Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Anderen als bron van zelfkennis

Het zelfconcept wordt gevormd door de mensen om ons heen.
De mens ontwikkelt niet in isolatie, het idee van anderen over onszelf is dus belangrijk. Het rode vlek experiment van Gallup werkt niet bij primaten die in isolement grootgebracht waren: werkt niet

  • Een kind leert over zichzelf door de opmerkingen van de opvoeders (instrumentele conditionering)
  • Een volwassene functioneert binnen een groep (observationeel leren, instrumentele conditionering,…) bv. Als je stopt met bijleren om je 30ste dan verschil je op je 60ste 30 jaar met anderen qua kennis je past niet meer in de groep
  • Evolutionair belang om jezelf te kennen via anderen: het doet er niet toe hoe goed je jezelf vindt, als anderen jou niet moeten hebben dan zal je niet bij die mensen passen. Het is belangrijk om steeds in de gunst van anderen te vallen.

Door het onderscheid tussen anderen en jezelf te zien, zie je jezelf beter

Lees meer...

Genderverschillen in zelfdefinities

?: Zit er enige waarheid in de volkswijsheid dat vrouwen praten over problemen en relaties en mannen over sport?

  • Grond van waarheid:

- Vrouwen: relationele, onderlinge onafhankelijkheid. Ze focussen zich meer op hun hechte relaties tot partner, kind,… (=significant others)

- Mannen: collectieve onderlinge afhankelijkheid. Ze focussen zich meer op de grote groep waar ze lid van zijn.

Onderzoek Gabriel & Gardner

Opdracht: er werd gevraagd aan de deelnemers om een positieve of negatieve emotionele gebeurtenis uit je leven te beschrijven.

Verschil tussen mannen en vrouwen:

- Mannen: vernoemen gebeurtenissen waar grotere groepen bij betrokken waren (collectieve gebeurtenissen)

- Vrouwen: vernoemen meer persoonlijke relaties (relationele gebeurtenissen)

Lees meer...

Culturele verschillen in zelfdefinities

Westerse culturen: mensen hebben een onafhankelijk zelfbeeld (manier om zichzelf te definiëren in termen van de eigen interne gedachten, gevoelens en handelingen en niet in termen van de gedachten, gevoelens en handelingen van anderen)
Westerlingen denken over zichzelf na als een afgebakend domein dat een duidelijke grens kent. Buiten die grens ligt de sociale omgeving, hoort wel bij je leven maar niet bij je zelf

Oosterse culturen: eerder onderling afhankelijk zelfbeeld (manier om zichzelf te definiëren in termen van de relaties met andere mensen; erkennen dat het eigen gedrag dikwijls bepaald wordt door de gedachten, gevoelens en handelingen van anderen)
oosterlingen denken meer na over hun familiale afkomst, ze beschouwen zichzelf als onderling afhankelijk en geen op zichzelf staand individu

Lees meer...

Functies van het zelf

1) Organisatorische functie van het “zelf”

Gebruik van zelfschema’s: mentale structuren die we gebruiken om onze kennis over onszelf te organiseren en die invloed hebben op wat we opmerken, waarover we nadenken en wat we ons over onszelf herinneren

Self-reference effect: de neiging om informatie beter te onthouden als die iets met jezelf te maken heeft.

2) Uitvoerende functie

= het reguleren van gedrag, keuzes maken en dingen plannen voor de toekomst, zelfcontrole. Bewust regelen van je eigen gedrag, het onbewust in de hand houden, bewust plannen maken en onbewust plannen maken.

Zelfcontrole:

Bronmodel van zelfcontrole: self-regulatory resource model (Baumeister)

Sommige taken vereisen veel energie, veel zelfcontrole energie in het vat daalt . het gevolg hiervan is dat in de volgende fase te weinig energie aanwezig is om ons in de hand te houden. Bv diëten

  • Mensen beschikken over gelimiteerde hoeveelheid zelfcontrole. Wanneer mensen die zelfcontrole gebruiken voor een bepaald taak, dan is er geen zelfcontrole meer over voor een volgende taak
  • Bijvoorbeeld: meer impulsaankopen bij slecht weer (mensen hebben meer zelfcontrole nodig om de dag door te komen)
  • Meer snoepen na een moeilijke taak

Als de taak anoniem is, vereist dit minder zelfcontrole, als de taak niet anoniem is vereist het veel zelfcontrole, je wilt het goed doen

Lees meer...

Zelfkennis (hoe we onszelf leren begrijpen)

William James beschreef de dualiteit van het “zelf”:

1) Het zelfconcept: passieve ik met gedachten en overtuigingen, is automatischer dan het zelfbewustzijn, beseffen dat je zelf een handelsinstantie bent

2) Zelfbewustzijn: actieve ik dat informatie over het zelf verwerkt

Vraag: Is de mens de enige met een “zelf”?

  • Gallup: Rode vlek experiment bij primaten (dolfijnen, apen,…)

Bepaalde diersoorten door middel van een spiegel leren zichzelf te herkennen. Dit doe je door ze gewend te maken aan een spiegel, na een tijd hebben de dieren door dat zij het zelf zijn in de spiegel, en geen ander dier. Dit merk je door het feit dat als je daarna in hun slaap een rode vlek op hun hoofd schildert en hen terug voor de spiegel zet beginnen ze meteen over hun voorhoofd te wrijven.

Ontwikkeling zelfconcept bij kinderen:

  • Het rode-vlek experiment werkt vanaf 2 jaar
  • De “Wie ben ik?” vraag wordt op verschillende wijzen beantwoord doorheen de ontwikkeling van de mens:

- Fysieke karakteristieken

- Psychologische toestanden

- Filosofische houdingen (bv. Sartre, Lacan)

Lees meer...

Hoe nauwkeurig zijn onze attributies en indrukken? Juiste attributies en impressies?

  • Vaak zijn onze eerste indrukken verkeerd. Het ligt in de menselijke aard om eerste indrukken te gebruiken om te veralgemenen ondanks de grote ruimte voor fouten in de voorspelling (MAAR hoewel onze eerste indrukken vaak overdreven zijn, leiden ze wellicht vaak tot de juiste gedragsoptie: toenadering versus verwijdering)
  • We verbeteren wel naarmate we mensen beter leren kennen, mensen kunnen hun eerste indruk overwinnen maar dat is niet zo makkelijk
  • Fouten door:

- Overdreven interne attributies (fundamentele attributiefout)

- Schema (we zijn maar zo goed als onze impliciete persoonlijkheidstheorieën zijn) Hoewel de meeste van onze theorieën waarschijnlijk correct zijn, kunnen ze ons op het verkeerde been zetten, vaak ernstig, zoals in het geval van stereotypen.

Lees meer...

Cultuur en andere attributionele biases

  • Verschil actor/observator

Actor-attributies over zichzelf zijn universeel extern, hun gedrag is te wijten aan situationele redenen.

Observator-attributies verschillen: westerlingen zijn interner dan oosterlingen

  • Zelf-dienende vertekeningen

Onrealistisch optimisme = voor positieve gebeurtenissen niet universeel, oosterlingen attribueren succes aan de groep/situatie, niet aan zichzelf

Geloof in een rechtvaardige wereld: geloof is het sterkst in cultuur met extreme verschillen in rijkdom

Lees meer...

Onderzoek van Jones & Harris herhaald in interculturele context

Opdracht: essay schrijver beoordelen

Eerste deel: zelfde als vorige onderzoek maar dan ook in Oost-Aziatische cultuur  Resultaat: beoordeling is te intern, er wordt nog altijd gedacht dat het standpunt in de essay ook het persoonlijke standpunt is van de auteur, zelfs als het standpunt hem is opgelegd. (fundamentele attributiefout)

Tweede deel:saliënt maken van de situationele informatie (deelnemers zelf zo’n essay laten schrijven zonder vrije keuze onderwerp)

Daarna moesten ze de tekst van een medestudent opnieuw lezen en beoordelen of de student pro of contra is.

individualistische cultuur: weinig invloed

Collectivistische cultuur: wel invloed, zij beseffen dat de student in een bepaalde situatie zit en je drijft in bepaalde richtingen.

Lees meer...

Cultuur en de correspondence bias

persoonlijke aard (interne attributie)

In het westen: individuele autonomie
oost-aziatische culturen: groepsautonomie. Het individu ontleent zijn of haar gevoel vanzelf aan de sociale groep waartoe zij of hij behoort

MAAR, is iedereen geneigd zo te redeneren of te attribueren? Is het een universeel iets? Of worden alleen westerlingen geleerd om bij het verklaren van gedrag naar binnen te kijken, in plaats van naar de situatie? En socialiseren oost-aziatische culturen hun leden tot een voorkeur voor situationele boven dispositionele attributies?

Opmerking: in collectivistische culturen worden mensen minder individualistisch gesocialiseerd.

  • Beïnvloedt dit verschil de correspondence bias dan niet?

Antwoord:

Mensen in individualistische culturen prefereren interne attributies
Mensen in collectivistische culturen prefereren externe attributies

Toch lijkt de correspondence bias universeel op te treden. Het verschil is dat mensen in collectivistische culturen verder kijken dan deze individuele verklaringen, ze nemen ook informatie over de situatie mee in hun oordeel, dus zij zijn sneller geneigd het dispositionele anker aan te passen.

Lees meer...

Cultuur en attributies

Lang leefde de veronderstelling dat de gevonden attributieprocessen en zelfdienende vertekeningen universeel waren.

MAAR recent onderzoek: focus op culturele variatie in aspecten van sociaal gedrag, zo ook bij persoonsperceptie

Noot voor psychologisch onderzoek: vaak een selecte deelnemersgroep. Dat stelt geen probleem als het echt om universele fenomenen gaat maar anders wel.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen