Geef een definitie van condenseren.
- Gepubliceerd in Mechanica
- Reageer als eerste!
De overgang van de gasvormige naar de vloeibare fase.
De overgang van de gasvormige naar de vloeibare fase.
Er zijn vaste stoffen die gelijk overgaan in damp. Dit heet sublimeren of vervluchtigen. Het overgaan van gas naar een vaste stof heet ook condenseren. Bekende voorbeelden van sublimeren is het verwarmen van joodkristallen, naftalineballetjes (mottenballetjes) die steeds kleiner worden en sneeuw dat weg vriest. Wanneer waterdamp in de vrieslucht in de vaste fase overgaat op takken van bomen, spreken we van rijpen.
Waterdamp zelf is onzichtbaar. Wanneer dit in aanraking komt met de lucht, kan het in kleine
waterdruppeltjes veranderen. Het overgaan van de dampvormige toestand in de vloeibare toestand
heet condenseren. Voor verdampen is warmte nodig, maar bij condenseren komt warmte vrij.
Bij verdampen verdwijnen er alleen moleculen aan de oppervlakte van de vloeistof. Bij koken
vindt de verdamping overal in de vloeistof plaats.
Verdamping vindt plaats bij iedere temperatuur van die vloeistof. Verdamping vindt plaats aan de
oppervlakte. Wanneer een vloeistof kookt, vindt de verdamping overal in de vloeistof plaats.
Eau de cologne verdampt snel. Daarvoor is veel warmte nodig die aan de huid wordt onttrokken.
Door de poriën van de kruiken heen vindt verdamping plaats. De daarvoor benodigde warmte wordt
aan de vloeistof in de kruik onttrokken.
Voor het verdampen van transpiratievocht is energie nodig. Deze energie wordt van het lichaam onttrokken.
Hierdoor wordt de verdamping van transpiratievocht bevorderd. Dit koelt de huid af.
Zo blaast men de snelste moleculen die uit de vloeistof ontsnappen weg. Hierdoor daalt de
gemiddelde snelheid van de overgebleven moleculen en dat betekent een lagere temperatuur.
Ja, want de totale massa bij het verdampen blijft gelijk.
Temperatuur heeft als gevolg dat de moleculen sneller gaan bewegen, dus ook sneller de vloeistof zullen gaan verlaten. Een hogere temperatuur geeft dus een hogere verdampingssnelheid.
Hoe groter het vloeistofoppervlak, des te meer moleculen kunnen de vloeistof gelijktijdig verlaten.