Situering.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Reageer als eerste!
Wortels in 2de helft/late 18de eeuw
Hoogtepunt 3de kwart 19de eeuw
Begin neergang crisis 1875-1895
Definitief einde crisis jaren 1930
Overlapt met oude en nieuwe cyclus
Wortels in 2de helft/late 18de eeuw
Hoogtepunt 3de kwart 19de eeuw
Begin neergang crisis 1875-1895
Definitief einde crisis jaren 1930
Overlapt met oude en nieuwe cyclus
- golf van de eerste IR
- deregulering maatschappelijk model, arbeidsverhoudingen, gezinsvorming
- de-collectivisering/privatisering/lage bescherming
- economische liberalisering en sociale disciplinering
start: transformatiefase
= versnelde verandering in kapitaalsaccumulatie, arbeidsorganisatie, gezinsvorming en
normatieve regulering
legt ‘model’ vast voor de volgende ‘lange eeuw’
drie periodes sinds 1750
o Einde 18de/begin 19de eeuw
o Einde 19de/begin 20ste eeuw
o Begin 21ste eeuw?
Op welke manier typeert de samenleving zich?
o 19e eeuw: liberale eeuw.
· Liberaal vrije marktsysteem.
· Laisser faire, laisser passer.
· Overlevingsmodel: gezin.
· Arbeidssiuatie.
© Zeer lage bescherming
© Zeer hoge participatie.
© Bijzonder weinig regulatie.
o 20ste eeuw.
· Sociaal gecorrigeerd vrijemarktsysteem.
· Traditionele welvaartstaat.
· Overlevingsmodel: kostwinnersmodel.
· Arbeidssituatie.
© Hoge bescherming.
© Lage participatie.
© Hoge regulatie: overheid reguleert en interveneert.
o 21ste eeuw.
· Democratisch marktsysteem?
· Moderne actieve welvaartstaat?
· Combinatiemodel?
· Arbeidssituatie:
© Hoge bescherming.
© Hoge participatie.
© Matige regulatie.
Lange eeuwen (accumulatiecycli)
o 15de – begin 17de eeuw: Noord-Italië, Brugge.
o Late 16de – late 18de eeuw: Holland
o 2de helft 18de – begin 20ste eeuw: Groot-Brittanië
o Einde 19de eeuw - ? : Verenigde Staten.
Per ‘lange eeuw’ (cyclus)
o GW: materiële expansie / stabilisatie
o WG’: financiële expansie / systeemchaos
Financiële macht wordt uitgebouwd van de grootmacht.
Toppositie wordt langzaamaan bedreigd.
Overlappen elkaar.
o Bv. Amerikaanse en Britse cyclus.
· Britse cyclus
© (GW) materiële expansie: 1740-1875
© (WG’) financiële expansie: 1875-1930
o (S) signaalcrisis: jaren 1875-1895
o (t) terminale crisis: jaren 1930
· Amerikaanse cyclus
© (GW) materiële expansie: 1875-1975
© (WG’) financiële expansie: 1975 - ?
o (S) signaalcrisis: 1975-1985
o (t) terminale crisis: ?
o Kenmerken twee systeemcycli
© wortels in de neergaande (financiële) fase voorgaande cyclus
© concurrentie in de kern: wereldoorlogen
© herstructurering internationale orde: kern en periferie
o Pax Brittanica
· Zowel militair als economisch.
· Opleggen aan de rest van de wereld.
· Vrijhandel opleggen op hun voorwaarden.
· Kabels leggen door de oceaan: telegraferen.
o Pax Amerikana
· Geen koloniaal rijk.
Nieuwe cyclus 21ste eeuw?
Systeemveranderingen
Herstructurering historisch kapitalisme
o met strijdende hegemonieën
· Strijd tussen kern en periferie.
o wijzigende maatschappelijke organisatie
· Evolutie bevolking.
· Organisatie van arbeid.
· Structuur maatschappij.
o wijzigende mondiale verhoudingen
A. Conjunctuurcycli.
Zeven tot elf jaar.
Expansie: overproductie.
Afzwakking: uitzuivering van het systeem.
Overheid probeert om controle te krijgen over het systeem!
B. De lange golven.
Vijftig tot zestig jaar.
Blauw: de ideale golven.
Overzicht:
o 1790/95- 1815- 1845/55
1ste IR, textiel, stoommachine, mijnbouw
o 1845/55- 1873/75- 1890/95
1ste IR, metaal, spoorwegen
o 1890/95- 1914/18- 1930/40
2de IR, chemie, auto, electriciteit
o 1945- 1970/75- (1990/95)
2de IR, massaproductie, petrochemie, nieuwe energiebronnen (electriciteit)
o (1990/95)- ?
3de IR: digitale revolutie, biotechnologie
Waarom duurt het zo lang tussen de ontwikkeling van de innovatie en de invloed ervan komt op
de maatschappij.
1. Innovatie.
2. Technologische toepassing.
3. Optimaliseren innovatie (toepassing in bedrijven).
4. Integreren in hoe je je bedrijf organiseert.
C. Lange golven (structurele crisissen).
Overgang lange golven:
o jaren 1790
o jaren 1840
· Rurale gaat teloor.
© aardappelcrisis
· Eerste keer geconfronteerd met succes eigen formule.
· Te weinig consumenten (arbeiders niet in staat tot)
· Nationaal Sociaal Overleg (in België)
© Blauwdruk vastleggen voor de maatschappij na de crisis.
© 1830.
© Basis voor het model na WOII.
o jaren 1875-1895
o jaren 1930
· Ergste crisis.
· Deflatoire spiraal.
· Minder consumeren.
o jaren 1975-1985
· ‘No Future’. Men is depressief na de ‘golden sixties’.
· Oliecrisis.
o ?
Kenmerken
o Daling economische parameters
o Internationaal
o Overgang van een oud naar een nieuw productiemodel (producten,
productieprocessen, arbeidsverhoudingen, sociaal-economische organisatie,
internationale verhoudingen)
Politieke hervormingen zeer belangrijk in deze periodes.
o Bv. de Franse Revolutie.
o Nu: versplintering van het politieke landschap.
In crisis moet men.
o Nieuwe producten zoeken.
o Nieuwe productieprocessen zoeken.
o Op zoek gaan naar Nichemarkten.
Woekerkapitaal
o Bank en beurswezen.
o Geld brengt meer geld op.
Handelskapitalisme.
o Goederen omzetten naar geld met meerwaarden.
Productiekapitaal.
o Grondstoffen + producten = goederen met toegevoegde waarde.
Doel op lange termijn: accumulatie van kapitaal.
Expansief systeem: men wil steeds méér accumulatie.
o Nieuwe markten.
· Zowel aan aanbod zijde.
· Als aan vraag zijde.
o Nieuwe arbeid.
· Prodcutie doen stijgen.
· D.m.v. arbeiders die functioneel zijn aan het systeem.
o Nieuwe technologie.
Vermarkting als gevolg (commodificatie).
o Alles in functie van.
o Alles deel van het proces.
o Alles krijgt een prijs, ook tijd.
o Ook kennis wordt vermarkt.
o Arbeid: proletarisering.
Ongelijk systeem, zowel in ruimte als in tijd.
o Periferie en kern.
o Arbeiders en eigenaars.
o Niet overal kan men even snel dat groeiproces accumuleren.
Kapitalisme = de permanente accumulatie van kapitaal. De groei staat centraal als je verder kapitaal wilt
accumuleren.
Dit zorgt voor een menselijke en een ecologische kost.
Kapitalisme is een economisch systeem.
Kapitalisme is een sociaal systeem.
o Piramidevorm van de maatschappij.
o Het gaat om kapitaalaccumulatie van slechts enkelen.
o In stad gehouden door bourgeoisie, clerus en leger.
Kapitalisme is een Historisch systeem.
o Een historische systeem is eindig!
o Kapitalisme zal dus ook ooit zijn eindpunt hebben.
Kapitalisme is een wereld-systeem.
o Beïnvloed de hele samenleving.
o Coca Cola is meer dan een drank, het is een ideologie.
o Politiek, economie en sociale dimensies worden door het kapitalisme verdrongen.
In hun bijdrage Rehabilitating the industrial revolution beweren M. Berg en P. Hudson (p.44): ‘The
industrial revolution was an economic and social process which added up to much more than the sum of
its measurable parts’
Becommentarieer deze stelling, en werk één van hun argumenten uit.
Rehabilisatie t.o.v. voormalige mening m.b.t. de Industriële Revolutie.
Gelukkige woordkeuze?
o Vervuiling
· Steden worden op korte termijn onleefbaar.
o Neveneffecten.
· Afval.
· Ruimtelijke ordening.
· Vervuiling.
o Opeenhoping groot aantal mensen in centra.
· Late erkenning sociaal probleem.
© Oplossen.
© Vooral uit eigenbelang.
© Arbeiders vormen een bedreiging.
Ghetto: groepsgevoel.
o Broeihaarden van verzet.
o Burgerij/ leger durft er niet meer binnen.
Medisch probleem
o Uitbraak epidemies.
o Slaat over op burgerij.
o Bv. Cholera.
o Bv. Brussel: duizenden doden.
© Brugfiguren: artsen (1848)
o Signaal pas einde 19e eeuw gehoord.
· Moreel verderf.
© Misbruik.
© Tienerzwangerschap.
© Burgerij raakte geprikkeld maar vinden langs de andere kant ook dat dat
niet kan. Dit gedrag zou ook de rest van de samenleving aantasten.
· Kinderarbeid.
© Kun je niet als fenomeen rehabileren.
Industrialisering
o Invloed op omgang met tijd
· agrarische samenleving: cyclisch en concreet tijdsbesef
© Ritme van de seizoenen.
© Winter: dagen korter.
© Zomer: oogst binnen halen, men werkte langer.
· kapitalistische economie: lineair en abstract tijdsbesef
o Commodificatie van de tijd: tijd is geld Tijd wordt een waar.
o Compartimentalisering van de tijd
· Afbakening van de werktijd:
© ‘de klok slaat vijf uur’
Tijd om naar het werk te vertreken.
Impact op cultuur en leefwijze van de mensen.
Dit kun je niet cijfermatig proberen meten.
Als je grote hallen staan had waar mensen moesten komen
werken kon je niet anders dan afspraken maken i.p.v. af te
wachten tot het hen schikt om af te komen.
© Later: acht uur slapen, acht uur werken, acht uur vrije tijd.
· Notie ‘vrije tijd’
· Gevolgen:
© Discussie over werktijdverkorting
© ‘Nuttig’ gebruik van vrije tijd
Niet op café zitten.
O.a. socialisten: mensen nuttig bezig proberen houden.
Economisch versus sociaal perspectief.
Regionaal versus nationaal versus mondiaal
Korte termijn versus lange termijn
o Kleine dingen later grote invloed.
o B.v. vlinder die in het amazonewoud wappert zet trillingen in gang die in Europa een
storm kunnen veroorzaken.
Waarom geen veralgemeende ‘take off’?
In het centrum wereld-systeem
Dominantie in handelssysteem
Van protectionisme naar vrijhandel
o Niemand heeft er voordeel bij om voedsel te duur te gaan importeren.
o Want: meer mensen die gevoed moeten worden, die het niet zelf
importeren.
o Fabrieksbazen willen niet dat deze prijzen gaan stijgen want anders worden
hun arbeiders te zwak en te oproerig door te weinig voedsel.
Goedkope invoer grondstoffen en levensmiddelen
Goedkope export arbeidsoverschot
· Veel plichten, minder rechten.
· Mensen nodig als het goed gaat, als het slechter gaat
emigreert men maar.
Kosten groei afgewenteld
o Op het milieu.
o Op landen met minder vooraanstaande positive in het wereldsysteem.
o Op de arbeiders.
Verschillen met Continent (België)
Latere ‘take off’, snelle ‘catch up’
Notities Economische Geschiedenis 2008-2009 An-Sofie, Sien en Evy
113
Dominantie rurale samenleving
Latere politieke revolutie (1787-1830)
Politieke versnippering en strijd
o Oostenrijkse Nederlanden.
o Handelsbarrières.
o Tollen.
o Geen interne grote markt
Tragere vermarkting en marktintegratie
o Aan de zijlijn toekijken.
o Dan de beste technieken overnemen.
· Deze moeten zich niet bewijzen.
· Weinig risico’s.
Snellere impact inventie en innovatie
Impact banksystemen
Interventie overheid
o Willem I
· Tienjarige begroting.
· Ontrekken aan controle parlement.
· Investeren.
· Oprichting Société Générale.
© Kredieten verlenen aan investeerders.
© Industrie ondersteunen.
© Spoorwegennet.
Enorme impuls Waalse ijzerindustrie.
Ijzer nodig voor de sporen en de wagons.
o Belgische overheid trok de kaart van de industrialisering om voor de scheiding te
compenseren.
Personen die in Industriële gebieden ‘de stiel gaan leren’ bv. Lieven Bauwens.
Katoen
o Verandering in de landbouwsector
· Inkomen neemt toe.
· Meer vraag naar Industriële producten.
· Engelse Enclosure movement.
· Afgewerkte producten worden relatief betaalbaar.
o Overzeese expansie
o Modewijziging
o Gedifferentieerde prijsstijgingen
o Vastgelopen proto-industrie
· Weinig productiestijgmogelijkheden.
· Kon niet beantwoorden aan de vraag.
o Technologische innovaties in spinnen en weven
Spinnen Weven
1733 - vliegend schietspoel X 2
1764 – spinning jenny
o X 20
1779 – mule Jenny X 15 1787 – power loom X 40
IJzer
o Wisselwerking schaarste energie, steenkool en ertsontginning,
o Sneller kan je beter materiaal maken.
o Beter renderende energiebronnen (cokes)
· Hoogovens installeren die meer toelaten.
o Vergroting landbouw:
· Stijging van vraag naar ijzer.
· Voor landbouwwerktuigen.
IJzersmelterij Steenkoolontginning
1700 – Newcomen
stoompomp
1709 – cokes (Darby’s)
1773 – Watt
stoommachine
1779 – hoogovens (Wilkinson)
1780 1784 – puddling (Cort)
o Steenkoolontginning.
· Ondiepe lagen heel makkelijk.
· Door de stoommachine slaagde men erin om dieper te ontginnen.
· Bv. Stoommachine van James Watt.
o ‘The Iron bridge’
· Bijzonder ingenieus.
· Hoogwaardig ijzer.
· Men was er zeer trots op.