BRVV
- Gepubliceerd in Marketing
- Reageer als eerste!
Bruto Rentabiliteit Vreemd Vermogen. De rente die over het geleende kapitaal (vreemd vermogen) verschuldigd
Bruto Rentabiliteit Vreemd Vermogen. De rente die over het geleende kapitaal (vreemd vermogen) verschuldigd
Verschil tussen de omzet, exclusief ontvangen BTW, en de inkoopwaarde (de kosten) van de omzet als
Bruto-omzetresultaat (omzet - variabele kosten van de verkochte producten) als percentage van de omzet.
· Dacht dat intelligentie gemeten kon worden (eerst) door grootte van de schedel-hoe groter hoe meer hersenen. En later dacht hij dat het gemeten kon worden aan de hand van de Snelheid waarmee men reageerde op aangeboden stimuli. (Reactie tijd test)
· Galton had 2 foute vooroordelen
1. Mentaal gestoorde mensen reageerden volgens hem ook langzamer op stimuli (pijn etc).
2. Vrouwen hadden een minder ontwikkeld sensorisch vermogen en dus minder intelligent dan mannen.
· Galton ging met zijn Antropocentrisch Laboratorium de verschillen in bijv reageren op stimuli, grootte schedel etc meten van verschillende mensen. Deze verschillen waren essentieel – dit was juist niet zo bij bijv Fechner’s Law
· Galton was een neef van Darwin en werd beïnvloed door zijn ideeën.
◦ Veel van Galtons theorieën waren niet zonder fouten maar legden een belangrijke basis voor toekomstige soortgelijke uitvindingen.
· Andere uitvindingen/’basis-leggingen’ van Galton:
1. Weerkaarten: legde de basis voor hoge druk en lage druk gebieden opvatting.
2. Hij maakte als eerste gebruik van de Vragenlijst methode (meten psychologische verschillen).
3. Tweelingen-studie methode
4. Basis Intelligentie testen
5. Statistische Correlatie coëfficiënt
6. Vergelijking van Vingerafdrukken (door politie gebruikt tegenwoordig)
7. Nature Nuture-debat
8. Mental Imagery: Mensen moeten zich situatie voorstellen en uitgebreid beschrijven. - Veel
Associaties bij woorden kwamen vanuit kindertijd = Word-Associations Experiment.
· Galton geloofde dat Intelligentie erfelijk was. Hij zag dat als er in een familie een genie was, er grote kans bestond dat andere leden van de familie ook hoge academische posities bekleedden.
· Drie (niet sterkte) argumenten van Galton dat Intelligentie kwam door Genen:
1. Normale Verdeling: Er zijn veel mensen die op intelligentie testen gemiddeld scoren (midden van verdeling) en weinig die heel hoog scoren (uiteinde). Deze verdeling kwam overeen met de scores op lichamelijke eigenschappen zoals lengte en gewicht en Dat waren wel eigenschappen die met zekerheid genetisch bepaald waren.
2. Familieleden leken ten eerste de neiging te hebben om op dezelfde wetenschap gebieden uit te blinken (bijv natuurkunde). Dus het lijkt wel overgeërfd. Ten tweede waren zonen en dochters van een genie meer kans om ook geniën te worden dan bijv minder ‘close’ bloedverwanten als neefjes en nichtjes.
3. Met behulp van een vergelijkingsstudie tussen biologische siblings vergeleken adoptieve (niet genetisch bepaalde) siblings. Zo werd omgeving van ‘genen’ gescheiden.
· Presenteerde vrij gecompliceerde mentale opdrachten aan proefpersonen en vroeg achteraf wat ze erbij voelden/dachten (introspectie). Twee soorten ervaringen:
1. Imageless Thoughts: De deelnemers voelden geen specifieke gevoelens of sensaties bij bijvoorbeeld het bepalen van welk gewicht het zwaarst is.
· Wundts Kritiek: Te taken waren te complex en het experiment niet voldoende ‘controlled’.
2. Directed Association: (Asch&Watt) Nadat hun deelnemers hun opdrachten hadden gehoord gingen ze die als automatisch uitvoeren, niet meer bewust over de opdracht zelf nadenkend.
- Predetermining influence of motives on association and tought.
· Was het niet een met punt 1 van Wundts beperkingen en wilde JUIST achter de aparte, atomische elementen van bewustzijn te komen.
◦ Titchener nam slechts deels de opvattingen van Wundt over en de meest belangrijke opvattingen van hem verwierp hij zelfs.
· Structuralisme: De taak van experimentele psychologen is erachter te komen wat de Structuur (de aparte opbouw elementen) zijn van bewustheid. En als ze hierachter zijn gekomen moeten ze pas kijken naar de Functie van bewustheid.
· Alle bewuste ervaringen konden volgens Titchener door introspectie worden opgedeeld in basis elementen.
· Stimulus error: Men moest volgens Titchener bij introspectie Niet de fout maken om ‘betekenis’ te geven aan de basiselementen of ze te Interpreteren.
◦ Dit is wat Wundt JUIST WEL benadrukte als belangrijk.
· Gestalt Psychologie: De geest moet gezien worden in termen van georganiseerde helen en juist Niet in kleine, elementaire delen. Je moet alles in z’n geheel zien en dan pas hun aparte functies die In de helen bestaan benoemen.
◦ Tegenovergestelde van Titcheners Structuralisme.
◦ Wertheimer, Koffka, Köhler.
· Phi phenomeen: twee lichtjes (1 boven 1 onder) worden om de beurt aan-uit gedaan. Men ziet niet twee aparte lichtjes, maar 1 verspringend lichtje.
· Negative Afterimages: Een stilstaand object denk je in de tegenovergestelde richting te zien bewegen terwijl je zelf op het bewegende object zit. (In de trein bijv).
· Je ziet een figuur in contrast met haar achtergrond. Zonder achtergrond was er geen figuur.
· Continguity & Similarity: Volgens Gestalt psychologen hebben mensen de neiging bij percepties te ‘versimpelen’ en te organiseren zodat het logischer wordt om het te begrijpen. Zo zie je dit: ********************* niet gelijk als ‘16 sterretjes’ maar als ‘Een rij sterren’.
· Wundt vond een soort ‘tought meter’ uit waarmee hij kon meten dat men twee verschillende stimuli die tegelijkertijd worden aangeboden Niet precies tegelijkertijd kan ervaren.
· Aandacht: Er is aandacht nodig om een stimuli te integreren en zo hoor je eerst het geluid van de bel en zie je daarna pas de positie van de wijzer (bij thought meter). Dat dit Aandacht proces bestaat wordt bewezen door die extra milliseconde die men nodig heeft als twee stimuli tegelijk worden aangeboden.
· Verklaring Wundt voor het probleem van de astronomische observeerders:
◦ De verschillen tussen de lengtes van hun sensorische en motorische zenuwen die impulsen moeten doorgeven aan het brein.
◦ Ook konden ze verschillen qua snelheid in centrale processen in hun brein.
· Mentale Chronometrie: Zijn ‘Tought meter’ toonde aan hoe het reactietijd-experiment (Helmholz) kon worden ‘refined’ om de exacte duur van een centraal proces te meten, die in de hersenen zelf plaatsvindt doormiddel van zenuwen en die verantwoordelijk is voor de psychologische reactie:
Aandacht.
· Maar Mentale Chronometrie kon ook de duur van andere Centrale processen meten.
· Wundt was de assistent van Helmholz.
◦ Dus Wundt trad in de voetsporen van Fechner en Helmholz omdat hij pure psychologische (dus niet te observeren) processen, experimenteel onderzocht.
· Nieuwe soorten psychologie. Begonnen door Wundt:
1. Experimentele psychologie. (James werd de grote experim. psych promoter in de VS) (Vanaf 1879)
2. Völkerpsychologie
· Wundt wordt vaak gezien aks de Vader van de psychologie, omdat:
1. Hij schreef het eerste boek waar psychologie als een wetenschap werd voorgesteld.
2. Hij richtte het eerste psychologisch instituut op aan de Universiteit van Leipzig.
· Psychologie werd een onafhankelijk erkend vak → in 1879 is Experimentele psychologie door Wundt begonnen.
· Waarom veel mensen Wundt niet serieus namen: Wundt vond dat veel psychologische uitdagingen alleen met non-experimentele technieken benaderd kon worden.
· Was van jongs af aan erg geïnteresseerd in wetenschap.
· Zijn leraar ging uit van Vitalisme, waar hij het Niet mee eens was. Als antwoord hierop kwam hij met zijn Mechanisme.
◦ Vitalisme: Intern aan levende organismen zit een soort ‘levens kracht’ die het organisme vitaliteit geeft. Deze levenskracht is niet wetenschappelijk analyseerbaar.
◦ Mechanisme: Alle fysiologische processen zijn potentieel te begrijpen in termen van fysieke en chemische processen. Dus wel wetenschappelijk te benaderen.
· Conservation of Energy: Alle soorten bestaande krachten (hitte, licht, zwaartekracht, magnetisme etc) zijn er in constante hoeveelheid. De ene kracht kan omgevormd worden tot een andere soort kracht, maar hoeveelheid wordt nooit minder: het blijft constant.
◦ Zo kunnen de spieren van een weze gezien worden als een soort machine die de chemische energie die in eten en lucht zit om te zetten in beweging of lichaamswarmte. (Net als een locomotief die van de hitte van vuur, bewegende stoom deeltjes maakt)
· Beweging kan nooit eeuwig doorgaan als het niet steeds wordt ‘aangevuld’ door iets dat als brandstof dient. Als er geen kolen zijn voor de locomotief, is er ook geen stoom en ook geen beweging.
· Twee grote uitvindingen van Helmholz:
1. Opthalmoscope: Soort spiegeltje waarmee je rechtsreeks in de retina kan kijken.
2. Reactie tijd: Helmholz creëerde een soort ‘stopwatch’ om de snelheid van neurale impulsen in het lichaam te meten. Hoe verder de zenuw waar de input plaatsvindt is verwijderd van de hersenen, hoe langer de impuls erover doet om een reflex/reactie te maken.
· Met zijn studies over vision en horen hebben de hedendaagse basis gelegd voor sensation en perceptie. Helmholz ging ervan uit dat bijvoorbeeld visioen bestond uit:
1. Fysieke processen: Het oog is een soort optisch instrument waarbij licht die erdoorheen valt op de retina terechtkomt.
2. Fysiologische processen: De neurale processen die nodig zijn om de licht die zich op d retina bevindt door te geven aan de hersenen. (Dit is de Sensatie van licht)
3. Psychologische processen: De manier waarop het licht wordt veranderd in betekenisvolle Percepties van objecten in de buitenwereld.
· Verschil tussen Perceptie en Sensatie:
1. Sensatie: rauwe ervaring van bewuste ervaring, hier is geen ervaring voor nodig en er gaat ook geen leerproces aan vooraf. → Bijv: boven in het zichtveld blauwe met witte vlekken
2. Perceptie: Betekenisvolle interpretaties gecreëerd uit Sensaties → Bijv: De blauwe en witte vlekken is de lucht met wolken.
· Voor het omzetten van Sensaties naar Percepties heeft het individu Wel ervaring ermee nodig en er gaat wel een leerproces aan vooraf.
· Verschil tussen Kants opvatting en Helholz zijn opvatting:
· Onderzocht epilepsie door verschillende hersendelen te stimuleren terwijl de patient wakker was. Hierdoor kon de patiënt duidelijk verslag doen van wat hij voelde bij elke stimulatie.
· Aura’s : Soort gevoel/herinnering die epilepsie patiënten krijgen vlak voordat ze een aanval zullen krijgen. Soort waarschuwing. –Dit onderzocht Penfield.
· Interpretive Cortex: In de Temporal lobe. Als je deze stimuleerde kreeg je 2 soorten ‘fysieke reacties’:
1. Interpretieve reacties: Plotseling zagen de patienten hun huidige staat in een compleet ander licht, met een heel ander gevoel erbij. (Had dus hersendelen voor Emoties ontdekt!)
2. Experiental responses: Hierdoor had men hallucinaties en ‘flash backs’. · Waarom deze ‘reacties’ niet tot de lokalisatie van Herinneringen leidde:
1. De reacties werden heel levendig en echt Ervaren door de patiënten en niet vaag in hun hoofd ‘gezien’ als herinneringen.
(Beinvloed door behaviorist Watson die ratten gebruikten voor experimenten)