Menu

Religieuze hervorming

Protestanten willen zich wapenen tegen de volgzaamheid van de katholieke door het gezond verstand en het individueel oordeelsvermogen aan te spreken. Daarop gaat ook de katholieke kerk haar priesters beter vormen: het opleidingspeil van religieuzen steeg aanzienlijk. De priester ging dus verder van de parochianen staan.

Lees meer...

Ongelijke ontwikkelingssnelheid

Tussen 1500 en 1800 waren de veranderingen in grote traditie zo snel en ingrijpend (renaissance) dat ze alsmaar verder stond van de kleine traditie. Zodoende werd de grote traditie werd minder afhankelijk van de kleine traditie.

De grote traditie werd meer en meer een complex geheel van gespecialiseerde expertenculturen. Een differentiatie in culturele segmenten vond plaats.

bv. muziek en religie waren onlosmakelijke verbonden

Langs de ene kant is dit goed maar aan de andere kant leidt dit tot vervreemding.

Lees meer...

1.2 Van wisselwerking tussen “grote” en “kleine” traditie naar scheiding tussen elite- en volkscultuur

  • Ontdekking van het volk veronderstelt een kloof ~> pas in de 17de eeuw een duidelijk onderscheid tussen de “spontane en organische” cultuur van de boeren en de meer “geciviliseerde, gekunstelde” cultuur van de hogere kringen.
  • Voordien hadden de leden van de adel en de hoge clerus en de boeren oor een groot deel een gemeenschappelijke cultuur. Dit is echter geen eenheidscultuur: er was een groot verschil (geletterdheid) dat niet volledig samenviel met de standenverschillen.
  • Redfield: in de landbouwmaatschappij stonden vaak twee culturen naast elkaar die onderling afhankelijk waren:
  • Grote traditie ~> scholen en tempels
  • Kleine traditie ~> ongeletterden in dorpsgemeenschappen
  • Motieven uit de ene traditie doken in aangepaste vorm op in de andere traditie.
  • De wisselwerking is echter niet volledig symmetrisch: de elite nam wel deel aan de kleine tradities, maar niet andersom.
  • Cultuurgoederen gingen wel in beide richtingen. Grimm en Herder beweren dat het volk de echte bron van cultuur is en er dus vooral stijgende cultuurgoederen waren. Maar volgens Duitse folkloristen is de cultuur van de onderlaag een soort imitatie van de cultuur van de bovenlaag. Beide opvattingen zijn eenzijdig: cultuurgoederen gaan in beide richtingen.
  • bv. adel nam bepaalde dansvormen over van de boeren & boeren imiteerden de bouwstijl van de lagere adel
  • 17de en 18de eeuw: hogere standen verminderen geleidelijk de participatie aan de kleine traditie ~> ethos van zelfbeheersing en orde

Drie oorzaken volgens Norbert Elias.

Lees meer...

Politiek

Aandacht voor volk kadert in de opkomst van het nationalisme: als men het bestaan van een volk kon aantonen met eigen cultuur, taal, traditie en identiteit, kon men daarmee de eis tot natievorming en autonomie kracht bijzetten.

Zoektocht naar de eigen aard van het volk en de natie werd in grote mate door de volkskundigen gefabriceerd: het verleden werd zodanig gereconstrueerd en selectief weergegeven dat het kon dienen ter ophemeling van de eigen natie en ter rechtvaardiging van onafhankelijkheidseisen

Lees meer...

Esthetisch

17de en 18de eeuw: kunst moest beantwoorden aan welbepaalde klassieke vormvereisten: kunst werd voorspelbaar. Verzet van romantische kunstenaars: vreemde, exotische onderwerpen, het “wilde en natuurlijke” van onbewoonde landschappen, ...

De ontdekking van een volkscultuur is dus een onderdeel van een beweging van cultureel primitivisme waarin het oude, het verre en het volkse aan elkaar worden gelijkgesteld.

Lees meer...

Intellectueel

Er kwam een romantische reactie op de Verlichting die te elitair en te eenzijdig rationalistisch was en de traditie veroordeelde. Romantici erkenden dat heel wat waardevolle inzichten bewaard waren gebleven.

bv. gebroeders Grimm

Er waren zelfs te weinig oorspronkelijke tradities; de traditie moest niet weggerationaliseerd worden maar gerestaureerd, en waar het bedreigd werd, gereconstrueerd worden.

bv. volksfeesten

Lees meer...

De ontdekking van het volk

Einde 18de, begin 19de eeuw: nieuwe termen waarin het woord volk voorkwam

bv. volksdans = aanwijzing voor nieuwe ideeën (Burke).

Romantische intellectuelen gaan op zoek naar het oorspronkelijke en ongerepte leven. Herder: het volk bezit een spontane dichterlijke kracht die een gunstig effect heeft op de zedelijkheid. “Wilde volken” hebben vaak nog een onverdorven kijk op de dingen. Volkskundigen moeten deze zedelijk hoogstaande inzichten opsporen.

Waarom werd de volkscultuur net toen ontdekt? Burke onderscheidt drie verklaringen.

Lees meer...

Het Europees vergelijkend waardenonderzoek (European Value Studies)

Eind jaren ’70, om de tien jaar een grootscheepse survey. Dit heeft een gering theoretisch en verklarend karakter; het is hoofdzakelijk beschrijvend. Zo kan een internationale vergelijking (ook buiten Europa) opgesteld worden.

Twee dimensies worden aan elkaar gekoppeld: welzijn (materieel overleven) en het traditionele (rationele autoriteit).

Onderzoek naar individualisering?

  • Een toenemend belang hechten aan het individueel inrichten van het leven.
  • De theoretische discussie wordt tussen haakjes geplaatst.
  • Selectie van een aantal items die verondersteld worden indicatoren te zijn.
  • Grote verschillen van land tot land en geen grote verrassingen.
  • zuiderse, katholieke landen ~> nadruk op gelijkheid
  • Noord-Europese, protestantische landen ~> nadruk op vrijheid
  • Snelle verschuivingen in Rusland en Duitsland na val van de muur.
  • Appreciatie van vrijheid en economische problemen werden vertaald in een toegenomen voorkeur voor gelijkheid. Omgekeerd in Rusland.
  • Longitudinale analyse is nodig.
  • - Kijken naar de verschillende leeftijdsgroepen: toenemende appreciatie voor vrijheid in alle categorieën ~> algemene tendens
Lees meer...

Het empirisch waardenonderzoek: een “cultural shift”?, Inglehart

Vanaf de seventies: ommekeer in het waardenpatroon van de westerse wereld. Van economische en psychische veiligheid (materialistische waarden) naar zelfexpressieve en kwaliteit van het leven (postmaterialistische waarden).

Dit komt voor bij mensen die na WOII geboren zijn. Ze maken een scherp onderscheid tussen welvaart en welzijn.

De wederopbouwgeneratie is utilitair ingesteld en wil materieel beter worden van haar inspanningen. Dit gaat gepaard met conventionele waarden.

Mogelijke verklaringen van de waardenverschuiving:

- schaarste-hypothese

Mensen zijn in het algemeen meer bekommerd om hun dagelijkse materiele basisbehoeften. Maar eenmaal ze die bevredigd hebben, zullen ze meer tijd hebben voor andere dingen.

Economische en fysieke veiligheid zijn nog steeds waardevol maar hun relatief belang is afgenomen ten voordele van postmateriële waarden.

- socialisatie-hypothese

De materiële omstandigheden tijdens de jeugd hebben een belangrijker effect op de houding dan de actuele materiele omstandigheden. Volgens Mannheim resulteert de bewustzijnsschok die een jongere ervaart als hij zich voor het eerst rekenschap geeft van zijn sociale omgeving, in de vorming van houdingen die men blijvend meedraagt. Empirisch onderzoek lijkt dit te bevestigen.

Lees meer...

Kritiek

Het arbitraire karakter van de 18 waarden. Waarom deze en geen andere?

De lijst is niet gebaseerd op empirische gronden maar werd in empirisch onderzoek als

uitgangspunt genomen. Uit onderzoek blijkt dat de 18 waarden maar een derde van de

waarden zijn die mensen spontaan vermelden.

Problematische gelijkschakeling van waarden aan doelen. Waarden geven het wenselijke aan.

Het verschil tussen het “wenselijke” en “gewenste” beantwoordt aan het verschil tussen

“waarde” en “preferentie”. Preferentie heeft geen normatieve lading die waarde wel heeft.

Ook houden waarden een geldigheidsaanspraak in en zijn ze bediscussieerbaar.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen