MODELLEN VAN GEFASEERDE GEDRAGSVERANDERING
- Gepubliceerd in Gezondheid
Een gefaseerde theorie heeft 4 eigenschappen (Weinstein):
o Een classificatiesysteem om de fasen te definiëren
o Rangschikking van de fasen
o Er zijn veelvoorkomende barrières voor verandering waar mensen in dezelfde fase mee te
maken krijgen
o Verschillende barrières voor verandering in verschillende fasen
HET TRANSTHEORETISCH MODEL
Prochaska en Di Clemente 1984
- Stoppen met roken, afkicken van cocaïne, gaan sporten, consequent condoomgebruik, gebruik van zonblok, gewichtsbeheersing, testen van woning op radon, vermindering van vetopname, mammografie, modificatie van crimineel gedrag
- Neemt een prominente plaats in binnen richtlijnen
TTM EN RISICOREDUCEREND GEDRAG
- Sommige veranderingen lijken eerder het gevolg van de overgang ipv voorafgaand aan de overgang
- Zelfredzaamheid geen voorspellende factor voor het welslagen hoewel het wel was gerelateerd aan het ondernemen van een stoppoging
TTM EN PREVENTIE
- Zelfredzaamheid > beslissingsevenwicht
- Validiteit wordt in vraag gesteld
BEPERKINGEN VAN HET TTM
- Tijdsperiode => weinig empirisch bewijs
- Gedrag in het verleden heeft een sterke voorspellende factor
- Vraagtekens gezet bij de validiteit van 5 onafhankelijke fasen van ‘bereidheid tot verandering’
- Onvoldoende rekening gehouden met de sociale aspecten
HET MODEL VAN HET PRECAUTION ADOPTION PROCESS MODEL
1. niet bewust
2. ongemotiveerd: onrealistisch optimisme
3. consideratie
4. actief beslissen om niets te doen
5. beslissen te veranderen
DE HEALTH ACTION PROCESS APPROACH
- Motivatiefase
o Intentie
o = de resultante van verschillende attituden, cognities en sociale factoren
o Zelfredzaamheid en resultaatsverwachtingen zijn belangrijke factoren voor doelintentie
o Percepties over de ernst van de bedreiging en de persoonlijke kwetsbaarheid (vermeend
risico) spelen alleen een rol tijdens de motivatiefase
- Volitiefase (bewuste keuzen maken)
o Belang van een proces van planning = intentie tot implementatie van eerder = waar, wanneer en hoe
o Zelfredzaamheid tot initiatief = geloof dat hij in staat is het initiatief te nemen wanneer de
geplande omstandigheden zich voordoen
o Zelfredzaamheid mbt coping (of instandhouding) = geloof in het eigen vermogen barrières te overwinnen en verleiding te weerstaan => versterkt de veerkracht, de positieve houding en leidt tot een groter uithudingsvermogen