Menu

Fouten uitgelokt door het object dat we waarnemen

  • Verhouding figuur – achtergrond/voorgrond  we kunnen zo getroffen worden door een bepaalde eigenschap, dat andere eigenschappen in een vage achtergrond verzinken
  • Bewegende en stilstaande figuren  we zullen de drukdoener eerder opmerken dan stille figuren
  • Camouflage  sommige objecten zijn zodanig opgeslorpt in de achtergrond dat ze niet opvallen
Lees meer...

De waarneming van illusies

  • Ponzo-illusie

Door de zijlijnen ontstaat een indruk van diepte  daardoor lijkt A langer dan B

  • Müller-Lyer illusie

Doordat de uitlopers van het onderste lijnstuk naar buiten lopen, lijkt dit langer dan het bovenste terwijl ze eigenlijk even lang zijn

  • Poggendorf-illusie

Het lijkt alsof het bovenste deel hoger licht en niet op 1 rechte lijn

  • Zollner-illusie

Het lijkt alsof de lijnen schuin lopen en elkaar zullen snijden, maar ze zijn eigenlijk evenwijdig

  • Maanillusie = hoe lager de maan staat, hoe groter het lijkt
  • Hermann Grid rooster

Het lijkt alsof we bolletjes zien op de kruispunten terwijl er geen bolletjes zijn

  • Bewegingsillusie

Als je snel van A naar B kijkt lijkt het alsof de wielen draaien terwijl dat niet zo is

  • Titchener cirkels

Hier gaat het om het contrast tussen de middelste cirkels en de omringende cirkels: wanneer de cirkel omringd is door grote en kleine cirkels, lijkt de middelste cirkel groter wanneer het omringd is door kleine cirkeltjes.

Lees meer...

Organisatieprocessen van de waarneming

Gestaltpsychologie = mensen hebben veeleer de neiging om gehelen waar te nemen dat afzonderlijke elementen
 het geheel is meer dan de som van de delen  als 1 deel verandert, verandert het geheel

  • Figuur – achtergrond/voorgrond
    • Voorgrond zien we scherp, achtergrond zien we minder scherp
  • Groeperingwetten
    • Nabijheid  hoe dichter prikkels bij elkaar liggen, hoe groter de neiging om ze als geheel te beschouwen
    • Gelijkheid  hoe harder prikkels op elkaar gelijken, hoe spontaner ze samen zullen worden gezien
    • Goede voortgang  gegevens die een vooruitgaande beweging suggereren, worden samen gezien
    • Geslotenheid  neiging om onvolledige waarneming aan te vullen met gegevens zodat we een bekend gegeven verkrijgen
  • Perceptuele constanties
    • Grootteconstantie  voorwerpen behouden een constante grootte omdat we de juiste grootte van het voorwerp kunnen inschatten (ervaring speelt een rol)
    • Kleurconstantie  ongeacht de belichting blijft men dezelfde kleur zien (geheugen speelt belangrijke rol)
    • Oriëntatieconstantie  we blijven objecten waarnemen zoals ze zijn, ookal worden ze gedraaid
      • Bij complexe figuren moeten we elk element afzonderlijk omdraaien

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen