Menu

Item gefilterd op datum: januari 2014

Kleine barbaarse koninkrijken

Visigoten

507

- Nederlaag tegen Clovis

- gedwongen om het grootste van Zuid – Gallië op te geven

Spanje

- Slaagden er in hun macht over het hele Iberisch schiereiland effectief te maken

- Werkwijze: * militaire successen

* overgang van arianisme naar katholicisme

- Abrupt einde van het rijk in 711: overrompeling van een Arabisch leger

Belang van Noord – Afrika

- Rijke landbouwgronden (Tunesië)

- Omvangrijke vloot van transportschepen

- In handen van de Vandalen

- Verschillende pogingen van Oost – Romeinse keizers om dit gebied in handen te krijgen

- Vandalenrijk: grote interne zwakheid

Ostrogoten in Italië

Variae

= verzameling staatsdocumenten, aangelegd door Cassiodorus in de nadagen van Odovakar

Uit de Variae blijkt:

- Theodorik: dictatoriaal, zo Romeins mogelijk bewind voeren in Italië => medewerking van Romeinse aristocraten is onontbeerlijk

- In ruil: Italië beschermen door 2 open landtoegangen te veroveren

- Ineenstorting van het rijk na dood Theodorik > aspiraties van Justianus om Italië daadwerkelijk terug bij het Romeinse Rijk te voegen

- Gotisch oorlogen van Justianus = ramp voor Italië

Langobarden in Italië

Vroegere historici

Werden heel slecht afgeschilderd: Langobarden waren onbedorven woeste barbaren, die nauwelijks in aanraking waren geweest met de (Romeinse) beschaving en echte integratie met de inheemse bevolking was nooit gebeurd.

Realiteit

- Versmolten met Italiaanse bevolking

- Grote reikwijdte van Langobardische recht

- Noord – Italië : stedelijke samenleving

- Hertogen belast met het beheer van de koninklijke domeinen en publieke inkomsten (ambt werd al spoedig erfelijk)

Opgang van het Frankenrijk

Clovis

- machtsbasis te Doornik

- in 507 versloeg hij de Visigoten waardoor hij Aquitanië verkreeg

- schakelde rivaliserende Frankische koninkrijkjes uit

Clovis’ opvolgers

- annexeerden het Bourgondische rijk

- andere rijkjes werden in enige vorm van afhankelijkheid gedwongen

- vorming van Frankische satellietrijkjes (Alemannen, Bavarii en Thuringi) dat gepaard ging met de aanstelling van een Frankische of autochtone Frankisch-gezinde hertog

- soms afhankelijkheid beperkt tot jaarlijkse tribuutbetaling

=> korte fasen van sterke Frankische invloed wisselden elkaar af met langere perioden van feitelijke autonomie

Volkeren in noord – oosten van Francia

tweeslachtige houding:

- Enerzijds waren ze een bedreiging

- anderzijds fungeerden ze als menselijke buffer tussen Francia en de Slavische Wende en als menselijk reservoir voor de formatie van Oost-Frankische legers.

Groot – Brittannië

Beeld GB omstreeks 500:

Angelen en Saksen

- waren als foederati binnengekomen(begin 5de eeuw)

- vermengden zich met de Romano – Britse bevolking

- Angelen en de Saksen hebben hun taal kunnen opleggen dankzij hun overwicht. Vele delen GB buiten bereik van Angelsaksische vestiging

Wales en Schotland

- vele kleine koninkrijkjes die elkaar voortdurend beoorloogden waaruit 7 grotere eenheden( Essex, Sussex, Wessex, Kent, East-Anglia, Mercia en Northumbria) ontstonden

- Mercia had grootste importantie want gedurende lange periodes erkenden de andere 6 de suprematie althans in naam

- bekendste koning van Mercia is Offa. Hij liet nieuwe munten slaan, wetten verzamelen en optekenen + een aarden wal optrekken op de grens van Mercia en Wales (Offa’s Dyke). Offa onderhield intensieve contacten met het hof van Karel de Grote

Lees meer...

Elementen van politieke organisatie: chiefdoms, Gefolgschaften, koningschap

Chiefdoms

= ‘hoofdmanschappen’  vorming lokale elites die hun machtspositie desnoods met geweld verdedigen

- Beschikken over gewapende volgelingen aan bondgenoten die ze aan zich binden dmv materiële gunsten

- Verondersteld regelmatige oorlogsbuit / agrarische overschotten

- Oorlogsbuit / overschotten worden omgezet in prestigegoederen

- Vervaardiging prestigegoederen vereist economische specialisatie

Gefolgschaften = Comitatus

= gewapende gevolgen van barbaarse krijgsheren

Comitatus – Clientela

- Beiden een relatie tussen een leider en volgelingen met wederzijdse verplichtingen en verwachtingen

- Verschil in omvang en functie

- Clientela: * zeer uitgebreid

* erfelijk karakter

* politieke positie van de leider versterken

- Comitatus: * status van volgeling = begerenswaardige positie

* op basis van fysieke kracht en wapenbeheersing

* paste in proces van militarisering van de noordelijke barbaarse wereld

Vechtmachines??

Niet noodzakelijk!

Voorbeeld: Toen de barbaarse koning Chnodomarius tijdens een veldslag van zijn paard viel en niet meer overeind kon komen, gooide zijn comitatus van 200 krijgers die hem trouw hadden gezworen tot in de dood, er het bijltje bij neer en werden waarschijnlijk opgenomen in de Romeinse legioenen

Koningschap

In het westelijk deel van het Romeinse rijk vormden de nieuwe barbaarse overheersers overal koninkrijken en daarmee is het koningschap de dominante staatsvorm van middeleeuws Europa geworden.

Romeinse inbreng

- Barbaarse leiders keken op naar de Romeinen en probeerden alles te imiteren

- Leiders zagen erkenning als legitimering van hun macht

- Koningen zoals Theodorik en Clovis gaven er voortdurend blijk van dat ze naar eigen beleving deel uitmaakten van de Romeinse orde

Romeinen en barbaarse leiders

Romeinen deden er alles aan om barbaarse leiders te vriend te houden

- Verlening van eervolle titels (patricius)

- Verlening van hoge militaire rangen (magister)

- Toespelingen maken op hun glansrijke voorgeslacht (bv: Franken van Trojaanse oorsprong, net als de Romeinen)

Christelijk

- Koningen werden graag voorgesteld als herders aan wie hun volk als een kudde schapen was toevertrouwd.

- belangrijkste taak koning = behoeden van zijn onderdanen voor zonden waardoor de eeuwige redding van hun ziel in gevaar kwam

>>> koning mocht in tegenstelling tot de geestelijkheid met harde hand optreden

- koning moest toonbeeld van christelijke deugdzaamheid zijn: princeps religiosus (“godsdienstige vorst”)

- religieuze machtslegitimatie

Opvolging: twee tendensen

- erfopvolging en dynastievorming

* instemming van de betrokkenen (vader, koningin – moeder, ooms…) is onontbeerlijk

* koninkrijken zijn deelbaar (cf. Merovingische rijken)

- electie door de belangrijkste aristocraten

Lees meer...

Het karakter van de barbaarse vestiging

Gemeenschappelijk kenmerk

Barbaren waren altijd minderheden die zich in een onbekend gebied vestigden

Soorten vestiging

- Verschansen in versterkte centrumplaatsen, van waaruit ze de autochtone grootgrondbezitters trachten te terroriseren

- Vestigen in oude Romeinse steden waar het belastingstelsel nog intact was en nog belastingen ontvangen (ging altijd over in Landnahme: gebiedsoccupatie)

- Kolonisatie als drijfveer

Lees meer...

Chronologie

Hunnen

Verschenen in de westelijke steppen van Centraal – Azië en dreven een grote groep Goten op de vlucht

(Visi-) Goten

Eind IV

- 376: toestemming van het Romeinse rijk om Donau over te steken, maar Romeinen konden grote stroom vluchtelingen niet op menswaardige manier opvangen

- Opstand van de Goten =>status van foederati toegewezen

410

Alarik plundert Rome = traumatische ervaring voor het Romeinse Rijk (cf. Augustinus: schreef zijn “Civitas Dei” naar aanleiding hiervan)

418

Nieuw foederati – contract: Goten kregen deel van de provincie Aquitanië toegewezen => vorming koninkrijk met als hoofdplaats Toulouse

Eind V

Gedurende 5de eeuw breidde het rijk van de Goten zich verder uit: grootste deel van Gallië ten zuiden van de Loire en het Iberisch schiereiland

711

Overrompeling door Arabieren

Vandalen, Sueben, Alanen

406

Toevallige klimatologische omstandigheid: Rijn was dichtgevroren: migratie van barbaarse confederatie van Vandalen, Sueben en Alanen

409

Confederatie van Vandalen, Sueben en Alanen verplaatsen zich langzaam in zuidelijke richting en een grote groep stak in 409 de Pyreneeën over

Ca. 418

Romeinen verlaten Spanje en vacuüm wordt ingenomen door Vandalen, Sueben en Visigoten  onderlinge strijd binnen de confederatie

429

Vandalen steken engte tussen Spanje en Marokko over en worden heer en meester in Noord – Afrika, met Carthago als belangrijkste stad

533

Oost – Romeinse campagne tegen Vandalen

Burgundiones

1ste kwart V

- Vormden legendarisch koninkrijk langs de midden – Rijn

- Foederati van het Romeinse Rijk

Ca. 450

- Gezien als bedreiging: herhaaldelijk werden ze aangevallen door andere foederati (Visigoten en Hunnen)

- Nibelungenlied: over confrontatie van de Burgundiones met de Hunnen

440

Krijgen toestemming om zich, in het kader van een nieuwe foederati – overeenkomst, te vestigen in het midden – Rhônegebied en rond het meer van Genève

534

Verovering van ‘Bourgondië’ door de Franken en toegevoegd aan het koninkrijk van de Merovingen

Franken en Alemannen

= Germaanse barbaren die, vaak binnen het kader van foederati – overeenkomsten, hun oorspronkelijke woongebieden hebben uitgebreid binnen de rijksgrenzen door middel van boerenkolonisatie

Alemannen

- Boven – Rijn

- Noord – Zwitserland

- Delen van Oostenrijk

Salische Franken

- Noord – Frankrijk

- Belangrijke groep, bouwen suprematie uit

- Bekendste Frankisch stamhoofd = Clovis  succesverhaal, werkte met duces

Angelen en Saksen

- Sinds V: uit zuid – Scandinavië en Noord – Duitsland naar Groot – Brittannië (heel belangrijk voor de taal)

- Vermenging met Romano – Britten

- Koninkrijkjes met een uniek politiek systeem (cf. Wessex, Ussex, Mercia…)

Ostrogoten en Langobarden

(belangrijk voor geschiedenis van Italië)

Theodorik

- Ostrogoot (493 – 526) als Oost – Romeinse pion in Italië: moest Italië veroveren, waar Odovakar nog altijd de touwtjes in handen had

- Geslaagde missie  langdurig bewind over Italië en andere gebieden

- Theodorik werpt zich op als een soort vorst en gebruikt Romeinse technieken

535 - 552

Theodorik wordt een bedreiging voor de keizer van het Oost Romeinse Rijk door de feitelijke onafhankelijkheid en de groeiende macht van de Ostrogoten

Gotische oorlogen:

* Ostrogoten  Justinianus

* inzetten van barbaarse foederati door de Romeinen, onder andere de Langobarden

2.VI

Inval van de Langobarden in Italië en vulden er de leegte die ontstaan was na de Gotische oorlogen:

- Hadden heel rijke cultuur, eigen godsdienst (Arianisme), eigen rechtssysteem

- Verdreven uit Italië in 774 door de Franken

Slavische invallen

Ca. 570

Slavisch sprekende groepen uit het beneden – Donaugebied vielen Griekenland en de Balkan binnen

=> konden dit doen door de langdurige verwaarlozing van Donaugrens door de Byzantijnen (reden: uitputtende oorlog in het Oosten tegen de Perzen)

Byzantijnen

- Legden zich neer bij de situatie

- Zonden missionarissen naar Slavische gemeenschappen

- Later: agressievere politiek (onderwerpingsoorlogen en deportatie)

Lees meer...

Achtergronden: push- en pull – factoren

Volksverhuizingen: 3 types bewegingen

- Grootscheepse aanvallen van barbaarse confederaties in het Romeinse Rijk

- Geleidelijke, als dan niet door Romeinse gezagsdragers gesanctioneerd infiltratie van grensgebieden binnen het Rijk door barbaarse boeren – kolonisten

- Tussenin: allerlei mengvormen

- gemene deler

= formatie van barbaarse huurlingenlegers die werden ingeschakeld bij de grensverdediging of bestrijding van binnenlandse vijanden

Pull – factoren

Hebben te maken met sociaal – economische en politieke omstandigheden aan de barbaarse zijde van de noordelijke rijksgrens (limes)

Barbarisering van het leger

= gebruik maken van barbaarse hulptroepen, bestaande uit volkeren die men overwonnen had (auxilia) voor militaire operaties

=> versneld door vorming van ‘foederati’

=> na auxilia ook barbarisering van het huurlingenleger en de legertop

vb. Odovakar

De feitelijke macht lag na de dood van keizer Theodosius in handen van deze barbaarse commandant. Hij zette in 476 in een paleisrevolutie de laatste keizer van het Westen af en liet zich vervolgens uitroepen tot ‘koning van de barbaren’ (rex gentium) in Italië

Foederati

3de eeuw: Romeinen gingen over op een ‘strategisch hoofdconcept’:

- NIET: verdedigen van de grenzen van het Rijk met behulp van complete legioenen

- MAAR : grenzen verdedigen dmv lichtbewapende grenstroepen en mobiele interventielegers op grote afstand van elkaar gestationeerd

- Voordeel

sterk verbeterde benutting van de actieradius van Romeinse hoofdmachtlegers

- Nadeel

grens kon gemakkelijk worden gepenetreerd

è opvangen door bufferzones van groepen barbaren die in ruil voor gebiedsuitbreiding binnen de limes deze streken verdedigden = foederati (enk: foedus = verdrag)

- ‘foedus’ betekende later gewoon ‘huurcontract’: had niet noodzakelijk nog betrekking op grensverdediging

Tegenstanden

- Antipathie tegen barbaren was in het Oosten groter dan in het Westen

- Senaat: tegen de toenemende barbarisering van de legioenen en het foederati – beleid werd heftig oppositie gevoerd

Probleem

Eens het foederati – beleid was ingevoerd, was het maar moeilijk in toom te houden. Er zat vaak weinig anders op dan de ene troep barbaarse huurlingen met behulp van een andere te bestrijden…

Push – factoren

Hebben vooral te maken met ontwikkelingen binnen de Romeinse militaire organisatie (motivaties om weg te trekken)

Romeinse rijkdommen

Groeiende instroom van barbaren > enorme verschil in economische potentie en daardoor ook in rijkdom en welvaart tussen het Romeinse rijk en de barbaarse wereld

Gevolgen:

- Verscherping sociale tegenstellingen

- Vorming militaire aristocratieën met privé – legertjes

- Gewelddadige concurrentie

Verdeel – en – heers

Romeinen maakten handig gebruik van deze gevolgen: verdeel – en – heers – diplomatie en sluiten van snel wisselende bondgenootschappen

Gevolg

politiek onrust stijgt  uit zich in:

- Geregelde hergroepering van barbaarse confederaties

- Verhoogde migratie

- Gewelddadige invallen

Lees meer...

De volkeren van de volksverhuizingen

Stammen

= kleine gemeenschappen van hooguit enige duizenden personen die al wel gesegmenteerd zijn (bijvoorbeeld bestaan uit verschillende nederzettingen), maar waarbinnen de economische basis voor elite – dominantie nog ontbreekt

-meeste groepen uit tijd van de volksverhuizingen beantwoorden NIET aan deze definitie

Volkeren

= etnische groep of natie; het verschil zit hem in de graad van politieke organisatie

Etnische groep

= duurzame gemeenschap die zich los van enig staatkundig verband duidelijk onderscheidt door een eigen cultuur  leden zijn zich van hun etnische identiteit bewust

>>> bewustzijn uit zich in:

- een eigen naam (ethnoniem)

- besef van een gemeenschappelijke herkomst

- besef van gedeeld verleden en te delen lotsbestemming

Natie

= etnische groep die een politieke invulling heeft gegeven aan zijn identiteit

OF

= staatkundig verband dat zich bewust voordoet als een etnische groep

Etnische groepen in het verleden

- zijn slechts grijpbaar voor archeologen, historici en taalkundigen

- meeste schriftelijke informatie over barbaren = afkomstig van Romeinse of Griekse auteurs

++ etnische kenmerken zijn grotendeels toegeschreven

++ missen kijk ‘van binnenuit’

- bijzondere omstandigheden kunnen dynamiek van etnische groepen sterk vergroten: etnische groepen (of delen daarvan) sloten zich aaneen tot grote multi – etnische verbanden

- Etnogenese: * volkeren vermengen zich en er komen nieuwe volkeren uit voort

* idee van ‘raszuivere’ volkeren laten varen

Lees meer...

De barbaren van het Oosten en het Zuiden

Niet – sedentair

- Twee categorieën: steppenomaden en woestijnnomaden

- Trokken rond met grote kudden paarden, schapen en kamelen in kleine groepen

- Konden slechts overleven als ze regelmatig contact hadden met sedentaire groepen: ruil van vee tegen granen of andere akker- en tuinbouwproducten

Nomadische groepen: structurele kenmerken

Gespecialiseerde pastorale economie

- Schiep voor nomaden een grotere afhankelijkheid van ‘landbouwers’ dan andersom

- Hadden ongeregelde inkomsten  knelpunten konden makkelijk ontstaan

- Dwong hen tot gewelddadige exploitatie van sedentaire groepen: plundering of tribuutheffing

Grote mobiliteit en kennis van martiale kunsten

- Slaagden hierdoor in hun exploitatie van landbouwers

- Kenden als ruiters hun gelijke niet

- Waren weergaloze boogschutters

- Mobiliteit  snel vormen van confederaties

Arabieren

Woestijnnomaden die grootste invloed op middeleeuwse geschiedenis hebben gehad

- Late Oudheid: Arabieren binnen Romeinse en Perzische invloedssfeer

- Contact met hoogontwikkelde agrarische gemeenschappen

Origines

≠ Indo – Europees

- Altaïsch

- Mongools

- Bedoeïen

Lees meer...

De barbaren van het Noorden

Romeinse auteurs

Orde aanbrengen in de brij van barbaren die hen van alle kanten omringden: indeling aanbrengen:

- Nationes (enk: natio) > nasci = geboren worden

- Gentes (enk: gens) > gignere = verwekken

beide termen suggereren dat barbaarse groepen als afstammingsgemeenschappen werden gezien

Globale driedeling

- Kelten

- Germanen

- Slaven

= gebaseerd op filologisch onderzoek naar ‘barbaarse’ taalrelicten uit de Europese prehistorie: talen die in de noordelijke barbaarse wereld gesproken werden, gaan terug op 3 hoofdgroepen of grote taalfamilies

Probleem

Archeologen hebben wat al te voortvarend van deze drie taalfamilies ‘culturen’ gemaakt

Redenering archeologen

taal = identiteitsbepalende factor

=> mensen die dezelfde taal spreken brengen hun gemeenschappelijke identiteit tot uitdrukking in allerlei vormen van materiële of niet – materiële of ideële cultuur

Misbruiken

De vermeende Germaanse, Keltische en Slavische oercultuur zijn herhaaldelijk voor nationalistische doeleinden misbruikt

Vb: XIX: uitgave van de reeks “Monumenta Germaniae Historica” met als idee alle bronnen uit te geven uit de Duitse cultuur

=> moest teruggaan op Germaanse cultuur, zodat ook Nederlandstalige kronieken opgenomen werden (had gevolgen voor vorming van de fascistische ideologie)

Vb: ‘historische’ claims op Lebensraum tot vér over de Duitse drenzen: alle gebieden waar Germaanse talen werden gesproken (of ooit waren gesproken)

Gemeenschappelijk fundament

= sedentair – agrarische levenswijze

- Hoofdzakelijk leven van landbouw en veeteelt (vooral veeteelt)

- Leven in permanente nederzettingen

- Superieure brons-, ijzer-, goud- en zilversmeden

Lees meer...

Barbaren’

Oorspronkelijk

Barbaren = benaming voor iedereen die geen Grieks sprak

Romeinen

Barbaren = mensen die buiten de grenzen van het Rijk wonen

Beschrijvingen

- Men beschouwde barbaren met een mengeling van angst, bewondering en minachting

- Opgebouwd rond negatieve stereotypen (beesten)

Voorbeeld: Germanen

* waren langharig en roodblond, stonken en dronken, zochten altijd ruzie en waren onbetrouwbaar

* angst inboezemen: Germanen waren heel talrijk

* bewondering voor Germaanse moed en vechtlust

Scheiding

Scheiding tussen Romeinen en barbaren diende vooral een ideologisch doel en had weinig te maken met de werkelijkheid.

- Enorme grensbewaking: niet om barbaren buiten te houden, maar om intensief grensverkeer te controleren

- Rijksuitbreiding had tot opname van grote allochtone populaties geleid

- Romeinen hadden geen enorme technologische voorsprong op de hen omringende barbaarse samenlevingen

- Grootste verschil: Romeins superieur organisatievermogen

Lees meer...

Volksverhuizingen’

Term roept nog altijd het beeld op van massale invallen van woeste barbaarse stammen die het hoogbeschaafde, machtige Romeinse Rijk in korte tijd overspoelden en ten val brachten

MAAR: dit is een cliché die een erfenis is van de romantische geschiedschrijving van de XVIII en XIX

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen