Item gefilterd op datum: januari 2014

Rond midden 18^de eeuw was er rivaliteit tussen Frankrijk en Engeland, dit werd uitgevochten i/d 7-jarige oorlog (1756- 1763). Deze oorlog had ook plaats in Amerika. Frankrijk wou namelijk Quebec verbinden met de monding van de Mississippi. De Indianen probeerden dit uit te werken in een strijd tussen Frankrijk en Engeland. Meestal vochten de Indianen aan de Franse zijde.

Maar door de nonchalance van Frankrijk verloren ze. Dit werd afgesloten met de Vrede van Parijs in 1763, hierdoor verwerft Engeland Canada, Florida en het gebied tussen de Appalachian en de Mississippi. De rol van Frankrijk in de Amerikaanse gebieden was uitgespeeld.

Eind 18^e Eeuw waren en 13 kolonies met ca. 4 miljoen inwoners (aan de oostkust) daarvan leefde ongeveer 95% op het platteland en 5 % in steden. Verder was 80% blank en 20% kleurling.
De bevolkingssamenstelling was etnisch (50% niet Engelsen) en religieus divers
Verder gaat het Klassiek Puritanisme er op achteruit en ontstond er een klassenmaatschappij, geen standenmaatschappij, met een hoge vorm van democratie. Maar de klassieke voedingsbodem van revolutie ontbrak in dit gebied

Concept van voorzienigheid en de speciale band met God van Winthrop heeft belangrijke rol gespeeld in de Amerikaanse geschiedenis.

Religie speelt nog altijd een belangrijke rol in de Amerikaanse maatschappij, zo zegt 92% v/d Amerikanen dat ze religieus zijn, en zijn er 60% kerkgangers.

Er ontstond in Amerika een grotere zelfbewustzijn en er ontstond zoiets als de ‘Amerikaanse mens.’

Aan hoofd v/e Staat/Kolonie stond er een Gouverneur die de vertegenwoordiger was v/d Engelse Koning. Op lokaal vlak hadden de Kolonies een grote mate van autonomie, dit was mogelijk door de grote afstand met Londen of zelf met de andere staten. In het lokale Parlement ontstond zelfbestuur. Maar de Staten/Kolonies wilden ook een vertegenwoordiging In Londen. Vooral de mercantilistische wetgeving werd niet als goed gezien en zorgde voor irritatie, vooral in de zuidelijke staten.

In de 18^de eeuw heeft de Franse intellectueel Hector St. John de Crèvecoeur, die een tijd in de Staat New York verbleef, over de nieuwe ‘Amerikaanse Mens’ geschreven, hij is:

- anti-feodaal en democratische zelfbewuste menstype

- diverse etniciteit, maar toch ± zelfde houding in melting pot

- ‘Lettres from an American Farmer’ (was eigenlijk aristocraat) verheerlijking v/d natuur en en de frontiermens (wonen op grens wildernis en beschaving)

Hij spreekt als eerste over het nationale bewustzijn van de Amerikanen ‘Amerika als toevluchtsoord’. Hector St. John de Crèvecoeur is echter teruggekeerd naar Frankrijk

Toen Amerika door de Europeanen ontdekt werd waren er 12 miljoen Indianen die leefden van de jacht, de visbouw en in sommige streken van de landbouw. De Indianen bestonden uit verschillende volkeren met verschillende talen. De staat ‘Delaware’ is genoemd naar een stam en een rivier.

De Europeanen konden enkel overleven door samen te werken met de Indianen, zo ruilde men munitie en alcohol voor maïstechniek en dierenhuiden. Toen de kolonisten steeds meer gronden wilden ontstonden er wrijvingen. De Indianen werden het slachtoffers v/d techniek van de Europeanen, maar ook door ziektes die ze meenamen uit hun moederlanden.

NEW YORK

NEW JERSEY

DELAWARE

PENNSYLVANIA

Werd in 1681 geschonken door Charles II aan William Penn, het was dus een eigenaarskolonie.

William Penn was op religieus gebied een quaker, deze streefden religieuze tolerantie na. Ze waren voorstander van een directe relatie met God. Verder waren ze tegen de slavernij en pacifistisch. Verdraagzaamheid trok ook andere kolonisten aan, bv. uit Duitsland.

De hoofdstad werd Philadelphia, het werd een erg belangrijke stad en concurrent van Boston

Het oorspronkelijke Massachusetts was groter dan nu, er was ook een deel dat nu bij Maine hoort.

De kolonie kende een grote groei qua bevolking in de periode 1650- 1700 van 23.000 naar 93.000 inwoners.

Er waren twee grote groepen kolonisten:

1) Pilgrim Fathers die in 1620 aankomen op het schip de Mayflower. Het was een groep die zich had afgescheurd v/d Anglicaanse Kerk en daarom werd vervolgd, hierdoor kwamen ze naar Amerika.

2) De Puriteinen wilden de Anglicaanse Kerk hervormen en werden in Engeland vervolgd. In 1630 gingen ze met 11 schepen naar Amerika waar ze de Massachusetts Bay Colony stichten met Boston als hoofdstad. De leider was John Winthrop (wordt de eerste gouverneur).
Hij heeft op het vlagenschip Arbella een preek gehouden over het doel van de kolonisatie “A Model of Christian Charity”. “ons gezamenlijk belang voor het individueel belang”. Hij had advies gekregen van John Smith (Virginia, waar er problemen zijn geweest in Jamestown) dat de Kerk een overheersende rol moest spelen. Uit deze tekst zal het latere “God Bless America” komen. Ook idee van “City Upon a Hill”, dat Amerika als stad op een berg was; waarmee ze bedoelden dat alle ogen van de wereld naar hen gericht waren.
Het gebied waar de Puriteinen gingen leven was religieus orthodox. Er waren strikte morele codes, dissenten met afwijkend gedrag werden verbannen (naar Rhode Island & Connecticut).

De landbouw bestond uit kleine boerderijen.
Maar in tegenstelling tot andere kolonies is in New Engeland de handel en scheepvaart (& scheepsbouw) erg belangrijk.
Er ontstaat een handelsaristocratie in steden zoals Boston, dat de belangrijkste handelsstad was.
Rijkdom was, in de ogen v/d Puriteinen, een beloning van God voor het harde werken en een teken van uitverkoren te zijn.

De mensen moeten leren lezen en schrijven om de bijbel te kunnen lezen om zo anderen te kunnen veroordelen. In 1647 kwam er een Wet die bepaalde dat elke plaats met meer dan 50 gezinnen een lagere school moest hebben. Harvard College werd in 1637 gesticht.

New England bestaat uit Massachusetts, New Hampshire, Rhode Island, Connecticut.

Werd in 1732 gesticht als een eigenaarskolonie, de eerste kolonisten stichtte Savannah.

Maar door de slechte economische situatie wordt de eigenaarskolonie in 1752 echter een kroonkolonie in 1752.

Werd in 1663 door koning Charles II aan eigenaar geschonken.

Charleston wordt het economische centrum van Carolina

In 1729 wordt Carolina opgesplitst in N- en Z- Carolina

Er werd rijst en indigo geteeld.