Menu

Hoe ontstaan emoties?

  • Emoties op basis van waarnemingsgegevens
     Het belang van de amygdala

Emoties op basis van cognitieve processen
 Ervaringen
- als je wilt weten waarom iets voor iemand emotioneel geladen is, dan moet
je van die persoon heel wat weten: zijn vaardigheden, zijn persoonlijke
geschiedenis, zijn normen
Bv. Voetballen zal bij iedereen verschillende emoties oproepen

 Verwachtingen
- Verwachtingen en fantasieën zijn cognitieve processen die samengaan met
de doelen die iemand zich stelt
Bv. Anouk kan al enkele nachten moeilijk slapen nadat haar vrienden haar
verteld hadden wat de overlevingstocht in de Ardennen inhield, ze denkt
dat ze het niet zal aankunnen.

 Doelen
- Emoties motiveren ons tot handelen, tot gedrag
Bv. je bent verliefd maar je weet niet of dat wederzijds is, om dat te weten te
komen zul je stappen moeten ondernemen: je kunt hem of haar uitnodigen
voor de film,…

Lees meer...

De subjectieve gewaarwording van de emotie

3 belangrijke componenten
- Fysiologisch aspect
- gedragsveranderingen
- cognitieve processen

  • Een cognitief proces: we interpreteren de omgeving
    = de interpretatie van de omgeving speelt een rol
    Experiment: Schachter en Singer
    Ze dienen proefpersonen via een injectie adrenaline toe, waarna ze
    deze in een bepaalde situatie plaatsten: hieruit bleek dat ze zich
    gingen aanpassen aan hun situatie
    Bv. als ze bij uitbundige mensen terecht kwamen werden ze zelf ook
    uitbundig
  • We beoordelen de situatie
    = waarnemen wordt beïnvloed door eerder opgedane ervaring en kennis
  • We zijn al dan niet bereid tot actie
    = emotioneel gedrag wordt niet altijd getoond. We kunnen het onderdrukken of
    zelfs uitstellen

We evalueren de emotie
= bij elk emotioneel gevoel evalueren we of we de emotie prettig vinden of
onprettig. Eenzelfde emotie kan echter in de ene situatie prettig zijn en in een
andere onprettig.
Bv. een verassing kan prettig en onprettig zijn: een verjaardagfeestje of een
onverwachte mep

Lees meer...

Emoties en de fysiologische voorbereiding van het gedrag

  • Lichamelijke verandering
    - (op examen 2 voorbeelden kunnen geven)

     hartslag
     bloeddruk
     ademhaling
     transpiratie
     maag-darmactiviteit en urineafscheiding
     hormonale veranderingen

    - Vechten of vluchten
    - Darwin: restanten van reacties uit vroegere fase van de ontwikkeling
    Bv. Sommige dieren worden volledig verlamd bij groot gevaar, dat blijkt een
    zeer nuttige angstreactie te zijn: roofdieren gaan hen enkel besnuffelen,
    maar niet aanvallen
  • Opvattingen over de rol van fysiologische processen bij emotie
     De perifere emotietheorie van James-Lange
    = het ontstaan van emoties als gevolg van lichamelijke veranderingen
    - eerst reactie en dan de emotie

    Stimulus  specifieke reactie  ervaring van de reactie(=de emotie)

    Bv. 1) Ik zie een man bij een geparkeerde auto

2) Ik tril en ren weg

3) Ik ben bang!



 De centrale theorie van Cannon-Bard
= de stimuli gaat tezelfdertijd de subjectieve beleving als de fysiologische
processen in gang zetten,
- emotie en reactie tegelijketijd

Stimulus  1) de emotie
2) lichamelijke reactie

Bv. 1) Ik zie een man bij een geparkeerde auto

2) Ik ben bang en tril


 De cognitieve theorie van Schachter
= de interpretatie die het individu maakt van de fysiologische opwinding die
- eerst de reactie en dan uit de reactie de emotie uitmaken
hij ervaart

Stimulus  algemene fysiologische opwinding  interpretatie = emotie

Bv. 1) Ik zie een man bij een geparkeerde auto

2) Ik tril

3.) Ik tril omdat ik bang ben

4) Ik ben bang!

Lees meer...

Soorten emoties

  • Basisemoties
     angst, verbazing, verdriet, walging, woede, verwachting, plezier, aanvaarding
  • Basisemoties en cultuur
     Paul Ekman: onderzoek naar basisemoties in alle culturen
    - hij bezocht geïsoleerde culturen en liet foto’s zien van gezichten
    - conclusie: DEZELFDE basisemoties: angst, woede, verdriet en
    plezier
  • Aangeboren, aangeleerd, cultureel verschillend
     Sommige reacties blijken universeel en aangeboren te zijn
    Bv. een baby moet je niet leren lachen

     Andere uitingen zijn cultureel bepaald en aangeleerd
    Bv. Chinezen kunnen woede soms uitdrukken met een bijzondere glimlach die
    in onze westerse cultuur niet als woede wordt geïnterpreteerd

Leerprocessen bij het aanleren van emotionele expressie
 Operante conditionering
= door de effecten die je emotionele gedrag heeft op de omgeving, leer je al
vlug of dat gedrag nuttig is of niet
Bv. Je hebt je opdracht niet gemaakt en vraag bevend aan de juf een tweede
kans. Jawel dat lukt, misschien lukt het volgende keer ook bij andere
lectoren?

 Leren door imiteren
= gedrag nemen we over door nabootsing van anderen
Bv. In onze cultuur leren we hoe we bij het krijgen van een cadeau kunnen
uitdrukken dat we ‘aangenaam verrast’ zijn.

Lees meer...

Belang van emoties voor ons gedrag

  • Emoties in het licht van de evolutie
    - Neurologie
    = is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met hersen-, ruggenmergs- en
    zenuwaandoeningen.
    - Amygdala: zetel van de emoties
  • Belang van emoties voor het gedrag
    - Waarschuwingsfunctie
    = emoties signaleren ons dat er gevaar dreigt,
    dingen aanvoelen
    Bv. we zijn bang wanneer we tijden een zoektocht via een brug een ravijn
    oversteken

    - Aanpassingsfunctie
    = dingen kunnen ons aanzetten tot handelen binnen een bepaalde situatie
    = emoties helpen ons dingen te onthouden zodat we in de toekomst vlugger of
    anders handelen
    Bv. je weet dat je op een begrafenis niet belachelijk moet doen

    - Communicatieve functie
    = door emoties uit te drukken, oefenen we invloed uit op onze medemens
    = zonder dat we onszelf van een emotie bewust zijn, kunnen anderen soms de
    emotie uit ons gedrag afleiden
    Bv. een boos gezicht van ma of pa weerhoudt je eraan nog verder aan te dringen
    om toch naar die fuif te mogen
Lees meer...

Het begrip emotie

= zijn psychologische reacties die ontstaan op grond van een gebeurtenis die
betekenis heeft voor de belangen van de persoon.
Die reacties uiten zich in gedrag, in fysiologische voorbereiding op dat gedrag en in
subjectieve beleving.

  • Herkenbaar aan expressie

  • Aanleiding (impressie)
    = aantal uitingen die we gebruiken om gevoelens te tonen, niet aan één speciefieke emotie, maar aan verschillende emoties
    Bv. Mien lacht omdat ze blij is om haar goed resultaat voor economie

Lichamelijke processen
- Fysiologische/biologische processen
Bv. wenen, zweten
- Psychologische processen
Bv. cognitief, affectief, conatief

Het begrip bestaat uit drie elementen
Indrukken/impressies  verhoogde selectedring  uitdrukking/ expressie

Lees meer...

Zeer grote invloed van de neurologie

 Rationalisme
- onderscheidt zich van dieren door het verstand
- emoties: dierlijk
- René Descartes: ‘Ik denk, dus ik ben’

 Romantische visie

- emoties: puur natuur
- Jean-Jacques Rousseau

 Darwinistische visie
- emoties: vroeg ontstaan in de evolutie
- Charles Darwin

 Neurologische en biochemisch onderzoek
- sterke band tussen gevoelsmatig gedrag en de biologische processen

Lees meer...

Behoefteleer

1) Primaire biologische behoeften
= behoeften als honger, dorst, slaap, voortplanting, behoud van temperatuur

2) Bestaanszekerheid
= behoeften als veiligheid, bescherming, zekerheid, stabiliteit en orde

3) Sociale behoefte
= behoefte ergens bij te horen

4) Erkenning
= behoefte aan een portie waardering voor zichzelf, aan wat prestige, aan achting
5) Zelfontwikkeling
= streven naar zelfrealisering tracht het individu volledig te ontplooien

Aanpassing aan het oorspronkelijke model:
6) Cognitieve behoeften
= het nastreven van kennis, het opzoeken en het begrijpen van nieuwe dingen
7) Esthetische behoeften
= het opzoeken van het mooie in de wereld om ons heen

Op het einde van zijn leven voegde hij nog 8ste niveau toe
8) Niveau van de transcedentie
= het realiseren van zichzelf

Het nastreven van behoeften is niet een uitsluitend persoonlijke aangelegenheid. Het draag tevens bij tot de gemeenschap waartoe men behoort.

Lees meer...

Motivatietheorieën

Biologische invalshoek

Cognitieve invalshoek

•Instincttheorieën

•Drifttheorieën

•Cognitieve theorieën

•Behoefteleer

 Instincttheorieën
- Op zoek naar de basisinstincten van de mens
- Vertegenwoordiger: McDougall
hij trachtte de doelgerichtheid van het gedrag te verklaren door
een beroep te doen op het begrip instinct: een aangeboren
capaciteit

 Drifttheorieën
- Driften zijn gebaseerd op fysiologische toestanden van het organisme. Driften
zetten aan tot actie

- Vertegenwoordiger: Woodworth
hij probeerde inzicht te krijgen in de gedragsprocessen van de
mens en ging op zoek naar het hoe en waarom van het gedrag:
hij verving het begrip instinct oor het begrip drift

 Cognitieve theorieën
- Prettiger voelen als we ons doel bereiken

- Attributietheorie:

 Attributies: ideeën die mensen hebben over de oorzaken van bepaalde
gebeurtenissen

 Causale attributie: hoe personen gedrag oorzakelijk verklaren
(succes - mislukking)

Causale attributietheorie
- Intern-extern
= de oorzaak ligt binnen de persoon of buiten de persoon

- Stabiel-onstabiel
= de oorzaak kan gewijzigd worden of kan niet gewijzigd worden

- Controleerbaar-oncontroleerbaar
= de persoon kan de situatie al dan niet beheersen, heeft er al dan niet vat op

- Globaal-specifiek
= de oorzaak slaat op vrijwel alle situaties of op een specifieke situatie

 De fundamentele attributie
- mensen schrijven hun slagen en mislukken aan uiteenlopende concrete oozaken
toe

Bij onszelf

Bij anderen

Oorzaken van succes

Interne attributie
Bv. Hij kan dit duidelijk goed

Externe attributie
Bv. Hij heeft geluk gehad met de vragen

Oorzaken van falen

Externe attributie
Bv. Hij heeft gezegd dat we dit niet moesten kennen

Interne attributie
Bv. Het moest ervan komen, hij heeft helemaal niet gestudeerd

 Intrinsieke en extrinsieke motivatie
= de aard van de activiteit zelf ofwel in de gevolgen van het gedrag

- Intrinsieke motivatie
= Het doel van het gedrag ligt in de aard van de activiteit
als je het zelf leuk vind
Bv. Je traint je dagelijkse uurtjes in het zwembad, want je bent dol op zwemmen

- Extrinsieke motivatie
= Het doel van het gedrag ligt in de gevolgen van het gedrag
- als je een beloning krijgt
- als je iets vervelend wilt vermijden
- als je een waardering krijgt
- als je een toekomstperspectief wilt aanknopen
Bv. Je traint je dagelijkse uurtjes in het zwembad omdat je wil afvallen

- Vertegenwoordiger cognitieve theorieën: Kurt Lewin
Hij stelde vanuit het gedachtegoed een
verklaring op voor het aspiratieniveau = het
niveau dat het individu denkt te kunnen
bereiken
- Motivatieprobleem
= resultaat van een proces

Cirkelproces van Bergen:

1.Aspiratie (dit is mijn plan)

2.Werkhouding (vermijding of toenadering)

3.Toeschrijving of attributie (van succes of mislukking)

4.Gevoel (teleurstelling of tevredenheid)

5.Toekomstverwachting (ik kan dit goed/slecht)

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen