Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Origine van de Westerse milieubeweging – Origins of Western Environmentalism

Ontstaan

De wortels van het onstaan zijn meestal 200 jaar oud en zijn gegroeid in de Tropen. De Europese milieubeweging begon in de 18e eeuw. Twee elementen:

- Kolonialisme: de ecologie van de tropische eilanden en landen werd bedreigd, Europa gebruikte dit als een metafoor, ze trokken de problematiek van de ecologie door naar de volledige wereld, de problematiek werd globaal.

- Ontstaan van een gemeenschap van natuurwetenschappers die voor het behoud van het milieu ijverden.

Verloop

1) Het beeld van een onaangeroerd tropisch eiland was lang de utopische Westerse visie. Exotische landen werden gezien symbolen van ideale landschappen. Dat is een belangrijk motief voor natuurbehoud.

2) De natuur werd kwetsbaar door de toenemende kolonisatie.

3) 17e eeuw: men begon zich te realiseren dat het Europees kolonialisme en kapitalisme wel eens schadelijk en destructief zou kunnen zijn ten opzichte van het milieu. Buitenlandse bedrijven beschadigen ‘idyllisch’ terrein.

3’. Deze evolutie is gelinkt aan de groeiende sociale invloed en activiteit van wetenschappers. Ze waren een essentieel deel van de administratieve machine van de buitenlandse bedrijven. Deze wetenschappers moesten de plaatselijk fauna, flora en geologie begrijpen voor commerciële redenen.

4) Naarmate de bedrijven nog meer territoria in handen kregen, werden nog hogere administratieve en technische eisen gesteld aan de wetenschappelijke gemeenschap.

5) 19e eeuw: academies en wetenschappelijke gemeenschappen werden opgericht in de nieuwe territoria; deze instituties gaven wetenschappers de kans om hun bevindingen over het effect van het imperialisme op het milieu te communiceren via ontmoetingen en publicaties, erover te debatteren.

5’. Terzelfder tijd: een groep van mensen begon kritisch en analytisch na te denken over de processen van ecologische verandering en de behoefte voor landcontrole.

Lees meer...

Het beheer van het landschap: machtspolitiek of solidariteit met de bewoners?

  1. De werking van de waterschappen

- Zeer belangrijke rol in sociaal-economische en landschappelijke evolutie

- Beheer van binnen- en buitenwater in afgebakende regio’s

- Niet veel kennis over de werking en organisatie van waterschappen

- In de eerste plaats associaties van eigenaars (gelanden), hoewel ze juridisch gezien worden als openbare instellingen

  • Wie zetelt er dan in het bestuur van deze organen?

- Enkel de belangrijkste eigenaars beheerden het waterschap

- Meestal was de regel dat de boeren die in de waterschappen woonden en werkten niet rechtstreeks betrokken waren in het beheer (uitzondering: de rijkste pachters werden in de 15de eeuw soms ingeschakeld voor de ophaling van de geschotten)

  • Pachters werden al gauw de speelbal van de eigenaars, die enkel geïnteresseerd waren in rendement

- De eigenaars bepaalden en betaalden zelf de lasten voor het onderhoud, de geschotten

  • Er zijn aanwijzingen dat hun beleid niet in functie stond van goed onderhoud en dat ze niet in het minst zijn overgegaan tot dijk- en waterstaatsonderhoudspolitiek

  • In hoeverre lag de reële beslissingsmacht bij de waterschappen zelf?

- Waterschappen functioneren niet in een institutioneel-politiek vacüum

-Het grafelijk gezag was al zeer vroeg betrokken bij het beheer

- Andere bestuurlijke instellingen zoals de steden, de kasselrijen* en de ambachten* zijn ook van groot belang

- Kasselrijen: grote bestuurlijke instellingen van de graaf in het Graafschap Vlaanderen, vanaf de 12de eeuw

- Ambachten: kleinere, vroegmiddeleeuwse bestuurlijke omschrijvingen van de graag die in de kustvlakte doorleefden maar in binnen-Vlaanderen vervangen werden door heerlijkheden

û Waterschappen moeten soms als partners, maar ook als tegenstrevers hebben gefungeerd (bv. voor de economie van de stad Brugge is de waterhuishouding in haar omringende gebied van zeer groot belang)

û De steden konden ook indirect invloed uitoefenen op de waterschappen, via het omvangrijke buitensteeds grondbezit van de stadspoorters, die als eigenaars mee het beleid van de waterschappen bepaalden

  • De centrale overheid

Dat de centrale steeds weer getracht heeft een zekere controle over de waterschappen te verwerven, heeft te maken met de bevoegdheid van deze instellingen om eigen belastingen- watergeld of geschot- te innen

  • Geschotgelden

Tijdsdimensie

- Vroege 14de E: (Memoriaal van de Brugse vrijlaat Simon de Rikelike) Geschotgelden zijn aan de lage kant

- 15de E: (Seppe De Vreese- Archief van de Gentse St-Pietersabdij) Geschotgelden- in periode van grote stormvloedschade- waren relatief laag. Enkel jaren ná de grote overstromingen kenden een duidelijke stijging van lasten (zie grafiek, pg 472)

  • Na een periode van investering probeerde men het geld zo snel mogelijk terug te winnen door de geschotgelden een tijd laag te houden

- 16de E: (Adri de Kraker) De kosten van onderhoud en vernieuwing stegen sterk, met aanzienlijke regionale verschillen (zie grafiek, pg 471)

  • De prijzen vertoonden een vergelijkbare inflatoire tendens, dus deze gestegen investering kan in belangrijke mate worden gerelativeerd

- 17de E: (Piet van Cruyningen) Voor het eerst een fundamentele stijging van de geschotgelden, wanneer overstromingen in aantel en intensiteit zijn verminderd

  • Ø Einde van een tijdperk onderinvestering in duurzaamheid?
  • Ø Wijzigingen in het bestuur en het beheer van de waterschappen
  • Ø Geschotgelden werden doorgerekend aan pachters > Bedrijfsmoeilijkheden nemen toe > Verdere bedrijfsconcentratie en verlaten van hoeves

Ruimtelijke dimensie

Er zijn belangrijke verschillen tussen de verschillende waterschappen en polders met betrekking tot de hoogt van het watergeld (= een steekproef in de rekeningen van het Brugse St-Janshospitaal)

  • Ø Consequenties voor de beheerstrategie van de grootgrondbezitters (zie volgende)

  1. B. Polderboeren en –eigenaars: ‘flexiebel’ grondbeheer ten koste van het landschap

De waterschappen kunnen niet los gezien worden van de beheerspolitiek van de grootgrondbezitters van wie ze financieel en bestuurlijk afhankelijk waren.

  • Risicovol bestaan in de Polders en (2) problemen met binnenwater die groter werden naarmate de inpoldering opschoof > vereisten (1) zekerheid van bezit en (2) zo weinig mogelijk inkomensverlies

  • Voordeel voor nieuwe investeerders

- Geen ‘pottenkijkers’ aan de kust (machtige leekheren gebruiken hun rechterlijk macht om grootgrondbezitters af te remmen in Binnen-Vlaanderen)

- Ze konden inkomsten innen die niet uitgehold werden door inflatie

  • Klassieke cijnzen zijn er minder ingeburgerd
  • Abandonrecht: grond kwam als vrije eigendom in handen van grootgrondbezitters

Studie van ‘van Bavel’ (1999) over het Rivierengebied in Nederland

= Prachtig staaltje van deze politiek

û Binnen-Vlaanderen: veel grond al heel vroeg uitgegeven in cijns, tegen kleine en onaanpasbare bedragen , met grote eigendomsrechten voor de cijnshouders die de facto eigenaar werden > grote ontwaarding in 13de en 14de eeuw

û Kuststreek: Termijnpacht: contracten van korte duur/ Cijns/ Erfpacht : tegen een niet aanpasbare som die dichter tegen de grondwaarde stond dan de cijns/ Leen

Zie ‘Ten Duinenabdij, pg 474

  • De rol van het ‘abandon’ in de kustregio’s

û Een gelande of grondeigenaar betaald zijn watergelden niet > onteigeningsprocedure: het eigendomsrecht gaat over naar andere eigenaars of het waterschap zelf

û Herbedijking na overstroming > land kan via gelijkaardige procedure (onteigening) in handen komen van de ‘leggers’ – vaak enkele grote gelanden

û Lenen > analoge procedure waardoor veel grond in handen komt van grootgrondbezitters

û Gelanden hebben geen geld om te herbedijken > kunnen niet functioneren als legger > landsheer schenkt dit recht weg aan andere kapitaalkrachtige bedijkers > rijkste gelanden konden hun gebied uitbreiden door overstromingen

û Bezittingen van grootgrondbezitters waren niet geconcentreerd in één bepaald gebied!

De lasten lopen hoog op in een bepaald gebied ( grootgrondbezitters kunnen de hoogste lasten door financiële moeilijkheden niet meer betalen) > ontstaan rendementsverschil tussen verschillende bezittingen > grondbezit in een bepaald gebied opgeven

KETTINGSREACTIE: waterschap moet steeds hogere geschotgelden vragen en zag toch z’n inkomsten op termijn verminderen > dijk- en sluisonderhoud krijgt onvoldoende aandacht

û Een grote mobiliteit van het (groot)grondbezit, die typisch lijkt voor Kust-Vlaanderen en dit in tegenstelling tot Binnen-Vlaanderen

  • In de globale beheersstrategie van de grootgrondbezitters hebben de tienden een grote rol gespeeld

In hoeverre is de regel ‘de bedijker int de tienden’ effectief toegepast?

- Vele rechtszaken over tiendinning

- Enkele grote tiendschuren in de kuststreek

Er werden veel waardevolle gewassen verbouwd > de grootgrondbezitter int naast de pacht ook nog eens de tienden (geld dat in verhouding snel en gemakkelijk was verdiend)

  • Alle groepen droegen direct of indirect de kosten van het waterbeheer

- Kleine boeren hadden weinig financiële reserves voor de lastenstijging in crisisjaren te dragen

- Grote boeren probeerden te overleven om te speculeren op de graanmarkt

RESULTAAT: verdwijnen van te kleine hoeven die in handen vielen van de grotere

Lees meer...

Maatschappelijke organisatie in het kustlandschap: de maatschappelijke context van de boeren

  • Bedrijfsstructuur en de organisatie van het grondbezit en grondgebruik spelen een centrale rol in elke analyse van een rurale samenleving

Tegengestelde evolutie ‘kustboeren’ uit de kustvlakte en ‘zandboeren’ uit binnen-Vlaanderen:

- Bedrijfseconomische structuur

- Evolutie en chronologie

Kust-Vlaanderen:

- omstreeks 1300 veel meer inwoners > bevolkingsdaling op lange termijn

- met gestage evolutie naar grotere bedrijven toe

- late middeleeuwen: behoorlijke verkleining van het areaal van de kustvlakte

Binnen-Vlaanderen:

van in 13de eeuw: ontwikkeling van kleine bedrijven die op lange termijn- met onderbrekingen en remmingen- steeds kleiner werden tot midden 19de eeuw

û Aard van bedrijven

Kust-Vlaanderen:

- commerciële gewassen (tarwe, gerst, meekrap) en veeteelt > productie voor markt met commerciële ingesteldheid

- loop van 18de eeuw: groei aantal grote bedrijven, reuze-bedrijven bleven in de minderheid > evolutie naar commerciële middenklasse

- industriële bedrijvigheid in turfwinning ging achteruit > vanaf 17de eeuw, tendens om te verkleinen, maar de meeste bleven overeind

Binnen-Vlaanderen:

- grote divergentie tussen enkele grote bedrijven en meerderheid van microbedrijfjes

Kleine bedrijven = peasant-bedrijven

‘commercial survival economy’

- produceren om (1) te overleven en (2) hun kinderen een stuk grond te bezorgen

- produceren voor de markt, maar met geen commerciële ingesteldheid, als onderdeel van hun overlevingsstrategie

- tendens om steeds kleiner te worden

- zeer inventief in overlevingsstrategie

  • enorme input van arbeid > hoge opbrengsten per hectare
  • nieuwe technieken gebruiken om opbrengst te verhogen (introductie klaver, nateelten), wat hun toeliet om nog meer op te splitsen

- rurale linnennijverheid kwam in deze regio tot ontwikkeling, ook als onderdeel van de overlevingsstrategie

  • Evolutie van het concentratieproces

- Microstudie betreffende een regio in het noordwestelijk deel van de Brugse Vrije (met name het ambacht Oostburg), A. Verstockt, 1998

- aantonen hoe het concentratieproces voortschreed tussen late 14de en late 16de eeuw

- basis was een reeks unieke tekeningen van de Gentse Sint-Pietersabdij > evolutie van grondgebruik; zie grafiek pg 464

- Kleine bedrijven, voor aanvang 14de eeuw nog in Oostburg, werden in de late Middeleeuwen en in de loop van de zestiende eeuw uitgerangeerd door middelgrote en grote bedrijven > definitieve ommekeer naar allesoverheersend groot bedrijf

- Loop van 17de en 18de eeuw: deze evolutie door, op een trager ritme

- Late 18de eeuw: zekere tendens tot omkering

- De geschetste evolutie is voorlopig > bronnen (archieven van polders en waterschappen) laten toe deze evolutie te schetsen

- Eerdere fase: eenvoudige lijsten van grondbezitters aangelegd voor repartitie van de lasten van het dijk- en waterbeheer

- Begin 15de eeuw: bestuur van waterschappen maken ommelopers of lijsten (zie afbl pg 456) met beschrijvingen van de landerijen in die waterschappen, met het oog op het innen van geschotgelden (= lasten te betalen door eigenaars of gelanden voor het beheer van het water)

- Bedrijfs- en bezitsconcentratie ging ook gepaard met het opgeven van talrijke hoeven

- opnieuw veel informatie uit polderbesturen en waterschappen; zie vele voorbeelden, pg 465-466 (de beschreven voorbeelden in de vele ommelopers zijn geen hoeven die rechtstreeks verlaten zijn wegens overstromingen)

- In de kuststreek zijn vele gebieden en dorpen verdwenen door overstromingen

  • verbreding van de Westerschelde
  • afkalving van de kust

- Andere plaatsen, hoeven en gehuchten zijn misschien verlaten wegens veeninklink na ontginning; zie luchtfoto pg 467

  • dit is voorgekomen in Holland
  • weinig bewijzen voor Vlaamse en Zeeuws-Vlaamse kustvlakte
  • indien er veeninklink was > vroeger gebeurt bij de actieve ontginning van het veen

Lees meer...

Inleiding en doelstelling

- M. Gottschalk en A. de Kraker: studies over het landschap van de Vlaamse en Zeeuws-Vlaamse kust > Beschrijving van landaanwinst en landverlies

- Gehele Middeleeuwen, versneld vanaf late 13de eeuw: voortdurende opvolging van overstromingen > landverlies + pogingen tot indijken

- Breuk omstreeks midden 17de eeuw: stormvloedintensiteit en oorlogsinundaties nemen af > grootste schade van de zogenaamde laatmiddeleeuwse transgressie was voorbij

Laatmiddeleeuwse transgressie = cascade van stormvloeden vanaf 13de eeuw

Bestaat er een verband tussen de structuur van de maatschappijn in deze regio en de evolutie van het landschap, inzonderheid het genoemde landverlies? M.a.w. deze studie probeert de landschapsgeschiedenis op te tillen tot ‘echte’ ecologische geschiedenis, waar relatie mens en natuur centraal staat.

Lees meer...

PROHIBITION EN BEURSCRASH

In 1919 werd het 18de amendement aan de Grondwet toegevoegd, het hield een verbod in op de productie, consumptie, transport en verkoop van alcohol, het staat beter bekend als de ‘Prohibition’. De alcoholhandel komt in handen van de georganiseerde misdaad.
Zo kon je illegaal alcohol consumeren in de speakeasies, dit waren de beruchte illegale cafeetjes waarmee bootleggers (illegale verkopers) stinkend rijk van werden, de bekendste was Al Capone.
Hij hield zich bezig met drank, kansspelen, prostitutie en woekerleningen,… In 1927 verdiende meer dan $ 60 miljoen. Hij stierf in cel aan syfilis.
In 1933 werd het 18de amendement echter uit de Grondwet gehaald.

Herbert Hoover (1929- 1933) was een Republikein, die bij zijn aanstelling als president meldde dat Amerika bijna geen armoede kende (1928), in 1929 stort de Beurs, om verschillende redenen, echter in elkaar:

  • veel mensen hadden gespeculeerd op de beurs en zo werd voor vele aandelen een te hoge prijs betaalt…
  • de mensen hadden ook veel consumptiegoederen aangekocht op afbetaling.
  • bedrijven hadden meer aandelen uitgegeven dan economisch aanvaardbaar.

    Er heerste onzekerheid, en plotseling begonnen mensen razendsnel hun aandelen te verkopen, de beurscrash vond plaats op donderdag 24 oktober 1929, oftewel Black Thursday

De welvaart van de jaren ’20 was gebouwd op de wankele basis van een ware luchtbeleconomie:

Eerst en vooral verkleinde de Europese afzetmarkt nadat de Europese industrie en landbouw zich had hersteld na WOI en nu dus konden produceren voor eigen markt.
Er was een crisis in de zware industrie, mijnbouw, het spoor en de landbouw…
Zo waren er in 1930 ongeveer vier miljoen werklozen, in 1932 was dit al echter opgeklommen tot 13 miljoen. Verder was het merendeel van de rijkdom geconcentreerd bij maar 2% van de bevolking, die zich praktisch alles kon veroorloven… De rest kocht op krediet.

Hoover en andere Republikeinen vonden dat de federale overheid niet mocht tussen komen in de economie, hij kon de problemen echter niet oplossen…

Men had een bezielend leider nodig, in 1932 werd Franklin D. Roosevelt verkozen.

Lees meer...

XENOFOBIE EN VERZET TEGEN VERNIEUWING

Zoals eerder aangehaald kwam er echter ook verzet tegen de nieuwe materialistische cultuur. Zo was er de Lost Generation die alles van zich afschreven, maar er ontstonden ook bepaalde groeperingen die wilden terugkeren naar het Puriteinse Amerika met zijn oude waarden en die liever de voorkeur gaven aan actie…
Xenofobie was wel verspreid, omdat men de immigranten als brengers van vernieuwing zag…
Hierdoor werd mede de FBI (Federal Bureau of Investigation) opgericht, die zich ook bezig houdt met te onderzoeken of dat de nieuwe immigranten een slecht gedachtegoed hadden.
Zo was er ondermeer de Red Scare: na de Russische Revolutie in 1917 en de oprichting van de Comintern was men erg bang dat de communistische ideeën zouden overwaaien naar de VS. Zo worden de Palm Raids georganiseerd (door Mitchell Palmer, de oprichter van de FBI) die vermeende communisten moet opsporen waardoor er ca. 4000 mensen werden opgepakt.

Er komt ook een heropleving van de Ku Klux Klan vooral in het Zuiden en de Midwest
Aanvankelijk waren ze tegen de zwarten, maar dat evolueerde naar White American Protest dat gericht was tegen alles wat als on-Amerikaans werd beschouwd (Zwarten, Joden, Katholieken, Immigranten).

De KKK was tegen de modernisering van de samenleving waarin andere bevolkingsgroepen (ook vrouwen) een betere plaats kregen… In 1923 telde de organisatie ongeveer 5 miljoen leden.

Er zijn ook nog andere voorbeelden waaruit blijkt dat Amerika in de jaren ’20 sterk had te leiden onder de toenemende xenofobie.
Zo waren Nicola Sacco en Bartholomeo Vanzetti Italiaanse anarchisten die in 1921 beschuldigd werden van moord en ter dood veroordeeld werden zonder feitelijke bewijzen.
De rechters en jury waren erg partijdig…hun Zuid-Europese afkomst bleek een rol te spelen…
Vanuit heel de VS en Europa kwam luid protest, maar ze werden echter geëxecuteerd in 1927.

Tussen 1921 en 1924 werden er immigratiewetten uitgewerkt die een beperking invoerde op het aantal immigranten uit Oost- en Zuid-Europa, er waren echter geen beperkingen voor Noord- en West-Europa.


Een ander voorbeeld van het sluipende antimodernisme is het Scope Trial, dat ook wel de Monkey Trial genoemd werd. Zo waren er religieuze fundamentalisten die vasthielden aan het scheppings-verhaal uit de bijbel en de evolutiegedachte van Darwin naast zich neerlegde, zo was het in enkele staten verboden om de evolutieleer te onderwijzen…

Één van die staten was Tennessee (behoort tot de Bible Belt) waar John T. Scopes het darwinisme wel had besproken in zijn lessen, hij werd vervolgd in 1927 in Dayton (Tennessee)? Zijn proces werd door gans Amerika aandachtig gevolgd.
De aanklager was William Jennings Bryen, die van het platteland kwam. De advocaat van Scopes was Clarence Darrow die uit de stad kwam. Zo stonden als het ware de ideeën v/h platteland tegenover die van de steden. Scope verloor echter omdat hij de wet had overtreden maar hij had de steun van het merendeel van de publieke opinie.
Uiteindelijk trokken de modernisten aan het langste eind en werd de evolutieleer algemeen aanvaard.

Lees meer...

MAATSCHAPPELIJKE VOORUITGANG

De levensomstandigheden verbeteren fors zo had 2/3 van de Amerikaanse bevolking in 1929 toegang tot elektriciteit

Door de invoering van het lopende bandsysteem door Henry Ford daalde de prijs van de Ford T van $850 bij zijn introductie in 1909 tot $300 in de jaren ’20.

De auto-industrie wordt een zeer grote en belangrijke industrietak, die zich voornamelijk in de motorcity Detroit vestigde. Er ontstond meer en meer concurrentie, zo daagde General Motor Ford uit door verschillende types (met variërende prijsklasse) te ontwikkelen in verschillende kleuren waardoor de industrie meer dynamisch en innovatiever werd.
Amerika werd een Nation on Wheels, zo waren er in 1920 8 miljoen geregistreerde auto’s, in 1929 waren er al echter 29 miljoen ingeschreven… Hierdoor steeg de mobiliteit en konden mensen, als ze dat al wilden, uit de steden wegtrekken, rustig wonen en een goed job in een groot bedrijf bemachtigen. Suburbia werd geboren.

Omdat steeds meer en meer minder welstellende immigranten naar de steden trokken wilden de meer welstellende verhuizen, hierdoor ontwikkelde zich in de suburbs een cultureel leven. Er komt als het ware een decentralisering op gang, de binnensteden waren niet meer noodzakelijk het centrum.
Zo groeide de voorsteden van Los Angeles en Chicago 5 à 10 keer sneller als de binnensteden.

Er ontstaat wetgeving ter uitbreiding van het wegennet, maar ook op het vlak van veiligheid en verkeerscontroles. De auto-industrie geven ook een impuls aan het ontstaan van nieuwe bedrijven: benzinestations, drive-in restaurants, en motels langs de weg.

Na de twee termijnen van de Democratische president Wilson kwamen er voor een periode van 12 jaar uitsluitend Republikeinse kandidaten aan de macht Ze steunde de industrie, en probeerde zo weinig mogelijk de interveniëren in de industrie. Dit was een stap terug in vergelijking met de Progressive Era, de 3 Republikeinse presidenten waren

  • Warren G. Harding (1921-1923)
  • Calvin Coolidge (1923-1929) “The man who builds a Factory, builds a Temple”
  • Herbert Hoover (1929-1933)

Door de toegenomen consumptiekracht van de gemiddelde Amerikaan, ontstaat een nieuwe branche: de advertentie-industrie, waarin met gigantisch grote bedragen werd gewerkt.
Zo komen er duizenden reclameborden langs de wegen, worden er radiospots uitgezonden daar in 1929 ongeveer 10 miljoen gezinnen een radiotoestel in huis hadden.

Het buy now, pay later syndroom ontstaat, zo worden er meer en meer aankopen op afbetaling gedaan,

zo werd in 1927 ¾ van de automobiles en ½ van huishoudelijke apparaten op krediet gekocht.

Er biedt zich ook een huishoudelijke revolutie aan, die de vrouwen toeliet om uit hun eeuwenoude voorgeschreven rol te treden, dit komt mede door een technische vooruitgang die een heleboel apparaten voortbracht dat het huishoudelijk werk verlichtte waardoor vrouwen meer vrije tijd kregen en zich daardoor gingen bezig houden met andere zaken…
Verder werden kleren ook in massaproductie gebracht (confectiekleren) en werd de werkweek én de werkdag ingekort waardoor er een hecht familiaal leven kon worden uitgebouwd.

Door de zelfbewustwording van vrouwen veranderde de samenleving echter fundamenteel, zo daalde het aantal kinderen en steeg het aantal scheidingen. Als ze wilden konden ze zelf gaan werken, maar dat w.as wel tegen een lager loon…
Er ontstond ook een nieuwe, meer open, moraal t.o.v. seksualiteit…die in sterk contrast stond met de vroegere Victoriaanse en Puriteinse periode. Zo begonnen vele vrouwen te roken, wat vroeger alleen voor mannen was voorbehouden, en droegen ze kortere rokken en korte haren, deze dames noemden men de Flappers

Door de kortere werkdagen en weken was er meer vrije tijd. Hierdoor ontstond er al snel een nieuwe recreatie-industrie die aan de basis lag van o.a. gezelschapspellen (monopoly,…), kruiswoordraadsels, minigolf en dans. Zo ontstond er een ware dansrage met vele dansmarathons (Charleston)
Men ging ook massaal naar de bioscoop, de uitvinding van de geluidsfilm in 1917 stimuleerde dit nog verder. De filmindustrie was oorspronkelijk gevestigd in New York, maar verplaatste zich al redelijk snel naar Californië (Hollywood) waar men door het betere en warmere klimaat gemakkelijker kon buiten filmen…
Enkele bekende acteurs en actrices waren Charlie Chaplin, Rudolph Valentino en Greta Garbo.


Sport was ook érg populair en er werd uitvoerig bericht over de sportwedstrijden in de pers.
Enkele bekende sporters waren ‘Babe’ Ruth in het baseball en Jack Dempsey in het boksen.

Charles Lindenberg vloog in 1927 met zijn vliegtuig de ‘Spirit of St. Louis’ een solovlucht van 33u over de Atlantische Oceaan van New York naar Parijs.

Op cultureel vlak gebeurde er ook van alles, zo waren er heel wat auteurs die zich niet konden terugvinden in het nieuwe, materialistische Amerika en vertrokken daarom vooral naar Europa.
Men noemt deze groep mensen de Lost Generation waaronder veel prominente auteurs zoals Ernest Hemmingway, Erra Pound en T.S. Elliot.
Ander hadden dan weer geen enkel probleem met de materialistische cultuur en schreven er zelf over, waaronder F. Scott Fitzgerard, Edith Wharton en John Dos Passos.

In de zwarte wijken van New York was er een opbloei, men spreekt zelf van de Harlem Renaissnce waardoor er een echte Afro-Amerikaanse literatuur ontstaat waaronder de bekende poëzie auteur Langston Hughes kan worden gerekend.
Verder ontstond er ook een nieuwe muziekstijl, nl. de Jazz met als boegbeelden Louis Armstrong, Duke Ellington en George Gershwin.

Lees meer...

DE JAREN ‘20

Na de Eerste Wereldoorlog kende de VS een ongekende economische groei als gevolg van de gestegen vraag uit Europa nadat een groot stuk van het oude continent in puin lag.
Tussen 1919 en 1929 steeg het BNP met maar liefst 40%, de salarissen van de werknemers steeg en de kosten voor het levensonderhoud bleven ongeveer gelijk…

Lees meer...

WOODROW WILSON (1913 – 1922)

Wilson studeerde rechten en politieke wetenschappen, en promoveerde later tot professor in de rechten en politieke economie aan de Princeton University.

Wilson’s politieke carrière begon in 1910 als gouverneur van New Jersey, waar hij naam maakte als progressief hervormer.

Zijn politieke en sociale hervormingen, de New Freedom, brak op het eerste zicht met het New Nationalism van T. Roosevelt in de zin van hun opvatting over de trusts.
Wilson vond dat: “If America is not to have free enterprise, she can have freedom of no sort whatever”

Hij was niet tegen grote (vrije) ondernemingen maar wel tegen monopolies omdat die laatste een struikelblok waren voor de vrije markt, hij een grote voorstander en supporter van KMO’s .
Het uiteindelijke verschil zat ’m niet in het resultaat, maar wel waarop het doel werd bereikt, zo kwam er een strengere en betere antitrustwetgeving, de Clayton Antitrust Act.

Uiteindelijk verliet Wilson meer en meer zijn New Freedom, en rende hij meer de geest van het New Nationalism achterna.

Zo voerde hij een gehele hervorming van het bankwezen door, zo werd in 1913 de Federal Reserve Act aangenomen die het systeem van de Amerikaanse Centrale Banken creëerde. Hiermee werd voor het eerst in de geschiedenis van de VS de nationale munt direct door de overheid gereguleerd en was de uitgifte van munten en bankbiljetten niet meer in privé handen. Er werden in totaal 12 Centrale Banken opgericht die gezamelijk onder controle van de Federal Reserve Board kwamen te staan.

Het democratiseringsproces in het algemeen werd ook onder Wilson verder gezet.
In 1913 verlaagde het Underwood Tariff de protectionistische handelstarieven op vele goederen zoals katoen, voedingsmiddelen, ijzer en staal, waardoor het gemiddeld levensonderhoud voor de gewone mensen veel goedkoper werd.
Verder werden wetten aangenomen die arbeiders nog beter moesten beschermen en werden de eerste stappen genomen aangaande sociale zekerheid voor werknemers die arbeidsongeschikt werden.
Een economische neergang die zich rond 1913-1914 inzette had negatieve effecten op de internationale handel en verminderde het effect van de Underwood Tariff.

Tijdens zijn presidentschap worden ook enkele amendementen aan de Grondwet toegevoegd:

  • 16de amendement: Congres gemachtigd om op federaal niveau inkomstbelastingen te heffen
  • 17de amendement: directe verkiezingen in plaats van getrapte voor Senatoren
  • 18de amendement in 1819: verbod op productie, verkoop en transport van alcohol
  • 19de amendement uit 1920: algemeen vrouwenkiesrecht voor federale verkiezingen

Wilson had de verkiezingen van 1916 gewonnen door te zeggen dat er geen Amerikanen gingen vechten in Europa, maar in 1917 moet hij toch toestemming gaan vragen aan het Congres om Duitsland de oorlog te verklaren…

  • Duitsland had rond GB een complete duikbotenoorlog ingesteld, elk schip werd getorpedeerd, zo werd ook in 1915 de Amerikaanse Lusitania vernield, de oorlog werd echter niet verklaard.

  • Op 16 januari 1917 werd echter het zogenaamde Zimmermanntelegram onderschept waarin Duitsland formeel de Mexicaanse regering steun aanbod indien Mexico de VS de oorlog zou verklaren indien Amerika zich tegen Duitsland zou keren. Mexico werd door de Duitsers onder andere belooft dat het gebied dat de VS in de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog had verkregen weer zou kunnen terugwinnen.

Na het Zimmermann-incident kon Amerika haar neutrale positie niet meer handhaven, en verklaarde vervolgens op 2 april 1917 de oorlog aan Duitsland.

Wilson was een uiterst godsdienstig man en had bijna een heus messianistische idealisme, Amerika moest volgens hem de democratie over de wereld verspreiden en een moralistisch leiderschap tonen. “To end all wars and to make the world safe for democracy” waren zijn woorden, het reflecteert ook de idée van het 17eeuws City Upon A Hill
Amerika neemt gedurende 19 maanden deel aan Wereldoorlog I, met een totale inzetting van 400.000 manschappen waarvan er 50.000 sneuvelen en 60.000 omkomen door ziektes (Spaanse griep)

Na de oorlog zette Wilson zich met wisselend succes in voor de wereldvrede. Op 8 januari 1918 sprak Wilson zijn beroemde Veertien Punten uit, waarin hij onder meer pleitte voor een verbondschap van landen, zelfbeschikkingsrecht der volkeren, voor een organisatie die instond voor de territoriale onschendbaarheid en politieke onafhankelijkheid van grote en kleine landen.

In Versailles wou Wilson een goed en rechtvaardig vredesverdrag:

  • Tegen zware herstelbetalingen omdat het een mogelijke voedingsbodem was voor frustraties.

  • zelfbeschikkingsrecht der volkeren, hij bedoelde hiermee dat een volk nooit oorlog wilt maar wel hun monarchen, het volk moet dus aan de macht zien te komen…
    Hierdoor werden ook de dubbelmonarchie van Oostenrijk-Hongarije opgeheven.

  • collectieve veiligheid d.m.v. de League of Nations waarin landen konden praten over hun problemen op basis van formele gelijkheid, de VS stapt uiteindelijk niet mee in het project.

Voor zijn inzet voor de wereldvrede ontving Wilson in 1919 de Nobelprijs voor de Vrede. Tot zijn grote teleurstelling werden de Verenigde Staten zelf geen lid van de Volkerenbond

Warren G. Harding (1920- 1924) werd de volgende president met de slogan ‘Back to Normalcy’ en trokken de Amerikanen zich terug op zichzelf.
.

Theodore Roosevelt en Woodrow Wilson waren beide moderne presidenten en brachten veel verandering in hun land maar ze hadden een totaal verschillende karakter. T. Roosevelt was de warrior, Wilson was de priest. Maar beide waren voorstander van de ‘The imperial presidency’: president boven het Congres. Theodore Roosevelt en Wilson hebben veel bijgedragen aan de Progressive Mouvement en hebben Amerika op de wereldkaart gezet.

Lees meer...

THEODORE ROOSEVELT

Theodore Roosevelt resideerde in het Witte Huis van 1901 tot 1909 en was een Republikein.

Onder zijn bewind nam het Progressivisme een hoge vaart en veranderde er heel veel in de VS, zijn presidentschap wordt als een van de meest succesvolste en belangrijkst gezien…

Na de Amerikaanse burgeroorlog kende men een sterk Congres en een zwakke president.
Theodore Roosevelt gaf het Witte Huis terug een centrale plaats in het politieke landschap, zijn presidentschap wordt ook wel de ‘Imperial Presidency’ genoemd. waarbij het witte huis een centrale rol speelt aan de macht.

Hij kwam uit een zeer welstellend gezin, hij zetelde op zijn 23 jaar al in de State Assembly van New York, dezelfde staat waarvan hij later Gouverneur zou worden.

Als kleine jongen had hij een redelijk slechte gezondheid, zo leed hij ondermeer aan astma.
Toen zijn eerste vrouw en moeder op dezelfde dag stierven en zijn gezondheid verslechterde (astma)

vertrok hij naar het Dakota Territory om er twee jaar als veehouder te werken.
Hij was een erg veelzijdig en energiek man: zo heeft hij niet alleen als rancher geleefd maar ook als ontdekkingsreiziger, historicus, jager en militair.

Theodore Roosevelt was een ware conservationist en bracht zijn voorliefde voor de natuur met zich mee naar het Witte Huis. Onder zijn regeerperiode werd ruim 1 miljoen km2 land gereserveerd voor het behoud van natuurschoon en unieke ecosystemen alsmede archeologisch belangrijke gebieden. Het systeem van Nationale Parken in de VS werd sterk uitgebreid, niet alleen met nationale parken maar ook met nationale bossen, monumenten en beschermde natuurgebieden voor diverse vogel- en diersoorten. Ze kwamen onder controle van de National Forest Servic.

In 1906 werd ook de ‘Pure Food and Drug Act’ aangenomen door ondermeer kritiek van Upton Sinclair op de gevaarlijke inhoud van bepaalde producten en zgn. medicijnen. Ook werd de kwaliteit v/h vlees door de federale overheid geïnspecteerd en werden bepaalde producten verboden voor hun overdreven inhoud van bepaalde, gevaarlijke en illegale stoffen (cocaïne,…)

Het was de eerste regeringsmaatregel ter bescherming van de consument.

In 1902 moest Theodore Roosevelt interveniëren in een 163-dagen durende mijnwerkersstaking van de United Mine Workers of America omdat de verwarmingsmogelijkheden van vele huishoudens in het gedrang kwam. De mijnwerkers kregen 10 % opslag en een 9uur werkdag.

Hij bond ook de strijd met de corruptie in de administratie en met de grote trusts die volgens hem misbruik maakten van de gehele samenleving. Theodore Roosevelt wordt ook wel de ‘Trustbuster

genoemd omdat hij veel grote bedrijven verplichtte zich te splitsen in verschillende kleine bedrijven. Hij maakte echter een onderscheid tussen goed en slechte trusts, of respectievelijk diegene die het algemeen belang dienen en vooruitgang brengen en diegene die de consument uitzuigen, de markt manipuleerde en veel ambtenaren omkocht.

Theodore Roosevelt had als doel een moderne, sociaalrechtvaardige en industriële samenleving uit te bouwen, waarbij de klemtoon van de macht bij de nationale, federale, regering lag
Hij wou een einde maken aan de laisser-faire politiek ten opzichte van de economie.

Men noemde zijn beleid de Square Deal of New Nationalism:

  • regeringscontrole over ondernemingen
  • consumentenbescherming
  • bescherming van de natuurlijke hulpbronnen
  • President werd de spilfiguur van de macht en het politieke leven, iedere actie of daad is veroorloofd tenzij het is verboden door de Grondwet.

Op het buitenlandsvlak was hij een echte internationalist/expansionist, volgens hem moest de VS betrokken zijn bij de internationale politiek en moest het zelf een imperiale mogendheid worden…
Zijn grootste succes op buitenlands gebied was volgens hem de realisering van het Panamakanaal.
In die tijd was Panama een deel van Colombia, daardoor had hij een pact gesloten met de Colombiaanse regering het plan werd echter in de Colombiaanse Senaat verworpen.
Daarop steunde hij een separatistische beweging die streefde naar een onafhankelijk Panama, de VS erkende als eerste het nieuwe land en kreeg in ruil voor haar steun de concessie om een kanaal te bouwen van de Atlantische naar de Grote Oceaan.

Roosevelt bouwde tijdens de Spaans-Amerikaanse Oorlog een vrijwilligersleger op eigen kosten, de zgn. ‘Rough Riders Regiment (1898)’Theodore Roosevelt was leider ervan en is er gaan vechten.

Roosevelt breidt de 19eeuws Monroedoctrine uit met de Roosevelt Corrolary, deze houdt in dat in
Latijns Amerika de VS het recht opeist om in deze landen de interveniëren wanneer in deze landen de politieke stabiliteit in het gedrang kwam of als de Amerikaanse belangen in gevaar kwamen. De VS intervenieerde diverse malen in Midden-Amerika en het Caraïbische gebied.

Ook in het Verre Oosten had Amerika interesse, maar omdat Amerika als laatkomer arriveerde, en een groot deel al was ingenomen door de Europeanen, eisten ze een Open Door Policy t.o.v. China waardoor iedereen zich er vrij zou mogen komen vestigen en handel drijven…

De marine werd onder Roosevelt sterk uitgebreid en de ‘Great White Fleat’ werd de hele wereld rondgezonden om te laten zien dat Amerika een grote mogendheid was geworden.

Roosevelt schoof na zijn twee ambtstermijnen (een traditie geschapen door Washington) William Howard Taft naar voor als nieuwe presidentskandidaat voor de Republikeinse Partij.


Tussen 1909-1910 ging Roosevelt op expeditie naar Afrika in opdracht van het Smitsonian Institution en het American Museum of Natural History , daar schoot en ving hij en zijn gevolg meer dan 100.000 dieren om ze in musea over geheel Amerika ten toon te stellen. Hij is ook op expeditie geweest naar het Amazonegebied in Brazilië waar hij een zijrivier van de Amazone ontdekt, nl. de Rio Teodoro.

Na vier jaar regeren had Taft zowel de Democraten als een groot deel van zijn eigen Republikeinse Partij tegen zichzelf in het harnas gejaagd en in 1911 brak ook Roosevelt met zijn protégé door zichzelf als kandidaat voor het presidentschap op te werpen. Tijdens de nomineringsconventie van de Republikeinen in 1912 was het lange tijd onzeker of Taft de meeste delegatieleden voor zich zou weten te winnen maar na twee weken was het voor Roosevelt duidelijk dat Taft aan het langste eind zou trekken. De oud-president brak hierop met zijn partij en richtte zijn eigen Progressieve Partij op. Deze partij kreeg de volksnaam Bull Moose Party nadat Roosevelt had verklaard zo fit als een eland (Engels: Moose) te zijn.

Tijdens de verkiezingen slaagde Roosevelt er niet in om de overwinning naar zich toe te trekken maar hij haalde zoveel stemmen weg bij de Republikeinen dat ook Taft een verlies moest verwerken. De uiteindelijke overwinning ging naar de kandidaat voor de Democratische Partij, die, hoewel hij minder stemmen vergaarde dan zijn twee concurrenten bij elkaar opgeteld, met gemak de overwinning in het kiescollege behaalde. Als gevolg van deze splitsing in de Republikeinse Partij zou deze laatste een steeds meer conservatieve koers gaan varen in de decennia die volgden.

Woodrow Wilson (1913-1922) werd verkozen als de nieuwe president.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen