkaardige dynamiek: vrouwen gaan werken in fabrieken, ziekenhuizen,…

=> Na WOII: korte terugval maar economische opleving in ‘60

  • Vrouwen werden gestimuleerd om te gaan werken
  • + culturele doorbraak van de radicale bevrijding van de vrouw op het persoonlijke gebied

5. Heden

→ Desondanks voeren vrouwen proportioneel nog altijd minder betaalde arbeid uit dan mannen

→ stijgende emancipatie van de vrouw Bv. Scandinavische landen

→ Verhouding tussen huishouden en werkplaats is veranderd: vroeger gesplitst per persoon en seks opgedeeld;

  • Nu: gezinsleden op beide plekken
  • Gevolg: Afstemmen moet op een andere manier gebeuren als vroeger

- Ongelijkheden op het werk

→ relatief slecht betaald

→ routinetaken

=> Hebben van kinderen is belangrijke factor die bepaalt of vrouwen buitenhuisarbeid verrichten

→ maar herintredinggraad stijgt + vaker zelfde beroepen dan vroeger

- De problemen van het succes

→ naarmate vrouwen hoger opklimmen, komen ze in ‘mannenmilieu’ terecht

→ vooroordelen bij aanwervingpraktijken

+ mening van vrouwen zelf!

- Geweld in het gezin

→ Middeleeuwen: normaal, nu: tolerantie neemt af

→ praktijk van fysieke geweldpleging

= Nog steeds wijdverspreid

= Moeilijker voor vrouwen om zich te beroepen op de wet, hoewel zij wettelijk zijn beschermd

  • Wanneer de politie tussenkomt, wordt enkel de rust hersteld maar worden er geen gerechtelijke stappen ondernomen
  • Vrouwen zetten niet vaak zelf de stap om te breken met hun man – omwille van hun kinderen of omdat ze economisch afhankelijk zijn

- Ongewenst seksueel gedrag = misbruik van macht met seksuele oogmerken

bv. verkrachting = gemotiveerd door machtsdrang/machtsverschil en minder door lust

=> seksuele toespelingen verschillend ervaren

→ mannen: ervaren als onschuldig

→ vrouw: ervaren als intimiderend en vernederend

→ vrouwen worden verwacht tolerant te zijn t.o.v. seksuele opmerkingen, gebaren of aanrakingen

=> sommige beroepen moeten daar subtiel mee omgaan

=> Moeilijk om een grens te trekken tussen ongewenst seksueel gedrag en gedrag beschouwd als geoorloofde seksuele toenadering

=> Wanneer dit ongewenst gedrag een consistent patroon wordt, zullen vrouwen vaak hun toevlucht nemen tot ziekteverlof, overplaatsing ,…

- Verkrachting

→ onderrapportering : slechts een klein deel van de verkrachtingen worden aan de politie gerapporteerd

=> Drempel om verkrachting te melden = groot

→ Niet makkelijk te bewijzen dat er sprake is van verkrachting: moeilijke 'bewijslast' (vrouw heeft het misschien uitgelokt)

=> thuis

→ Verkrachting vindt meestal plaats thuis door mensen die men goed kent

→ vernederende (medisch) onderzoek: door dokter of ondervraging door politie en gerecht

=> 'verkrachting binnen het huwelijk'

= Moeilijk te bewijzen en enkel recentelijk juridisch herkend

=> 'Common sense' opvattingen

→ Common sense opvattingen = mythes: verkeerde opvattingen i.v.m. verkrachtingen

  • Als men zich goed verweert, kan men wel ontkomen
  • Enkel jonge en aantrekkelijke vrouwen worden verkracht
  • Verkrachters zijn mentaal gestoord
  • Verkrachtingen zijn niet spontaan maar zijn gedeeltelijk op voorhand gepland

→ Verkrachting is GEEN kwestie van oncontroleerbare driften, maar seksualiteit wordt in verband gebracht met gevoelens van macht en superioriteit

  • Verkrachters zijn mannelijkheid in termen van macht, dominantie en krachtdadigheid
  • Maar weinig verband tussen lust en verkrachting; pas seksueel opgewonden nadat ze hun slachtoffer hebben terrroriseerd
  • De seksuele daad is van minder betekenis dan dat de vrouw wordt vernederd

- De these van Susan Brownmiller

→ In zekere zin, zijn alle vrouwen het slachtoffer van verkrachting

  • Alle vrouwen ervaren gevoelens van angst bv. wanneer zij ’s avonds uitgaan
  • Verband tussen verkrachting en mannelijk macht is zo sterk benadrukt, dat het leidt tot een systeem van mannelijke intimidatie dat vrouwen angstig en passief houdt en hen intimideert

○ ~ oorlogssituatie: verkrachting door militaire overste als machtsmiddel

  • De angst om verkracht de worden, maakt dat vrouwen zich in hun dagelijks leven zeer voorzichtig zullen gedragen, en dat zij zich veel minder kunnen veroorloven in het publieke leven dan mannen = politiek doel

Lees meer...

De theorie van Nancy Chodorow

- kinderen emotioneel gehecht aan moeder

- breken van de band met de moeder verloopt anders bij jongens

- mannelijkheid is gebaseerd op het afwijzen van al wat vrouwelijk is

- keert Freud om

Lees meer...

Freud over de ontwikkeling van gender

- Geslachtsorgaan als symbool

→ bewustwording van genderverschillen bij kinderen draait om de penis

- Jongen identificeert zich positief (oedipale fase: castratie-angst)

- Meisje identificeert zich negatief ('penisnijd')→ latentie volgt

- kritiek op Freud:

→ genderidentiteit te veel in termen van genitale verschillen

→ penis zou superieur zijn aan vagina

→ vader als rol die discipline oplegt is niet in alle culturen zo

→ genderidentiteit begint vroeger dan oedipale fase (4 à 5 jaar)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen