Menu

Sofian Bouazzaoui

Sofian Bouazzaoui

Marketingmanagement (punt 12 tot 14)

Marketingmanagement heeft tot doel om een zodanige klantwaarde en klanttevredenheid te creëren dat de door de organisatie vervaardigde producten en diensten worden verkocht of afgenomen. Onder klantenwaarde verstaat men het vermogen van een product of dienst om de wensen en onderliggende behoeften van de klant te bevredigen.

12.1 Activiteiten

  • Het ontdekken van (nieuwe) behoeften en wensen van klanten, of de identificatie van de functionele product –en dienstverleningsvereisten (marktonderzoek)
  • Het evalueren en selecteren van behoeftes en wensen waarop de organisatie wenst in te gaan
  • Het beslissen over hoe de klant de desbetreffende producten en diensten kan aankopen of aanschaffen
  • Het realiseren van de verkoop
  • Het registreren van de klanttevredenheid
  • Het organiseren van de marketingtaken
  • Het opvolgen en bijsturen van het marketingbeleid

13. Technieken, instrumenten, richtlijnen en principes

Elke marketingactiviteit hanteert zijn eigen technieken, instrumenten, richtlijnen en principes.

13.1 Het realiseren van marktonderzoek

Via marktonderzoek gaat de organisatie op zoek naar interessante marktsegmenten. Marktonderzoek impliceert het opstellen en uitvoeren van omgevingsanalyses. Bij deze omgevingsanalyses kan er gebruik gemaakt worden van verschillende verzamelingsmethoden – en technieken.

13.2 Beslissen over hoe de klant de producten of diensten kan aankopen of aanschaffen

Alvorens men hierrond een studie kan doen, moet men goed consumentengedrag begrijpen. Verschillende sociale wetenschappen reiken ons modellen aan waarin de invloed van contigentiefactoren worden besproken. Deze factoren kunnen worden ingedeeld in de volgende groepen:

  • Culturele factoren
  • Persoonsgeboden factoren
  • Sociale factoren
  • Psychologische factoren

Deze modellen reiken ons ook kennis aan in verband met aankoopgedrag. We onderscheiden de volgende vormen van aankoopgedrag:

  • Complex aankoopgedrag: sterke emotionele verbondenheid met de aankoop en koper merkt grote verschillen op tussen verschillende merken
  • Gewoonte aankoopgedrag: geen emotionele verbondenheid en de koper merkt slechts hele kleine verschillen op tussen verschillende merken
  • Variatiezoekend koopgedrag: geen/weinig emotionele verbondenheid, maar wel verschillen opmerkend tussen de verschillende merken
  • Dissonantiereducerend koopgedrag: sterke emotionele verbondenheid met de aankoop, maar weinig verschillen merken

13.3 De marketingmix

  • Product(kenmerken): welke specifieke kenmerken heeft het product?
  • Prijs: aan welke prijs zal het verkocht worden? Wat is de prijs van de concurrentie?
  • Promotie: hoe gaan we de klanten overhalen om ons product te kopen?
  • Plaats: waar zal het product worden aangeboden?

13.4 Het organiseren van de taken en/of de marketingafdeling

Keuzes die gemaakt moeten worden: taakverdeling, departmentalisatie, coördinatie en gezagsverdeling. Het opvolgen gebeurt vooral aan de hand van prestatiemeetsystemen.

14. Relevante basisvakgebieden

  • Psychologie
  • Sociologie
  • Economie
  • Recht
  • Technologie
  • Informatie en communicatie

Lees meer...

Productie –of dienstenmanagement (punt 9 tot 11)

Het doel van productiemanagement heeft betrekking op het maken van producten of het verstrekken van diensten. Het heeft volgens vele auteurs betrekking op de bestaansreden van de organisatie.

9.1 Activiteiten

  • Het uitdokteren van de benodigde technische handelingen/bewerkingen en de daarvoor benodigde middelen
  • Het bepalen van de nodige voorraden aan grondstoffen e.d.
  • Het bepalen en vastleggen van algemene productie – en dienstverleningsprincipes
  • Het installeren en operationeel maken van het productieapparaat of dienstverleningsproces
  • Het onderhoud van het machinepark
  • Het organiseren van de productie – en dienstverleningstaken
  • Het opvolgen en bijsturen van de productie/dienstverlening
  • Het voorzien van opslagruimtes voor afgewerkte producten

10. Technieken, instrumenten, richtlijnen en principes

Elke productie – of dienstverleningsactiviteit hanteert zijn eigen technieken, instrumenten, richtlijnen en principes.

10.1 Het bepalen en vastleggen van algemene productie- of dienstverleningsprincipes

  • Het outsourcing principe: organisaties gaan bepaalde taken niet zelf realiseren, maar uitbesteden aan partnerorganisaties
  • Het just in time principe: producten e.d. worden enkel geproduceerd na bestelling van de klant

  • Het gebruik van kwaliteitscontroles –en cirkels: op regelmatige tijdstippen worden controles gerealiseerd om na te gaan of voldaan is aan de technische kenmerken en vereisten. Kwaliteitscirkels zijn kleine groepen van max. 5 personen die op vrijwillige basis op zoek gaan naar oplossingen voor kwaliteitsproblemen.

10.2 Het Kaizen-principe

Kaizen (改善, Japans voor "veranderen naar beter" of "verbetering") is een aanpak in productiviteitsverbetering ontstaan uit de toepassing van het werk van Amerikaanse experts De doelstellingen van kaizen zijn: het elimineren van verspillingen, just in time leveringen, standaardisering van productie.

10.3 Het organiseren van de taken en/of de productieafdeling

Keuzes die gemaakt moeten worden: taakverdeling, departmentalisatie, coördinatie en gezagsverdeling. Het opvolgen gebeurt vooral aan de hand van prestatiemeetsystemen.

11. Relevante basisvakgebieden

  • Economie
  • Recht
  • Technologie
  • Wiskunde & statistiek
  • Informatie en communicatie

Lees meer...

Algemene leveranciersprincipes

  • Just in time principe (JIT): grondstoffen worden pas geleverd wanneer ze nodig zijn in het productieproces om voorraadkosten te besparen
  • Het gebruik van raamcontracten: langdurige samenwerking waarbij de leveranciers er zich toe verbindt om gedurende een bepaalde periode telkens naar de behoeften van de organisatie te leveren
  • Het werken met bevoorrechte partners: organisatie wenst slechts zaken te doen met een beperkt aantal leveranciers
  • Het gebruik van Electronic Data Interchange (EDI): het doorgeven van bestelorders via een computergedreven systeem
  • Het gebruik van internetveilingen: gebruik van internet waar leveranciers hun aanbiedingen plaatsen

Deze principes kunnen verschillen al naargelang van het materiaal/leverancier in kwestie. Dit geeft aanleiding tot het ontstaan van een leveranciersportefeuille. Het voorbeeldmodel van het beheer van zo’n portefeuille is het zogenaamde model van Kraljic.

Lees meer...

Make or buy decisions en vastleggen van algemene leveranciersprincipes

Een organisatie kan ervoor kiezen om zelf alle nodige grondstoffen e.d. bij mekaar te brengen of dus zelf te maken. Is dit het geval, dan spreken we van een achterwaarts geïntegreerde organisatie. Hier kunnen verschillende redenen voor zijn:

  • Een gewenst kostenvoordeel
  • Een gewenst maatwerkvoordeel (materialen moeten perfect op maat zijn voor de organisatie)
  • Een gewenst servicevoordeel (zeer snel leveren van de materialen etc)

Een organisatie kan er ook voor kiezen om die materialen aan te kopen bij leveranciers. Ook dit kan gebeuren omwille van verschillende redenen:

  • Groter specialisme of professionalisme
  • Een te hoge investeringskost
  • Ongunstige ligging van de locatie (bijvoorbeeld voor grondstoffen)

De keuze “make or buy” wordt genomen na het uitvoeren van een voor –en nadelenanalyse.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen